Foto boven: de kinderen Schenck de Jong op de rug van de stenen koe uit de Hindoe-tijd op het grasveld voor het huis. Rechts: De residentswoning te Magelang, waar de gevangenneming van Pg. Diponegoro plaats had. DIPONEGORO Het artikel in Tong Tong no. 8 van 18- 11-76 "De Goewa Setiang" van Dr. H. J. de Graaf heb ik met veel interes se gelezen. De Goewa Setiang ken ik niet, maar wel kan ik u meedelen dat Pg. Dipanegara nog steeds geeerd wordt. In het begin van de twintiger jaren was mijn vader Resident van Kedoe. Wij woonden toen in Magelang, in het residentshuis met de prachtige tuin, met vanuit de voorgalerij een uitzicht op de Soembing en de Sindoro en de vallei waar de Progo stroomt; vanuit de achtergalerij konden wij de Merapi en de Merbaboe zien. In dat huis werd Pg. Diponegoro gevangen genomen door generaal De Koek in februari 1830. Dat was in de ontvangkamer, die rechts op de voorgalerij uitkomt als u voor het huis staat. Gedurende ons verblijf in Magelang is er geen "ma- lam djoemahat" voorbij gegaan of onze oudste huisjongen plaatste in die kamer, waar de gevangenneming plaats had, een potje wierook en een schaaltje bloemen, na rondgang door het hele huis, en er werd dan ge beden. Mijn moeder, die op de hoogte was van dat historisch gebeuren, zorgde er nauwkeurig voor, dat die ontvang kamer, waar ook de piano stond, niet door een van ons gebruikt werd en wij mochten dan ook niet piano stu deren op die dag. Toen ik in 1975 met de C.A.S.-reünis ten (oud-leerlingen van de Carpentier Alting Stichting te Batavia) op reis was op Java, reden wij met de bus, komende van de Boroboedoer, natuur lijk ook naar Magelang, naar het voor malige residentshuis, waarnaast vroe ger het Instituut van Pa van der Steur stond, alleen al voor het prachtige Resident J. R. Schenck de Jong, die mijn reisgenoten stond te wachten om naar Yogyakarta terug te gaan. Ik zag nog dat er in de kamer een groot houten bureau stond en een boeken kast. Behalve dat zijn beeld op een ge vleugeld paard op het Merdekaplein in Jakarta staat, wordt er dus nog steeds gebeden voor Pg. Diponegoro op de historische plaats in de ont vangstkamer in het vroegere residents huis in Magelang. MEVR. H. SCHENCK DE JONG ETENSWAARDIGHEDEN in het begin van de 20-er jaren aan het hoofd stond van het gewest Kedoe. park en het mooie uitzicht. Helaas waren de mooie kenarielaan en de meeste bomen, zoals de nootmuskaat- (pala) en advocaatbomen verdwenen, evenals het grote Boedhabeeld mid den op het grasveld en de andere Hindoebeelden. Ik ging de voorgalerij van het zeer verlaten uitziende huis binnen en zag op de muur van de ontvangkamer een ingemetselde steen, waarop de gevan genneming van Pg. Diponegoro en het jaar 1830 was uitgehouwen. Op de an dere muur van de kamer hing naast de toegangsdeur, die openstond, een groot schilderij van Pg. Diponegoro met witte tulband op een wit steige rend paard (voor mij een bekende af beelding, maar ik weet niet waar ik dat schilderij eerder heb gezien). Het was al laat in de middag en toe vallig juist weer malam Djoemahat. Voor de toegangsdeur stonden ver schillende paren schoenen en sanda len en in de kamer hoorde ik biddende stemmen. Toen ik daar een ogenblik in gedach ten stond, kwam er een Indonesische dame door de deur naar buiten. Zij sprak mij aan en ik vertelde haar van vroeger. Zij bleek vloeiend Neder lands te spreken, (ze was van een oudere generatie) en vroeg of ik niet even binnen wilde komen in het ver trek. Ik zei dat ik niet wilde storen en dat het al zo laat was; dat de bus met Zelfs de beste kenner kan niet alles van Indonesië weten. Als GHB zegt (Tong-Tong no 15 blz. 10) dat salaks ketjoet, kesereten en vooral sepet zijn, dan heeft hij gelijk voor wat Java be treft, maar dan heeft hij toch zeker nooit de salaks van Sibetan (op Bali .tussen Karangasem en Selat) gegeten. Er zijn tweë soorten, de kleine met een donkere dunne schil en de grote lichtbruine met een dikke schil, bei de erg zoet en heel lekker. En dan de mangga's. Die heb ik op diverse plaatsen op verschillende ma nieren zien behandelen. In Mexico hebben ze er speciale vorkjes voor met drie tanden, waarvan 2 kort en de middelste erg lang (4 a 5 cm). Daarop wordt de mangga in de lengte vastgeprikt en verder op de gebruike lijke manier geschild. En ik heb ook wel eens gezien dat mangga's rondom over de breedte tot op de pit werden doorgesneden, waar na de twee helften werden beetgepakt en in tegengestelde richting gedraaid, waardoor ze van de pit loskwamen (lukt niet altijd). Elke helft kan dan worden uitgelepeld. Maar ik geef toe, de Indonesische methode is de beste, vooral als mijn vrouw de operatie uitvoert, de mang ga in stukjes snijdt, die in de frigidaire laat afkoelen en opdient, zodat ik ze alleen maar van m'n bord hoef op te prikken. Maar daarvoor ben ik dan ook een erg verwende man! G. A. SCHOTEL

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1977 | | pagina 9