Bandoeng omstreeks de eeuwwisseling Om te beginnen de Kroningsfeesten in 1898. Die zijn mij altijd geweldig bij gebleven, speciaal door het grote vuurwerk, dat op het raceterrein "Tyal lyah" werd ontstoken en dat ik als heel kleine jongen voor het eerst mocht meemaken tot heel laat in de avond. Het was prachtig. schreven en een grote aubade op het erf van de Resident. De schoolkinde ren zongen "Wees gegroet met jubel tonen". Dat lied ken ik tot nu toe óók nog! Toen de geboorte van Prinses Juliana in 1909. Ik moet onze Koningin nog altijd bedanken voor haar aandeel in mijn toelatingsexamen voor de K.W.S. Wij waren nl. bezig aan het gedeelte Nederlands toen de kanonnen begon nen te bulderen. Examinatoren en ex aminandi gezamenlijk weg en niet meer terug. Dat gedeelte werd ons later geschonken! Van de kinderen van de lagere scho len was ik toen kepala. Ik heb alle Gezicht op Tjiumbuluit vanaf Dago, een van de mooiste plekjes die de Bandoengse hoog vlakte rijk is. (Foto Rogier) De hele stad was versierd en overal langs de grote wegen waren lange bamboes met kleurige wimpels inge plant. De huizen waren versierd en 's avonds verlicht. Geen gas, geen electriciteit, geen waterleiding, wèl pret I Mijn broers hadden met de djongos en kebon ijzeren ringen langs de dakran den, enz. aangebracht en hierin zaten glazen die driekwart met klapperolie gevuld waren en waarop een drijver met pit dobberde. Zij werden na het vallen van de avond aangestoken en gaven een steeds flikkerend licht. Er was in Bandoeng noch gas, noch elec triciteit. Ook werd er verlicht door bamboes met olie gevuld en domper, ook deze flambouwen waren belang rijke lichtbronnen. Op 31 augustus is het in Indië droog en kon dat allemaal goed gebeuren. Door de stad liepen groepen muzi kanten en artisten, die voor een paar dubbeltjes hun programma ten beste gaven, (gamelan, angklong, terawang- sa, enz.) Planters uit de omgeving van Ban doeng zakten naar de hoofdplaats af, om daar dik mee te doen met het feestvieren. Een paar dagen lang werd in de Braga feest gevierd. Het was een onvergetelijke tijd! Daarna in 1901 het huwelijk van Ko ningin Wilhelmina met Prins Hendrik. Wederom feesten als Fierïïoven be- feesten meegemaakt. Het mooiste was wel de grote optocht van de O.S.V.I.A. (Opleidings School voor Inlandse Amb tenaren) en de O.S.V.I.O. (Opleidings School voor Inlandse Onderwijzers), wel zeer bijzonder voor de dag kwa men met allegorische voorstellingen uit vroeger eeuwen. Heel Bandoeng stond op zijn kop. Het was ook de tijd, dat gymnasiasten en H.B.S.ers uit Ba tavia in grote getale met vacantie in Bandoeng waren. Dat gaf altijd extra levendigheid. Bandoeng had toen al leen lagere scholen en een tweejarige Mulo. verder een Meisjesschool en een Zusterschool. Ook stenen woningen waren er nog niet veel. Bij de bouw werd heel veel gebruik gemaakt van gepleisterde ge- dek. De huishuren waren er dan ook naar. Wij (mijn vader-moeder-groot- moeder en 13 kinderen) bewoonden een huis, dat 40,per maand deed. Vlak achter de Braga aan de Postweg en de Tjikapoendoeng. Zelfs Hotel Homan was van gedek. Mevr. Homan, de eigenaresse van dit hotel is eerst tot de bouw in steen overgegaan, nadat zij van de koning van Siam een belangrijke gift had ge kregen, nadat de kroonprins, die erg ziek was, in de linkervleugel van het hotel zijn gezondheid had herwonnen. De kroonprins was door de doktoren opgegeven. Toen mijn grootmoeder, Mevr. Dammers-van Polanen Petel, dat hoorde, ging zij onmiddellijk naar het hotel met een bos cannas (de heilige bloem van Siam) en bad lange tijd aan het ziekbed, (zij was streng Katholiek). De koning, die veel hechtte aan het gebed, bracht ons nadat de prins weer gezond was, met de hele hofstoet een bezoek. Wij waren vereerd met een foto van hem, de koningin en de kroonprins, voorzien van handtekenin gen. Mijn vader, die een verwoed post zegelverzamelaar was, kreeg later een hele complete verzameling zegels uit Siam toegezonden. Elk jaar waren er paardenrennen in Bandoeng. Er liepen dan Australiërs en Preangerpaarden mee. Drie dagen feest. Alle dogcars waren keurig uit gedost en voorzien van namaak-tijger- vellen. Het was dan werkelijk bijzon der druk. Alle planters waren dan in de stad en reeds heel vroeg in de morgen kwamen overvolle treinen aan. De regenten van Garoet, Soemedang, Tjandjoer, hielden ook renpaarden en de bevolking kwam in grote getale mee naar de hoofdstad. Als een paard van een regent had gewonnen, werd 's middags een optocht gehouden met het paard als middelpunt. Het dier was dan behangen met melatie en kenanga en werd voorafgegaan door een ang- kloeng-muziekcorps. Alles wat mee liep, tandakte op de muziek. De renbaan heette "Tyal lyah" (wijd veld). Er stond een grote en een kleine tribune, maar om het hele veld waren op sterke bamboe betoeng palen klei ne kijkhuisjes geplaatst, waar de be volking te vinden was. Overal werd natuurlijk gegokt en het waren oergezellige dagen, 's Avonds werd in de Braga roulette gespeeld, terwijl "écouter" meer gespeeld werd dan bacarat, dat eerst veel later op de eerste plaats kwam van het gokgedoe. De rennen namen een aanvang, nadat de resident was aangekomen. Het huis van de Resident lag juist tegenover het raceterrein op ongeveer 3 km van zijn woning werd de resident naar het raceterrein gereden in een open my- lord, voor en achter geëscorteerd door een 12-tal bereden politie-agenten. Het was altijd een aardig gezicht, deze stoet. In Bandoeng kende iedereen iedereen en bij elke gelegenheid kwam dat tot 26

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1977 | | pagina 26