HET SCHANDAAL (II)
Drs. H. D. VAN PERNIS
Voor mij liggen opnieuw de 3e en de 5e druk van Kramers Kamus Belanda
d.i. de blufferige titel van een Ned.-lndon., Indon.-Ned. "woordenboek", waar
vrijwel nooit wat in te vinden is, zoals ik in TT van 15 maart heb trachten aan
te tonen. Veel Indonesiërs, onder wie J. F. M. Salim (ambassade), H. B. Jassin
(bekend vertaler), Yus Muchtar (studeert in Groningen) enz. gaven mij ronduit
te kennen dat "Kamus Belanda", uitgegeven door een onverantwoordelijke
"uitgever" van Goor/van Hoeve, één stuk verlakkerij is. Bij die klachten is
nu enerzijds het instemmend oordeel gekomen van Schmidgall Tellings in een
brief van 24 maart j.Ianderzijds hoorde ik van de redactie van TT, dat een
lezer mijn artikel over Kramers onkunde "cru" had genoemd. Ik zal de reacties
in volgorde behandelen.
Eerst S.T.'s vraag over madya (Ja
vaans: midden-, middel-, middelgroot),
dat volgens hem niet "gemeente" kan
betekenen. Dat zit zo: In de jaren '50
onderscheidde men in Indonesië Kota
Besar (Grote Gemeenten), Kota Ma
dya (Middelgrote Gemeenten) en Kota
Ketjil (Kleine Gmeenten). Na 1962 is
merkwaardigerwijs kotamadya (in de
stukken ook vaak kodya) of in de om
gang kortweg madya de aanduiding
in het algemeen geworden voor "Ge
meente", omdat de niet-Javanen de
onderscheiding nooit begrepen heb
ben. Ik heb madya gemeente al
weer een jaar of twee geleden o.a.
van een Indon. guru (die geen Ned.
kende) bij mij thuis gehoord. Desge
vraagd bevestigde hij dat hij kotama
dya bedoelde.
Ik ben blij met S.T.'s opmerking over
gegai, dat wel in alle antiek georiën
teerde woordenboeken voorkomt, maar
in het Indonesisch onbekend is en dus
beter tot de pre-Indonesische periode
kan worden gerekend. De Indonesiërs
zelf noemen zoiets wat in geen krant
of boek voorkomt bahasa daerah
(streektaal) en gaan daar heel ver
mee. Zo herinner ik mij dat de term
geléndong (klos, spoel) door mijn leer
lingen in Bandjarmasin als bahasa
daerah werd bestempeld, omdat geen
krant het kent. En dat hoewel de term
hun wel uit de omgang bekend was.
Het omgekeerde komt ook voor-.
Voor 1970 gold ngebut in de zin van
racen als bahasa' daerah, "alleen in
gebruik bij de betjak-kerels in Djakar
ta". Na 1970 zag ik het telkens weer
opduiken in de Merdeka-pers (i.p.v.
balap), zodat ik moet aannemen dat
ngebut-ngebutan (race-sport) allang
geldt als Indonesisch. Toen ik twee
jaar geleden, n.b. in een stuk van een
beëdigde collega, mobil mobil ngebut
jalan jalan vertaald zag met "de auto's
stoffen de weg af", wist ik dat die
collega het Indonesisch niet bijgehou
den heeft.
Onvernullig plontjo tolol
Nu de vraag of ik cru geweest ben in
mijn vorige artikel. Ik dacht dat ik
wijlen Kramer met fluwelen hand
schoenen heb aangepakt, hoewel hij
sinds 1946 zich door van Goor (zon
der toestemming van van Ronkel) als
instrument heeft laten gebruiken, n.l.
als volkomen blinde naschrijver van
van Ronkels antieke woordenboek. Dit
is n.l. gebaseerd op het hikajat (verha
len) - Maleis, d.i. de oude taal van de
Maleise handschriften in Arabisch
schrift van eeuwen her. Ik zal één
voorbeeld behandelen van blinde na-
schrijverij, waaruit tevens blijkt, dat
van Ronkel nooit interesse voor In
donesisch heeft gehad, terwijl Kramer
er nooit een flauw idee van gehad
heeft. Zo'n blinde naschrijverij heet
in goed Achterhoeks "onvernullig"
(Djakartaans: plontjo tolol). Hier volgt
het karakteristieke voorbeeld:
Zowel Ronkel als Kramer vertalen
toen met: hatta, maka, kalakian, ke-
mudian, ketika, (bij Kramer volgen
nog een stel niet ter zake doende
woorden), die in het hedendaagse In
donesisch in die zin onbekend zijn.
