Jt UNIEK BOEKWERK
/T
/f LEOPOLD
BOEKBESPREKING
NIEUW!
JOHAN FABRICIUS
DIPANEGARA
Johan Fabricius heeft, blijkens eigen
getuigenis, zijn leven lang gewenst een
boek te schrijven over Dipanegara of,
Diponegoro, zoals hij in de geschie
denis voortleeft. Welnu, zeer vele ja
ren na het ontstaan van die wens is
zij in vervulling gegaan. Het boek is
er nu. Het is verschenen bij Leopold
en tijdens een bescheiden plechtigheid
is het eerste exemplaar ervan door de
schrijver aangeboden aan de ambas
sadeur van Indonesië. De bijeenkomst
op 1 april in de ambassade, waar dit
plaatsgreep, was druk bezocht en had
een bijzonder geanimeerd verloop.
De geschiedenis van Diponegoro is
de geschiedenis van de Java-oorlog
(1825-1830). Het conflict eindigde met
de gevangenneming van de hoofdper
soon op het moment, dat Diponegoro
in de overtuiging verkeerde in vrijheid
te onderhandelen met de generaal De
Koek. De boeken zijn op dit punt nog
niet gesloten en nog altijd is het een
open vraag, of hier sprake was van
kwade trouw van de zijde van de Ne
derlandse bevelhebber. Wat eraan
voorafgegaan was wettigde in ieder
geval de arrestatie van de rebel in
Nederlandse ogen méér dan voldoen
de. De Java-oorlog die uitbrak nadat
de Javaanse prins tot het uiterste ge
tergd en bovendien bezield door een
onstuitbare geloofsijver naar de wa
pens greep is de bloedigste botsing
tussen het Nederlandse gezag en de
autochtone bevolking die de geschie
denis van vóór 1945 kende. Een episo
de van bloed, zweet en tranen zonder
weerga, waarbij zelfs de Atjeh-oorlo-
gen in het niet zinken. Dat thans een
boek over de held van dit verzet door
een Nederlandse auteur op feestelijke
wijze kon worden overhandigd aan de
ambassadeur van het land, dat de re
bel als een vrijheidsheld vereert is
een verschijnsel dat velen vóór de
Tweede Wereldoorlog als onvoorstel
baar zouden hebben verworpen. "Het
zou mooi zijn" - aldus Fabricius bij
de aanbieding van zijn boek aan de
ambassadeur - "als wij reeds tijdens
een conflict de betrekkelijkheid van
het eigen gelijk beseften en er reke
ning mee hielden dat op elke strijd
toch weer verzoening volgt en ook
volgen moet, wil onze wereld leefbaar
blijven". Al valt het einde dan ander
halve eeuw na de oorlog, die verzoe
ning werd bij deze gelegenheid be
zegeld.
Fabricius heeft voor zijn boek een on
gewone constructie gevolgd. Het be
staat namelijk uit brieven, de de au
teurs ervan (vreemd als het moge
klinken) posthuum ten behoeve van
Fabricius hebben geschreven, uittrek
sels uit rapporten en andere officiële
stukken en tenslotte uit ruime citaten
uit de "memoires" van Diponegoro
zelf. In ballingschap te Menado en la-
Dipanegara f 32,50
ISBN 90 258 0429 2
De Java-oorlog van 1825 tot 1830. De
Java-oorlog, met zijn vrijheidsheld
DIPANEGARA, heeft het volk van
Java onbeschrijflijke ellende gebracht
en ook Nederland stromen bloed ge
kost. Daarover gaat dit verhaal, dat
verteld wordt in de vorm van brieven
en rapporten.
ter in Makassar heeft Diponegoro na
melijk zijn lezing van de gebeurtenis
sen en zijn persoonlijke ervaringen op
schrift gesteld. Hij komt daaruit te
voorschijn als een hoogst merkwaar
dige figuur. Natuurlijk wijkt het beeld
van deze Javaanse aristocraat nogal
af van hetgeen in Nederlandse publi
caties over deze opstandeling is ge
schetst. Fabricius kiest geen partij: hij
registreert aan de hand van de bron
nen de documenten betreffende deze
afschuwelijke tragedie. Zijn schets van
de gebeurtenissen (waarvan ik de his
torische juistheid niet kan beoordelen)
maakt de indruk van grote authentici
teit.
