Weerzien met Semarang (I) Na Boeloe sloegen we links af naar Bodjong en kwamen we langs het voormalige N.I.S. gebouw het touw, dat langs de paal liep, vierde en aantrok. Bij de put liet iemand een emmer in het water plonsen. Kinder stemmen klonken uit de kamponghui zen. Slaperig vocht ik tegen de gor dijnen voor mijn ogen. Ik wreef ze uit met beide handen. Gelukkig was er niets gebeurd, al wist ik niet wét er dan had moeten gebeuren, maar ieder een zei aldoor: "Pas maar op, straks gebeurt er watMaar nu was er niets gebeurd. Een morgen als alle andere? Om zeven uur kwam lboet onze trouwe baboe. Ze zag erg bleek en leek ont daan. Nee, ze kon beslist niet komen werken, voorlopig niet althans. Er was vannacht erg gevochten. Vóór- en te genstanders van de blanda hadden el kaar fel bestreden in de kampongs. De laatsten hadden de eersten over wonnen en er was veel bloed vergo ten. Overal in de kampongs om ons heen, was veel leed. De Engelbert van Bevenvoordebrug was door de Engel sen vernield, om de dreigende menigte tegen te houden. Er waren doden ge vallen. Vlak bij haar woning, op de hoge oever van de rivier, had men een jong meisje gevonden, dat was vastgebonden op een vlot. Ze was dood. Een dochter van een goedgezin de familie. We gruwden ervan "Er zijn niet veel Europeanen ver moord, maar als de bandjir er niet was geweest, dan zou ik het niet weten Ze moesten uiteindelijk eigen have en goed redden voor het stijgende water En toen verdween ze weer. Het laatste wat we van haar zagen, was haar krullerige haarwrong en de licht blauwe kabaja Het was duidelijk dat er niemand de straat op mocht. Gelukkig hadden we genoeg in huis. Dankzij de eigen moes tuin waren er groenten genoeg. Ge zouten eieren en gedroogde vis waren er volop. We probeerden ons ritme te hervinden. Maar erg senang voelden we ons geen van allen In de stad werden vaak huizen in brand gestoken met molotov-cocktails door muiters gemaakt. Toen openden de Engelsen 't (mortier)vuur op de gisten de kampongs in de bergen. Boem - zzzt - boem, een nieuw geluid dat niet paste in 't lieflijke landschap! 't Was kort voor de verdeling van de stad Bandoeng in "ten noorden" en "ten zuiden" van de spoorlijn, die de zg. demarkatielijn vormde. Een twijfel achtige verdeling, want op de "veilige" noordkant prikten de peloppers ons in de rug. (wordt vervolgd) Voorzichtigheid is de kennis van za ken die begerenswaardig zijn en van dingen, waarvan men verre moet blij ven. Cicero Daar zat ik dan weer in Semarang, de stad van mijn "Sweet memories", mijn eerste "liefde", mijn eerste kus - welk een belevenis was dat - kortom de stad, die in mijn hart de grootste plaats inneemt, als het om herinneringen gaat, want zijn dat niet de meest kost bare dingen in het leven. Mooie, lief lijke herinneringen zijn de meest dier bare dingen, die je behouden mag, ju welen, die hun waarde nooit verliezen, en die niemand je kan afnemen. Het grootste èn beslist afdoende genees middel tegen nare levenservaringen tegen verdriet en boosaardigheden. Dit was dan een filosofische "Seiten- sprung" en nu terug naar Semarang. We kwamen van Cirebon en mijn eer ste foto maakte ik van het Bandjir kanaal, waar menige jongen - althans mijn broer - van katjong vriendjes zijn eerste zwemles kreeg, al of niet "ge- bolost" van school. Na Boeloe sloegen we links af naar Bodjong en ik schoot meteen twee plaatjes; één van het voormalige N.I.S.- gebouw en het andere van het gebouw dat eens de residentie van onze Gou verneurs was. Als in een bijna geheel uit flash-back bestaande film kwam alles terug. Ik zag me weer als klein meisje in 'n hagelwitte jurk met oranje sjerp en grote dito strik in mijn haar, om met honderden andere kinderen van ver schillende scholen op 31 augustus, t.g.v. de verjaardag van Koningin Wil- helmina, Vaderlandse liedjes ten ge hore te brengen op het grote voorerf van het kapitale Residentiehuis. Uiter aard vingen we aan met het Wilhelmus, gevolgd door "Wien Neerlands bloed" en "Wees begroet met jubeltonen" en nog vele andere liederen uit het "Kun je nog zingen, zing dan mee", 't Was een feestdag, waar we ons als kind al weken van tevoren op verheugden, misschien ook vanwege de vele re ken- en taallessen, die vervielen voor de zanglessen. Het N.I.S.-gebouw, iedere keer weer een andere mogendheid dienend, de Jap, die er zijn hoofdkwartier had, toen even de Engelsen, daarna onze eigen jongens; nu weer bezet door de Indo nesische Strijdkrachten. Och, als ge bouwen spreken konden Verder Bodjong doorgereden, waar ik nog veel terug vond; het vroegere Depok langs naar Peloran, waar ik mijn geboortehuis in erbarmelijke staat terug vond en waar ik tientallen jaren terug ging naar mijn prille jeugd. Van broer leerde ik glastouw maken en achter vliegers aan hollen, die bij het "gelas-san" het loodje hadden ge legd. Heb ik leren kattepullen, op stelen van mangga's met een windbuks leren mikken en iedere mangga, die ik zo verkreeg, mij een "wah goed jij" en 'n als goedkeuring bedoelde duw tegen mijn schouders bezorgde, of 'n djitak als de mangga bleef hangen, nou ik heb het geweten, de djitaks waren niet van de lucht. Ik leerde op het onmetelijk grote erf op 'n jongensfiets met één been on der de stang, het stalen ros berijden en na veel blauwe plekken fietste ik als de beste. Wat 'n verrukkelijke jeugd, hoe heerlijk konden we onze jeugdstreken uitleven. In hotel "Telomojo" op Seteran heb ben we toen gelogeerd. Vanwege ons overladen programma besloten we na een copieuse maaltijd ergens in 'n restaurant vlak bij het hotel, heel vroeg naar bed te gaan, want we wil den 's morgens zo vroeg mogelijk weer op pad. De kamers waren air conditioned en we sliepen spoedig gelijk de bekende roos, waarom "als 'n roos" is me nog steeds een even groot raadsel als "like a top" - (heeft U weieens een tol zien slapen, ik alleen horen ngngöng-ngngöng - ik hou van "seitensprungetjes" vindt U niet?) 's Morgens kregen we op ons verzoek onze nassi goreng en koffie toebroek of soesoe, naar keuze, al om half zeven en ruim een half uur daarna vertrokken we naar Jogyakarta. KENÈS 13

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1977 | | pagina 13