EEN SPOOKHUIS
Toen ik in 1923 als
jong employé werk
te op de onderne
ming Ketanggoen-
gan West, in de
buurt van Brebes,
vond onze admini
strateur, de heer
Visser, nadat ik
ruim een jaar was
ondergebracht bij
een van de oudere
employé's, dat ik s»
nu eens op eigen
benen moest gaan j
staan. Er kwam juist
een huis leeg, van
een tuinemployé, de heer Andreas, die
daar 17 jaar had gewoond. Dat huis
stond op de onderneming bekend als
het spookhuis.
Er waren drie ongehuwde employé's
aangewezen om daar samen in te gaan
wonen; Winia, uit Soerabaja, die werk
te bij de padi-aanplant, Houwert, een
jongen uit Tegal, die bij de bibit aan
plant zat voor de koffie, en ik, toen
nog leerling chemiker op de suiker
fabriek.
Van dat huis ziet U hier een foto. Het
was een echt oud Indisch huis, stevig
gebouwd, met een open voorgalerij en
met drie woonkamers achter elkaar.
Vlak achter de voorgalerij was de rui
me eetkamer en de achtergalerij, die
met een overdekte gang verbonden
was met de bijgebouwen.
Ik verdiende toen 100 gulden per
maand, en de huur was laag, zodat ik
er makkelijk van kon komen, ik hield
zelfs nog geld over! Veel meubels be
zat ik niet, en die had ik trouwens ook
niet nodig. Toen ik de eerste keer in
het huis kwam, hadden de anderen
daar reeds hun intrek genomen. Mijn
plaats was reeds bepaald, want de
twee hadden afgesproken dat ik in de
voorkamer zou wonen. Nu leek dat
wel voor iedereen de mooiste kamer,
maar die beide echte Indische jongens,
ne bladeren, die in de herfst geel,
oranje en rood verkleuren. De vruch
ten zijn geel, sappig en zoet. De Ame
rikaanse Diospyros Virginia is een
forse boom met een karakteristieke
donkere schors, die scherpe scheuren
vertoont. De vruchten zijn zacht en
zoet, maar pas eetbaar als de vorst
er over gegaan is.
Maar hetzelfde schrijft C. A. S. Willi
ams in "Chinese Symbolism", dat al
leen "after exposure to frost" ook in
China de vrucht pas geurig, sappig en
zoet wordt. De bomen zijn hoog en
gedijen vooral goed in Noord China,
waar zij in boomgaarden geplant wor
den aan de voet van de heuvels. De
vrucht met haar prachtige, feestelijke
kleur is het embleem van de Vreugde.
Zij wordt vaak afgebeeld op Chinees
porcelein en op scrolls.
ROSALIE GROOSS
hadden natuurlijk al geinformeerd naar
de spoken en toen de veiligste kamers
voor zich gehouden. Ik zei dan ook
direkt: jullie geven mij zomaar de
mooie voorkamer, ik ben erg blij, maar
dat is natuurlijk de spookkamer. En
toen lachten ze zo'n beetje, waardoor
ik het wel begreep. Ik vond het ook
niet erg, want in spoken geloofde ik
niet. Ik begon dus met de inrichting
en dat was gauw gebeurd. Een oud
bed met een lange klamboe, die tot
aan de grond reikte, plaatste ik dicht
bij een van de muren, de tafel in het
midden met de enige stoel. Boven de
tafel hing aan een elektrische draad
een gewool kaal lampje, van ongeveer
40 watt en mijn koffer plaatste ik op
de grond, dicht bij het raam. De on
derneming had kort tevoren alle wo
ningen van elektriciteit voorzien, wat
dus al erg mooi was, de familie An
dreas had nog met petroleumlampen
gewoond. De enige versiering was een
tafelkleedje, dat ik van de vrouw van
een der employees had gekregen. Zeer
simpel dus. Ik had de sleutel van de
kamer in mijn zak en zo ging ik naar
het werk. Toen ik die avond laat weer
binnenkwam, na afloop van mijn wacht,
ging ik direkt naar bed. Ik lag zo een
poosje kalm en keek rond in mijn do
mein. Het licht was aan. Ik realiseerde
mij dat ik nu in een spookkamer woon
de, maar ach, spoken bestaan immers
niet? Ik hoorde in de verte de klok
van de fabriek twaalf uur slaan. Ik was
moe en wilde juist de ogen sluiten
toen een beweging van de klamboe,
aan het voeteneinde, mijn aandacht
trok. Ik wist zeker, dat ik de klamboe
niet had aangeraakt en dus was ik ge-
intrigeerd. Even later zag ik weer een
golvende beweging, nu aan de muur
kant, zo'n stille beweging van het
klamboegaas. Verbeelde ik mij dat nu?
Maar nee, nu gebeurde het ook al
aan de open kant, waar ik in bed was
gestapt. Dat bracht mij aan het den
ken. Ik had vroeger wel gehoord over
rovers, die onder je bed kropen en
dan bleven wachten tot je rustig sliep.
Ze smeerden zich helemaal in met olie
zodat je ze nooit kon pakken.
Och lieve help, er lag een rover onder
mijn bed! Misschien had de man wel
een gelok bij zich. Ik trok mijn hoofd
van het 'kussen zodat ik zoveel moge
lijk midden op het bed lag. Het angst
zweet brak mij uit en ik probeerde
kalm te denken wat mij te doen stond.
Ik besloot de gebeurtenissen niet af
te wachten. Met een grote sprong
vloog ik het bed uit, rende naar de
tafel en greep de stoel, die ik als een
schild voor mij hield. Toen ging ik
langzaam naar het bed, met de be
doeling hard te roepen als ik iets zou
Huis op de suikerfabriek Ketanggoenan
West bij Brebes, 1923. De machinisten v.d.
Wall en Nijhoff en de ass. boekhouder
Cattenburg.
zien. Mijn huisgenoten zouden dan wel
komen om mij te helpen. Maar er lag
geen man onder het bed, wat ik ech
ter wel zag was een enorm grote kik
ker, die mij angstig zat aan te kijken.
Hij was waarschijnlijk nog banger dan
ik! Het was een zogenaamde kodok
bangkong, waar ik wel eens van had
gehoord, maar nog nooit gezien. Het
dier was ongelooflijk groot, wel 30
centimeter lang! Onder mijn bed was
een prachtig plaatsje om de muskieten,
die zich tegen de klamboe zetten,
te vangen, en daar was het dier mee
bezig geweest. Ik nam de kikker met
moeite op en bracht hem naar de deur,
waarbij hij mij nog nat maakte ook,
zoals kikkers gewoon zijn te doen.
Buiten zette ik hem voorzichtig neer,
waarna ik rustig ging slapen.
De volgende ochtend vroegen mijn
huisgenoten of ik goed had geslapen.
Ik antwoordde, ja, perfect hoor, en ik
heb ook al kennis gemaakt met het
spook, waarna ik hen het gebeurde
vertelde. Die kikker zei ik, is nu den
kelijk onze pendjaga roemah (de huis
bewaker) die ons niets doet, doch al
leen maar muskieten komt vangen. Ik
ben later nog wel eens in de grote
witte potten gaan kijken, waarvan er
een gebroken was, maar daar zat de
kikker niet in. Trouwens, de kikker is
daar nooit meer gezien, maar onze
woning was in elk geval geen spook
huis meer.
JOHAN RAKET
De enige manier om stakingen te voor
komen: nog meer werklozen!
XFb/fz.^'E-
"En kijk een beetje uit, dat jochie met die
Tulup is weer in de buurt".
11