LOTGENOTEN VOOR! J. LEIMENA t Het Molukken-Flores-transport wordt beschreven Toch komen ze eindelijk los, de beschrijvingen van allerlei schokkende episoden uit het bestaan van de Nederlandse krijgsgevangenen, die tijdens Wereldoorlog II door de Japanse bezetters van Nederlands-lndië door heel Zuidoost-Azië her en der werden vervoerd. Het is als een film die lang in de projektor vastzat en nu dan is losgeschoten. De beelden waren bewaard, ze komen tevoorschijn en zowel de lotgenoten als de buitenstaanders staan verbijsterd te kijken. Was het zó Hóe het eigenlijk was, wat er nu wel en wat er niet gebeurde, wat er ge rucht en wat er feit was en vooral, waaróm er zoveel dingen gebeurden die ongekend en onbegrijpelijk waren, dat alles is maar moeilijk in een lees baar verband van een historisch over zicht samen te brengen. Toch hebben veel van die lotgenoten het gewild, toen al, toen ze in dagboeken, notities, brieven, krabbels en soms verzen het gebeuren in de kampen en tijdens de transporten probeerden vast te leggen. En ook later wel, toen alles herinne ring was geworden, en weer anderen de behoefte voelden om uit wat nog in het geheugen leefde of op papier stond, het verhaal te rekonstrueren dat èn hen èn familie of vrienden voor ogen bracht wat er toen was door leefd. Een van die onlangs ondernomen po gingen om een stuk oorlogsgeschie denis op schrift te brengen betreft het transport van ruim 6300 krijgsgevan genen dat in oostelijke richting op 25 april 1943 uit Soerabaja vertrok. De Japanners wilden vliegvelden doen aanleggen in het oostelijk deel van de archipel, om zich mede van daaraf te verdedigen tegen een geallieerd offen sief vanuit Australië. De groep werd onderweg gesplitst. Een deel kwam te recht op Ceram ('De 1000 van Ama- heieen deel op Haroekoe, een deel op Ambon (Liang) en een deel op Flores (Maoemere). Er is over dit transport nog weinig geschreven, hoewel er nu, achteraf, veel blijkt te zijn opgeschreven. En nog bewaard ook, ondanks de ge bruikelijke inbeslagneming van onge veer alles wat er aan papier was als er weer was of moest worden ver huisd. Van wat er is opgeschreven en van later gemaakte overzichten is het een en ander terechtgekomen in ar chieven, o.a. in de Indische collectie van het Rijksinstituut voor Oorlogs documentatie in Amsterdam. Maar veel is nog in partikuliere handen en daar gaat het ons nu om. 'Ons' wil in dit geval zeggen een re- daktiecommissie die onlangs is ge vormd met het doel een preciese en verantwoorde dokumentatie samen te stellen, die zowel de nabestaanden als de geschiedenis de bittere lotgevallen doet kennen van een groep land-, rijks- en bondgenoten, die wat ongeveer een vierde deel betreft het gedwongen a- vontuur niet hebben overleefd. De re- daktiecommissie, die een van de re sultaten is van de periodieke bijeen komsten uit de laatste jaren van de deelnemers aan het Flores-transport, bestaat uit J. H. W. Veenstra, voorzit ter, T. B. Spuyman, secretaris, L. Brocx, H. R. Hoekstra, J. R. Hogerzeil, Th. F. Hoijer, P. F. Hondius van Her werden, L. Jacobs, R. Korteweg en J. Kuilman. De commissie vraagt iedere vroegere kampgenoot, en in voorkomende ge vallen ook erfgenamen van kampge noten, haar tijdelijk te willen afstaan of tenminste ter kennis te willen bren gen van het bestaan ervan, al het dokumentaire en illustratieve materiaal met betrekking tot het Molukken-Flo res-transport, dat nog als privé-bezit wordt bewaard. Gaat het om dagboe ken, notities, verhalen e.d. dan vol staan fotokopieën. Maar wie opziet tegen de kosten van het kopieren kan de originele stukken afstaan, die dan na het maken van afdrukken worden teruggezonden. Van voorwerpen (al dan niet kunst en al dan niet gebruiks), produkten van barakvlijt, tekeningen enz. kunnen foto's worden verstrekt, maar ook dit alles kan in origine voor een reproduktie tijdelijk worden afge staan. De commissie garandeert de grootste zorg bij het omgaan met de stukken. Haar leden weten immers uit ervaring hoezeer ze voor menigeen 'pusaka' kunnen zijn. Bent u bereid een bijdrage te leveren aan een dokumentatie die wij, de over levenden, aan onszelf, aan onze om gekomen lotgenoten en aan het na geslacht verplicht zijn samen te stel len, dan kunt u zich wenden tot: 1. Het secretariaat van de redaktie- commissie, dhr. T. B. Spuyman, Zeemanlaan 18 b, Amsterdam, tel. 020 - 35 38 00. 2. Tot ieder van de commissieleden afzonderlijk als ze tot de kring van uw kennissen of tot uw omwonen den behoren. 3. Op zaterdag 23 april a.s. tot het comité dat in de Houtrust-rotonde in Den Haag de reünie organiseert waar voor het eerst de deelnemers van het Flores- zoals het Molukken- transport samen aan deelnemen. Wie zelf niets te bieden heeft kan toch bijdragen aan het welslagen van het plan door een enquêteformulier in te vullen dat de redaktiecommissie in staat stelt zo nauwkeurig mogelijk een historisch verantwoord beeld op te Juist voor het afsluiten van de kopij voor dit nummer vernamen wij dat dokter Johannes Leimena op 72-jarige leeftijd te Jakarta is overleden. Dokter Leimena behoorde tot de groep Indonesische medici die van 1945 af in de nationale beweging zulk een grote rol heeft gespeeld. Zij vormden een intellectuele elite die van grote betekenis is geweest voor de leiding eerst van de strijd tegen de Nederlan ders en later voor de opbouw van de jonge republiek. Dank zij de omstan digheid dat zij Nederlandse scholing hadden ontvangen zijn velen hunner tevens een uiterst welkome schakel geweest tussen het nieuwe Indonesië en de oude gezagsdragers. Leimena, ofschoon een overtuigd republikein, deed geen moeite zijn sympathiën voor Nederlanders, voor zover die zich niet vijandig opstelden tegenover het Indonesisch vrijheidstreven, te verber gen. Deze Ambonese Christen-dokter is in vele Indonesische kabinetten opgetre den (meestal als minister voor ge zondheidszorg) en genoot in wijde kring respect. JHR. 5 FEBRUARI JUBILEUM FOTO'S De foto's over ons feest op 5 februari j.l. zullen hier op Tong- Tong tot 30 april blijven hangen en tot dan kunt u ze bekijken en bestellen 4,per stuk, kleur 17 x 11 cm) Komt U kijken? roepen. Wie de genoemde reünie be zoekt krijgt daar een formulier, wie verhinderd mocht zijn kan er een aan vragen bij het secretariaat van de commissie. Praat over deze oproep met derden die mogelijkerwijs Tong Tong niet le zen of andere erop betrekking heb bende persberichten niet onder ogen krijgen. Het 'rood vóór' mag dan tot een ver verleden behoren, maar blijf voor dit vriendschappelijk verzoek niet doof om nog één keer extra attent te zijn! 3

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1977 | | pagina 3