PASAR MALAM - WAARTS IN DE LENTE zee was nog wilder geworden en het De Beste Taren Uit Mijn Leven (I scheepje werd als een kurk heen en weer J v gesmeten. Trouwen. Eindelijk hadden we dan de hele boel aan dek, het bood een zeer droevige aanblik, Het grootzeil was niet meer te repareren. Er was geen kans dat we het nog konden herstellen. Dus moest er een nieuw groot zeil gemaakt worden uit het reserve-zeil, dat we bij ons hadden en dat was een werkje, waar ik zwaar tegenop zag. De boom van het grootzeil brak, toen we hem bijna aan het dek hadden "Nou, dat maakt in ieder geval de zaak compleet", riep ik uit, de boom bekijkende. "Een gebroken mast, een gebroken boom en een ge scheurd grootzeil, wat kan er nu nog meer gebeuren?" Er kon nog meer gebeuren: de wind nam nog in kracht toe en midden in de nacht kwam er een golf over die bijna het eind van de "Pieternel" en haar bemanning betekende, maar haar in elk geval beroofde van een groot deel van de voedselvoorraad. Tenslot te slaagde Van der Star er in een de ken als noodzeil te gebruiken. De storm, gepaard gaande met zware re gens, duurde vier dagen Gekookt was er in die vier dagen niet, maar de drie hadden hun honger toch enigszins kunnen stillen door het gebruik van een paar blikjes. Aan alle beproevingen komt een eind: ook aan deze! Ofschoon zwaar ge havend kon de tocht bij beter weer en een stijve Noordwester worden voortgezet en dank zij de feilloze na vigatie van Van der Star werd na een maand op zee Rodriguez inderdaad bereiktDe mededeling dat zij van Java kwamen inspireerde de Britse autoriteiten met bewondering, maar sommigen ook met argwaan, want dat was toch niet mogelijk! De vrijheidsdrang van het drietal had inderdaad gezegevierd over haast on voorstelbare moeilijkheden. JHR. Amsterdam - 18 t/m 22 mei Den Haag - 24 juni t/m 3 juli Nog veel plaatsen volgen: Eind hoven, Roermond, Venlo, Maas tricht, Alkmaar, Haarlem. de R.K. STICHTING "DE LEEUWERIK" Bejaardencentrum voor GEREPATRIEËRDEN te LAAG SOEREN (Vel.) is een klein bejaardentehuis met een capaciteit van 24 kamers. Thans zijn weer enige kamers beschikbaar. Het huis biedt een eigen sfeer. Laag Soe- ren is gelegen aan de rand van de Veluwe en heeft goede busverbin dingen met Dieren en Apeldoorn. Voor nadere informatie's c.q. aan melding kunt U zich wenden tot Mej. C. Gribling, directrice, Badhuislaan 1, Laag Soeren. Telefoon 08337-214. 1922, Kareëes in Bandoeng Een felle pijn in mijn linkerarm gaf me meteen de o- vertuiging: kapot. Een beeje duizelig, de arm stevig vast houdend met de andere hand, ging ik naar de telefoon en belde mijn (a.s.) man, die met mij naar de dokter ging. "Ja hoor", zie die opgewekt, "Pitjah." "Ik zal hem zetten morgen." Dat kan niet," zei ik, "want dan gaan we trou wen". "Nu, dan zet ik hem nu even." En zo reden we voorzichtig, zonder stoten, naar huis. "Hè, gelukkig Uw linkerarm," zeiden de kennissen en ik lachte witjes (en zuur), want ik was links. De volgende morgen werd de arm en de ook kapotte pols in het gips gezet en was de pijn grotendeels geleden. "Zullen we het huwelijk uitstellen?" vroeg mijn man. "Nee," zei ik, "want ik kan m'n haar niet doen; jij zal moe ten helpen." In die tijd droegen de vrouwen nog lang haar en ik kan nie mand aanraden, het vaststeken van een haarspeld aan een man toe te vertrouwen. Ik geloof wel, dat ze heel vast zaten. "Hé", zei de chef, toen hij mijn man in zijn kantoor zag zitten, "zou U van daag niet trouwen?" "Ja", zei m'n man, "Straks". Dat zou om vijf uur zijn. Daar we niet hielden van bekijks en zo, wandelden we tegen die tijd naar het Residentie Kantoor. Dat werd verbouwd, zodat we ontvangen werden in een goedang, waar behalve een kale tafel op een di to vloer, ook nog vier stoelen stonden, die er uit zagen of ze wel aan hun pensioen toe waren. De ambtenaar worstelde zich door de voorlezing heen, struikelde over Gro ningse en Engelse namen. We gaven elkaar de (gelukkige) rechterhand en gingen weg met een acte. Het was heerlijk koel geworden. "Zal ik een nieuwe hoed kopen," vroeg mijn man. "Wanneer wil je die dragen?" vroeg ik praktisch. Geen nieuwe hoed dus. We kwamen thuis. Het kleine huis zag er onherkenbaar feestelijk uit. Een ro- zestruik vol rode rozen klom langs de voorgalerij tot op het dak. Ik bekeek het in sprakeloze verbazing. De huis jongen in keurig wit jasje begroette ons eerbiedig. "Waar zijn die bloemen vandaan?" Hij maakte een wijd gebaar met een arm, dat alle windstreken omvatte en zei: "Dari sana nja". Ik was te moe om er verder op in te gaan en had alleen behoefte aan thee. Maar die was nauwelijks geserveerd, of een stommelig geluid op het voor erf kondigde de komst aan van de buurman, die een houten been had. Zonder ons te groeten kwam hij brie send van woede de voorgalerij in - vertelde, dat zijn tuin geplunderd was, zijn rozen gestolen - We hadden een dief als huisjongen en we schenen het goed te vinden. Het werd mij met een schok duidelijk, dat Inan in zijn enthousiasme ons te verrassen wat los met het mijn en dijn was omgesprongen en onze buurman noch de humor, noch de kinderlijke trouw kon waarderen. Ik legde de zaak uit, beloofde hem zijn rozen en andere planten (in potten ge lukkig) onmiddellijk terug, maar hij bleef boos en strompelde weg. De telefoon ging, het was de" chef. "Bent U nu getrouwd?" Ik erkende het feit. "Kunt U morgen naar boven ver huizen, dan stuur ik om half zeven een wagen," zei hij. "O zeker", zei ik lie vig. We gingen meteen pakken, de planten gingen terug en de volgende morgen reed ik met mijn gipsarm èn met mijn man in een bonkende vrachtauto de bergen in. We waren getrouwd. A.A. De dag vóór ik de kamer zou ontrui men, omdat ik de volgende dag zou trouwen, was ik al les aan het inpak ken en toen dat klaar was, schopte ik - het is niet net jes, maar het is waar - de was bij elkaar, om die in een zak te doen. Ik gleed uit en viel op de stenen vloer. 19

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1977 | | pagina 19