Het is natuurlijk niet nodig te zeggen
dat ook dit jongste werk van Fabri
cius boeiend is geschreven. De uiter
lijke vorm doet de uitgever alle eer
aan. JHR.
Dipanegara is verkrijgbaar in de Boek
handel Tong Tong en kost 32,50
plus 4,porto.
NEDERLAND EN INDONESIË
BEIDE VRIJ
Mr. J. A. Jonkman, niet lang geleden
overleden, publiceerde in 1971 bij Van
Gorcum (Assen/Amsterdam) het eerste
deel van zijn memoires onder de titel:
Het oude Indië. Het tweede deel bevat
zijn herinneringen aan de periode van
zijn werkzaamheid in Nederland, eerst
als minister, later als voorzitter van de
Eerste Kamer. Dit bleef onvoltooid
achter. Na zijn dood bleek intussen
de mogelijkheid van voltooiing van dit
tweede deel aanwezig en nu ligt dat
deel, onder bovenstaande titel ver
schenen bij dezelfde uitgever voor
ons (Prijs: 45,
Jonkman behoorde tot de Stuwgroep
toen hij van de Indische rechterlijke
macht in de politiek overstapte. Maar
eerst definitief werd zijn overgang naar
het politieke leven door zijn benoeming
tot voorzitter van de Volksraad. Hij
zou de laatste voorzitter van het col
lege zijn. Hij drukte in de laatste jaren
vóór de Japanse bezetting een duide
lijk stempel op het politieke leven: hij
was een uitstekend voorzitter - een
geboren gespreksleider - hij was een
uitgesproken radicaal maar, merkwaar
dige combinatie, tevens een man die
recht en orde beschouwde als de
eerste voorwaarde voor het voortbe
staan van elke gemeenschap. Ook
was hij, bij alle vooruitstrevendheid,
een figuur die voor vorst en vaderland
zich inzette.
Na de verkiezingen in Nederland in
1946 volgde Jonkman zijn mede-Stuw-
genoot Logeman als minister van Over
zeese Gebiedsdelen op; de samen
werking tussen de oud-Stuwleden Van
Mook en Jonkman bleek niet zo hecht
als men had mogen verwachten. Deels
mag men dit wijten aan het feit, dat
beiden sterk uiteenlopende persoon
lijkheden waren, maar het feit, dat de
minister van OG in hoge mate in zijn
vrijheid werd belemmerd door de po
litieke atmosfeer en het politieke sys
teem in Nederland (waar van Mook
nauwelijks weet van had) is ongetwij
feld de voornaamste reden dat dit
tweemanschap niet de resultaten
bereikte waarop zij beiden hadden
durven hopen. Jonkman trad af als
minister, Van Mook werd ongeveer
tezelfder tijd op ongekend grove
wijze aan de dijk gezet. De mogelijk
heid om nog tot een vrede door over
leg te geraken in het geteisterde In
donesië was daarmee voorgoed afge
sneden.
Het js van bijzondere betekenis dat
zich thans ook Jonkman heeft ge
schaard in de rij der insiders die hun
licht hebben laten schijnen over de
periode 1945-1950, zo vol onheil maar
ook zo vol hoop op een nieuwe toe
komst. Als het getuigenis van een der
rechtstreeks betrokkenen heeft dit
zeer gedocumenteerde vertoog (de ju
rist en zijn behoefte tot precisie ver
raden zich op elke bladzijde) zijn grote
waarde. JHR.
8