NOOIT
Indische Familienamen
Johanna was de zuster van "de baas".
In de tijd dat er hier in Holland nog
mensen waren, die meenden dat op
de ondernemingen de wilde dieren ons
voor de voeten liepen, besloot zij eens
een kijkje te komen nemen. Johanna
was niet zo heel jong meer. Ik vond
haar zelfs al een beetje oud. Maar ja,
als je zelf net twintig was geworden,
vond je iemand van tegen de veertig,
al aardig op weg terug. Ze was wel
erg sportief. Wij waren pas getrouwd en
mijn man employé op de verst afgele
gen afdeling van 't land, per auto niet te
bereiken. Johanna genoot van 't leven
in de bergen. Ze maakte grote wande
lingen en als haar broer bij ons kwam
"klilingen", ronde doen, was zij er
ook op één van de paarden van de
besaran. In één opzicht voélde zij zich
wel een beetje beduveld; de dieren.
"Als ik terug ben in Holland, zal ik er
mijn vrienden niets over kunnen ver
tellen."
Nou ja, apen; die gluurden vanuit de
takken van de rubberbomen door de
ramen; om te kijken wat zij aten op 't
brood. Op haar wandelingen liep ze
wel eens tegen een spin op; zo'n enge,
zwarte. Eens zag ze in de verte de
schim van een kidang, ze hóórde bos-
haantjes, gezién had ze er nog niet
één. "Zelfs geen slang die ooit nog
mijn pad heeft gekruist
De onderneming was aan 't uitbreiden,
er werd een groot stuk bos ontgonnen
en dat was de taak van mijn man met
zijn koelies. Op een morgen stortte
een zware boom neer, boven op een
reusachtige poespo-katjang, een py
thon. 't Dier was meer dan vier meter
lang en had een taille, geschat, van
veertig -centimeter. Ze lag knel, kon
niet vóór, niet achteruit. Razend van
pijn en woede sloeg ze om zich heen
met de einden kop en staart. In de
stralen van de zon was 't of de vonken
van haar afsloegen, zo glansde haar
huid. Waarschijnlijk had zij zich kort
tevoren in 't nieuw gestoken en was
ze daarom ook wat traag geweest in
haar bewegingen. Ook mogelijk dat zij
gewoon in slaap gevallen was, in haar
volle lengte. Kismet! De vallende boom
had haar totaal verrast.
Een afschuwelijke doodsstrijd, maar
niemand durfde haar te benaderen,
zolang zij zo te keer ging. Een slang
heeft niet veel uithoudingsvermogen,
heb ik me laten vertellen. Deze dame
raakte in elk geval gauw uitgeraasd
en toen ze 't moede hoofd neerlegde,
kon mijn man er zijn revolver op leeg
schieten. Ze was uit haar lijden.
Johanna? 't Dier was wel wijlen, maar
beter iets dan niets. Er was in 't bos
genoeg rottan maar 't moest gesneden
worden. Terwijl een paar koelies dat
gingen doen, groeven anderen 't zwa
re lijf onder de boomstam vandaan.
Toen eindelijk de strik om haar hals
was aangetrokken, was er meer dan
een uur voorbij gegaan. De gestorven
vrouwe, inmiddels ook "be"-storven.
Na een uur in de brandende zon ge
legen te hebben, met 'n flinke deuk in
de rug, was alle glans en fleur er af.
Maar de geur, die zij om zich heen
ging verspreidenEen grote slang
draagt toch altijd al een onfris luchtje
met zich mee.
Ze werd de weg afgesleept; twaalf
kilometer ongelijk terrein en erg voor
zichtig zullen de koelies zich niet met
haar Demoeid hebben. Toen de ken-
tongslagen vielen voor 't schaftuur,
was ze nog maar op de helft van haar
laatste gang. De mannen hadden trek.
Ze kregen de dag toch vol uitbetaald
plus een "persèn", waarom niet een
hapje eten in de warong op de tussen-
afdeling. Uitrusten, kopje koffie, een
door D. A. Visker
Genealogische inleiding tot de
kennis van geslachten uit het
vroegere Ned. Indië. Met index.
4,95 porto 1,70
BOEKHANDEL TONG-TONG
Wij helpen U GRATIS Inlichtingen te ver
zamelen voor Uw familiestamboom. Wilt
U s.v.p. Uw medewerking hieraan verlenen
door zelf op te geven wat U van de be
treffende familie weet. U kunt daarvoor
een model aanvragen. Voegt U altijd een
gefrankeerde, zelf geadresseerde envelop
pe bij I
INDISCH FAMILIE ARCHIEF
Vreelandsestraat 14, Den Haag, tel.
070 - 45 44 06.
geurige krètèk. (gekruid sigaretje).
Toen ze eindelijk op de besaran aan
kwamen, was 't twee uur, de hele fa
milie in siësta. Maar de toewan-sien-
der had gezegd: "Mon tèdoeng," - als
zij slaapt, leg je 't beesie maar voor
haar kamer neer. Weet je de kamar-
tamoe. (logeerkamer). "Onnèng da
lem." Ja, die wisten zij wel.
De opdracht werd letterlijk uitgevoerd.
De stoelen op 't galerijtje een eindje
weg gezet en de koningin van 't woud
voor de deur neergevlijd in al haar
grootheid; en doffe ellende
Er kwam een woedend telefoontje.
Johanna had hun met een ijselijke gil
uit de slaap gehaald. Zij was wakker
geworden door de vieze lucht die door
de blinden haar kamer binnendrong.
En ze hoorde een vreselijk gebrom
van vliegen. Ze gooide de deur open
en"Ze had er net zo goed in
kunnen blijven. Als je nog 's wat weet!"
Nu kréég ze al wat om over te praten
en weer was 't niet goed.
PLANTERSVROUW
"Si Ferry, millionair en saté-koning van Nederland Zodra hij een "Sinds mijn Javaanse schoonmoeder bij ons is ingetrokken en ge-
verkeers knelpunt ontdekt, opent hij in de buurt een saté-tentregeld met de planten spreekt, gaat het geweldig
31