De kwestie is dat het Maleis-Arabisch
schrift geen interpunctie kent. Bij wij
ze van hoofdletters, punten en kom
ma's werden in dat schrift markeren
de woorden gebruikt (die op zich zelf
geen enkele zin hebben) zoals arkian,
kalakinan, hatta, maka e.d., maar dat
wil tevens zeggen dat arkian e.d. niets
te maken hebben met ons bijwoord
van tijd: toen. Voor de rest betekent
kemudian: vervolgens, terwijl ik ketika
in de omgang nog nooit heb gehoord
in de betekenis: toen. Vermoedelijk is
het te beschouwen als een verouderd
literair woord. In Bandjarmasin heb ik
in 1950 scherp opgelet wat mijn leer
lingen zeiden voor: toen. Ze zeiden
allemaal: waktu. Hetzelfde geldt van
de Molukkers hier te lande, voor zo
ver ze (nog) wat van Moluks-Maleis
weten.
Ik laat hier nu ter illustratie van Kra
mers onkunde nog zes gevallen vol
gen van onbestaanbare maakvertalin-
gen:
gaas kawat dinding (niet kawat ka-
sa); hoedanigheid (juridisch) kedu-
dukan of djabatan (niet: sifat, kadaan,
kelakuan, peri); zich inspannen (fy
siek): ber-lelah ber-lelah (niet ber-
mati ber-mati enz.); rijbewijs Surat
Izin Mengemudi (niet idjazah mendja-
lankan kendaraan). Ik heb al een stuk
of drie Indon. rijbewijzen vertaald.
Meestal daarin afgekort tot SIM en
ook te vinden in Mörzer Bruyns' "Ka
mus singkatanDjak. 1970.
Stootkussen (voor een schip) dapra
(niet bantal penjangga). Ik heb deze
term in 1946 al gehoord van wijlen de
scheepsbouwkundig Ir. J. Carpentier
Alting en deze term is dan ook van
mij overgenomen door Poerwadarmin-
ta/Teeuw en Teuku Iskandar, maar niet
door Kramer; ten rechte seharusnja,
semestinja, in de omgang: mustinja
(niet pada hakekatnja in wezen).
Ik heb de laatste twee termen ook op
school in Bandjarmasin gehoord.
Nu nog vijf omissies, waaruit blijkt,
dat ook Ir Danusaputro, Kramers op
volger, het vak Indonesisch onver
schillig laat: behandelen, 1) (in behan
deling nemen, aanpakken) menangani
(t); 2) (medisch) mengobati; 3) (iemand
zus of zo) memperlakukan; 4) (bespre
ken) membitjarakan-, lichaamsgewicht
berat badan; public relations
hubungan masjarakat; het trefwoord
raad t/m raadschaffen is verpest door
het antieke Malaya-begrip bitjara, lees
dus: 1) (algemeen) petundjuk; 2) (ook
religieus) nasihat; 3) raad vragen
minta (per) timbangan; zeevarende
pelaut.
Ten slotte nog dit: Ik ben bereid S.T.
(al was het alleen maar om het spie
gels en kralen monopolie van van
Goor/van Hoeve te doorbreken) te
helpen bij de voltooiing van zijn Ned.-
lndon. woordenboek, maar vraag mij,
gezien de enorme afstand, wel af: hoe?
En ook: Heeft S.T. nog de mede
werking van Kusuma Sutan Pamun-
tjak, zoals tussen 1948 en 1950? Het
maken van een Ned.-lndon. woorden
boek is nu eenmaal geen eenmans
werk, en ook niet het werk van twee
man, hoe toegewijd ook. Het is com
missiewerk van minstens drie vier
man.
NU HOOR JE HET OOK EENS
VAN EEN ANDER
Twee meisjes uit Ghana zijn een jaar
geleden naar Nederland gekomen om
een opleiding te volgen tot fysiothera
peute. Ze gaan dezer dagen terug
naar hun geboorteland, na hun oplei
ding met succes te hebben voltooid.
Ze zijn in het jaar van hun studie ver
teerd door heimwee naar hun vader
land, ondanks de "zegeningen" die het
Westen hun beloofde en wat haar op
leiding betreft ook gaf.
Een van hen zei, volgens De Tele
graaf (van 21 april) bij het afscheid:
"Holland is afschuwelijk materialis
tisch. Bij ons thuis kunnen we nou
eenmaal een heleboel dingen niet krij
gen en daarom piekeren we er ook
niet over. Hier hebben ze geld zat en
daarom willen ze alsmaar hébben en
hébben. Bij ons thuis zijn we van bin
nen gelukkig. Hier hebben wè ook
God gemist. Van alle mensen die we
hebben leren kennen waren er maar
weinig bereid over God te praten.
Maar wij hebben dat nodig. We voe
len ons opgelucht als we erover pra
ten kunnen". Aldus Catherine, één van
de twee.
Ja, dat verschil in instelling en levens
opvattingWij Indische mensen
kunnen er van meepraten
12