LOES NOBEL: Tussen Sneeuw en Lava Rijstkorrels Vallen Ik zal je niet haten sneeuwvogel hoewel je mijn bruine huid bespuwt Mijn aarde is te rijk om uitgeput te raken aan de voet van de vulkaan zat ik met gekruiste benen toen ik je zag staan Ik zal je niet haten Van Loes Nobel, geboren in Soerabaja en nu als Mevrouw Reket-Nobel in Eindhoven wonend, verschenen niet zo lang geleden twee dichtbundeltjes "Rijstkorrels vallen" en Tussen sneeuw en lava". Op bescheiden schaal uit gegeven en aan de grote publiciteit ontgaan, zouden we ze ook nooit in huis hebben gehad als de dichteres ze ons op aanraden van Willem Brandt niet had toegezonden. Dichten en gedichten zijn zulk per soonlijke zaken dat kritiek in welke zin ook, eigenlijk nooit juist kan zijn. Is het ooit de bedoeling geweest van Loes Nobel om iets te dichten wat Willem Brandt of Mevrouw X of mij zou kunnen treffen of ontroeren? Be slist niet. Er zit in elk gedicht altijd een intimiteit, een affaire tussen dich teres en haar emoties, vaak onmoge lijk om tussenbeide te komen, te kun nen mee-begrijpen en meevoelen. Maar plotseling een wijd open deur een herkenning van haar nooitvergeten Indisch-zijn. Er is bij Loes Nobel bewust uiting ge geven aan een drang tot zelf-analyse, confrontatie met de dingen die buiten haar om bestaan. Een Indisch meisje met de onderhuid se zonnewarmte van haar geboorte land, met, zoals ik uit haar gedichten kan lezen, nog altijd niet gewend veel uit het leven hier, als vanzelfsprekend aan te nemen. Lees haar "Kleur be kennen": Kameleon op mijn huid langzaam bruiner roerloos kleur bekennen in een stad vol mensen waar duizend doden strijden als een ervan mijn zoon is zal ik kameleon zijn. Zijn Willem Brandts gedichten in "Het Land van Terugkomst" als een schit terend kleed van kleurig patch-work, duizend op zichzelf staande dessins, samengevoegd tot één mozaik van harmonieuze gedachten en gevoelens voor zijn Grote Liefde, Indonesië, zo volkomen anders is de poëzie van Loes Nobel. Woorden, zinnen in kortgehouden stac cato, soms dapper uitdagend, dan weer besluiteloos als een triest kind dat lang van huis weg is. geen enkel taal te baat nemend kijkt de bergketen mij dagenlang na als ik drijvend op de oceaan kleiner word is het niet jammer dat ik mijn land verlaat Niet al haar gedichten hebben die toon van herinnering, strijd, aarzeling, er zijn ook heel blijde, positieve re gels. U zou beide bundeltjes moeten lezen. En dan zult u, als u kritischer en stukken taalkundiger bent dan ik tekortkomingen ontdekken. Misschien een te beperkte woordkeuze, mis schien te vaak overspringend van de ene vaagheid (voor Loes zelf dui delijk) op de andere. Ze struikelt vaak over haar gedachten, die ze toch weer synchroon laat lopen met de cadans van haar woorden. Erg knap. Ach, gedichten zijn toch ook maar ge dachten die je kwijt moet op de een of andere manier. U schenkt misschien een kopi toebroek en belt een goede vriendin. Ik wandel een eindje om met de hond, die net zo ongerijmd is als Lilian Ducelle "Rijstkorrels vallen" uitg. Stichting Opwenteling f 5,50, porto 1,70. "Tussen sneeuw en lava", Uitg. de Beuk, f 7,50, porto 1,70 (beide boekjes samen f 2,75 porto) verkrijg baar boekhandel Tong-Tong. Tong-Tong krijgt zo vaak zoveel mooie, leuke, interessante foto's dat we gewoon sakit hati hebben dat we niet veel meer kunnen plaatsen. Heel vaak ontbreken duidelijke ge gevens over de plaatjes en dat brengt bezwaren. Men wil weten hoe, wie, waar. Veel foto's ook waarvan je de herkomst niet eens weet of vergeten bent. Zoals deze foto bijvoorbeeld. Ik vond haar ineens weer en ik moest haar terugzenden naar Mevrouw de Raadt-Prange. Dat zal ik bij deze doen, maar toch eerst in Tong-Tong zetten. Zijn het geen schatjes deze kleuters in nationale klederdracht? Neen, geen carnaval maar een feestelijke hormat voor belangrijk bezoek. We moesten u dit plaatje toch niet onthoudenl 16

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1977 | | pagina 16