EEN KOLFF(JE) NAAR IEDERS HAND Een abominabel handschrift kreeg ik met de geboorte mee en geen onderwijzer of onderwijzeres heeft er enige verbetering in kunnen brengen Een van de onvergetelijkste definities van mijn tjakar ajam kreeg ik van mijnheer Lootsma uit de 5e klas van de Christ. Lagere School in Malang: Je schrijft zo verschrik kelijk dat is met geen pen te beschrijven!" Van alle reacties van leerkrachten in mijn schoolbestaan die beurtelings boos, terneergeslagen, wanhopig, uitgeput, ongelovig en ten einde raad waren, vond ik deze uitlating de meest origine e. Wat in feite wérkelijk met geen pen te beschrijven was, was het papier waarop ik schreef. Mijn schoolschrif ten waren afkomstig van toko Saeki of toko Tayo in de Chinese Kamp (waarom zei men altijd DE en nooit Het Chinese Kamp?) om de simpele reden dat ze daar 3 ct. per stuk kosten en soms zelfs 6 voor 15 cent. Bij Kolff kostten ze een dubbeltje en de dikkere 15 cent per stuk. In tegenstelling tot de hier algemeen bekende en gehandhaafde bewering dat alle mensen in Indië schatrijk wa ren, over landhuizen, 100 slaven en 20 rijtuigen beschikten, waren er vier wel- standsgroepen: rijk, minder rijk, min der arm en arm. Ik geloof dat de grootste groep de "minder armen waren. En dan dat "minder arm" ge woon te beschouwen als eenvoudig levend en gelukkig. Daartoe behoorde ons gezin. We kwamen niets te kort, alleen kochten we met voorbedachte rade en meer vreugde dan rijkere men sen misschien zouden doen. Ik had b.v. een mooie tweedehands fiets, tweede hands rolschaatsen, een tweedehands boekenkastje met de mooiste tweede hands boeken waar ik jarenlang aan verknocht bleef. Mijn moeder kocht nooit bij Oobéé (Onderling Belang) en we deden al onze inkopen in de Chi nese Kamp, waar je veel meer variatie, originele en goedkopere artikelen had. Ik fietste Zondag naar Mendit, maar je kon me met geen stokslagen naar de Soos krijgen om met Hollandse kinde ren zoet rondjes te rolschaatsen met een glas fosco toe. Dat was toch he meltergend vervelend en duur? Zo handhaafde men in Indië een ge zegend en gezond stand- en wel- standsverschil. Op school ging je met iedereen op gelijke voet om, na school was je vrij in het kiezen van je eigen prettigste milieu. Toko Saeki en Tayo, Japanse miniatuur warenhuizen, voorzagen letterlijk in al onze dagelijkse behoeften. Van sok ken (6 cent) tot blikjes tonijn (8 cent) en Semarang. toe. Glaswerk, keukengerei, schoenen, schrijfbehoeften, ondergoed, shirts, sportartikelen, speelgoed noem het op en Tayo had het. En goedkoper dan welke winkel ook. Enfin, de Ja panse verovering van de gehele con sumentenmarkt kent U. De verovering van alle consumenten erbij, 10 jaar later ook! Maar wat wisten wij, ge wone, gelukkige, eenvoudige mensjes van de toekomst? Tegen de tijd dat van Nederland het verzoek kwam "Koopt Nederlands Fa brikaat" (alsof Indië de Nederlandse schatkist nog niet genoeg vulde!) was het al te laat, hadden Saeki en Tayo heel Oost-Java al tot in de finesses in kaart gebracht, gereed voor een snel le bezetting! Dat bedenk je dan ach teraf. Als ik schriften, pennen of griffels no dig had, dan was het teroes door naar Saeki. Dat het papier zeer slecht was, had ik ook wel in de gaten, maar aan gezien er aan mijn handschrift toch niet veel te verbeteren viel, was zo'n 3 ets schrift mij best. Het papier was zo dun, dat je er twee bladzijden door heen kon zien. "Waarom koop je niet eens een be hoorlijk schrift", zei mijn moeder, toen ze weer eens een ferme onvoldoende had gesigneerd. "Die arme mijnheer wordt gek van jouw werk!" Eerlijk ge zegd, ikzelf ook. Die schriften van Kolff, prachtig glanzend wit papier, heel licht gelijnd, sterke bleekblauwe kaft en een mooi, dik stuk vloeiblad erbij cadeau. Schriften van Saeki had den een flinterdun donkerblauw kaft, papier was grijzig dun, soms vlekte het zelfs als je pen te oud was. Je kreeg er ook een gratis vloeiblad bij, maar ho maar, dat was zo onbetrouw baar als wat, het absorbeerde totaal niet. Wel was het knalrose, als waar schuwing. De "stiefjes" van Kolff waren dikke, zachte blokken van een heel bekend merk, Pelikan, geloof ik. Betrouwbaar en veilig. Ze kosten 15 cent per stuk. Bij Tayo kocht je stief voor één cent per stuk. Ze waren groen en plat en je veegde er groen mee af. Maar na tuurlijk kocht ik liever de gommetjes in de vorm van olifanten, tijgers en honden. Die waren wel wat onprak tischer vanwege al die poten en staar ten, maar je kocht er 10 in een zakje voor 8 cent! De griffels van Kolff waren dik en heel fijn voorgeslepen. De papiertjes erom heen waren altijd in hetzelfde ruitje blauw-groen of paars. Je had ook de zachte witte Faber griffels, die waren Kolff Batavia, Noordwijk veel duurder, ik bedelde altijd de stompjes bij een Chinees vriendinnetje dat altijd het beste van het beste kocht. Ik maakte dan een "houdertje" door er heel stijf papier omheen te rollen. De Japanse griffels waren dun en braken vaak middendoor bij de eerste letter die je op je lei kraste. Never mind, met een halve griffel schreef je makkelijker. Het ellendigste was dat die dingen zo moeilijk te slij pen waren (op een dakpan of op de stoep toch?), zo hard! Maar de pa piertjes waren vrolijk oranje, paars, rose gestippeld, geblokt of gebloemd. Alles bij elkaar zorgden die Japanners toch maar voor veel vrolijkheid in ons jonge leven, voor ze ons goed te grazen namen. Toen ik naar de Mulo ging, was het afgelopen met die fratseltjes en frut- seltjes, toen werd ik kind aan huis bij Kolff, Kajoetangan. Ik kocht er mijn boeken, schriften, linialen, passer, gradenboog, een volumineuze teken doos. Afgelopen was het met het flin- terig-vrolijke kaftpapier in felle kleu ren; bruin en rood zagen alle boeken en schriften er nu uit. Je voelde je helemaal gewichtig als je in die mooie, netgeordende winkel van Kolff bin nentrad". Het rook er naar papier en boeken, naar drukinkt. Je snoof ernst en geleerdheid op. Dat was goed, als eerste stap naar echte wijsheid. Ik schreef op glanzend papier met een Sailor vulpen. Het papier vlekte niet en je kon er de regels van de vorige bladzijde niet doorheen zien. Van wis kunde en algebra snapte ik geen lor, maar de passerdoos en de graden boog waren de statussymbolen van mijn nieuwe levensfase. Een echt Kolff(je) naar mijn hand. Maar aan mijn liandschrift heeft Kolff niets kunnen verbeteren. Het bleef het slechtste van het Zuidelijk half rond. En het is nu het slechtste van het Noordelijke. Schrijfmachines zijn niet voor niets uitgevonden. En die had Kolff ook. 10

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1977 | | pagina 10