(XI)
De Beste Jaren Uit Mijn Leven (III)
Indonesisch leren van Tante Koes
KIMM Indische spekkoek
Saïnan, mijn huisjongen
Hij was met zijn veel oudere vrouw al
in dienst gekomen bij mijn man vóór
ons trouwen. Ik denk dat hij ongeveer
40 jaar oud was, maar alle navraag
naar zijn leeftijd liep uit op "tida ta
hoe" of "tida inggat". Tijdens een
lange ziekte van mij heeft hij mij,
steeds maar met de sapoe de vloer
vegend, over zijn kinderjaren verteld,
soms in het Soendanees tot ik moe
werd en we in het maleis verder gin
gen. Van een moeder herinnerde hij
zich niets, laat staan van een vader,
maar hij woonde bij "Oetpa", voor wie
hij de karbouw hoedde in de dessa
in het Bogorse.
"Is Salka je zoon?" vroeg ik. Ja, Salka
was zijn zoon. En Minah was zijn doch
ter. Het waren de twee kinderen van
de vrouw met wie hij nu bij ons was.
"Toen Ijoh (de kokki) bij je kwam was
Minah er toen al?" "Jazeker, Minah
lag op een tikar en zei "èh". Nou, dat
was dan duidelijk!
Maar Ijoh die veel ouder was ging
slecht zien. Ik stuurde haar naar de
kliniek voor oogheelkunde, maar de
obat hielp niet.. Ijoh wilde terug naar
haar kampong. Ik riep Inan bij me en
vertelde hem dit triest besluit. Hij keek
verheugd. "Mag ik dan een ringgit
voor een soerat lepas van de peng-
hoeloe", vroeg hij zakelijk. Het liep
alles bedenkelijk vlot en Ijoh verdween
met reisgeld en een extra'tje
Een paar maanden verliepen, waarin
Inan kennelijk genoot van zijn vrijheid,
tot hij op een dag bij me kwam en na
een sembah knielend vertelde dat hij
wel weer een vrouw wilde hebben.
"Geen erg jonge vrouw", raadde ik
NEDERLANDERS IN
JAPANSE KAMPEN
In de tentoonstellingsruimte "Neder
land in oorlogstijd 1940-1945" van het
Museum voor het Onderwijs in Den
Haag zullen tussen 1 juli en 31 October
nieuwe series geschonken tekeningen
en voorwerpen uit de Japanse kampen
worden opgesteld. Voor deze vier
vier maanden is de agenda als volgt:
1 juli - 31 augustus: schaakspellen;
kampganzeborden; dominospel met
beschilderde rugzijde; kaartspellen;
tekening van kaartspelers in het L.O.
G., Bandoeng; bamboe poppenhuis-
meubilair; miniatuur rekje met keuken
gerei.
1 september - 31 October: houtsculp
turen met bijbehorend gereedschap;
"koempoelmatje" met afbeelding van
kamp Tjideng; gevangeniskleding voor
vrouwen; bootjesbouw voor de Japan
ner; bewerkt vetlapdoosje; halve klap
perdop gemonteerd op eetlepel (kof
fiekop); primitief medisch instrumen
tarium; tekening polikliniek kamp Gloe-
goer.
18
hem. Na weer een paar dagen kwam
hij weer en na weer een sembah zei
hij: "Njonja, njonja tida maoe bini moe-
da, tapi Nan tida maoe bini toeah.
Brangkali Njonja maoe kenangan bini
setenga toeah? Tot dit compromis
werd besloten en zo deed een volgen
de echtgenote haar intrede, nadat ik
een gulden voor de penghoeloe had
voorgeschoten.
Ik lag ziek en nadat Inan genoeg van
de vloer had, haalde hij spiritus en een
lap en begon, gehurkt in het raamko
zijn, de ramen schoon te maken. Daar
de tangsi niet ver af was, kwamen er
vaak soldaten voorbij, waar mijn huis
jongen veel aandacht voor had. Zo
passeerde op die morgen een z.g. ge
mengde compagnie, d.w.z. er liepen
Javanen, Ambonnezen, Hollanders en
ook een paar Timorezen mee. Nan
bekeek ze met aandacht. "Njonja
waarom zijn die (wijzend met zijn duim)
zo zwart?" "Dat zijn mensen van het
eiland Timor", zei ik. "Waarom zijn die
zo zwart?" "Omdat die zwart zijn, zo
als de Javanen bruin zijn en de Blan
da's wit", antwoordde ik. "Hoe komt
dat?", wilde hij weten. "Zo heeft Toean
Allah ze gemaakt", leraarde ik, in de
hoop er nu van af te zijn.
"Toean Allah?" vroeg hij verbaasd,
Stort 15,op giro 158225 en
U ontvangt een spekkoek van
ca. 500 gram, in speciale ver
pakking, franco thuis.
"KIMM", Joh. Verhulststraat 98,
Amsterdam-Z. Tel. 020-72 84 61
"Inan dacht dat Toean Allah alleen de
hadji's maakte". Nu was ik minstens
even verbaasd. "Toean Allah maakt
alle mensen" zei ik. "Allemaal? Alle,
alle mensen?""Ja."
"Loh! begitoe banjak kerdja!"
Ik stuur Inan naar de langanan om een
blik groenten, merk Molen. Ik laat het
hem zien en de naam herhalen. Inder
daad komt hij er mee terug. "Apa
itoe?" op de molen wijzend. "Een
meelfabriek", zeg ik en vertel van de
grote steen binnen in de molen en hoe
de angin besar de wieken (hij noemt
ze de fan) doet draaien. Hij is er hele
maal beduusd van, bekijkt het plaatje
lang en zegt dan: "Inan wist niet dat
Blanda's zo pienter waren!"
Mijn trouwe Inan. Toen ik jaren later
alleen achter bleef, lag hij iedere nacht
op een tikar voor mijn deur. "Zo lang
u op Javaanse grond bent, blijf ik bij
u" zei hij en hij wees een goede baan
die ik voor hem wist beslist af. Hij
heeft mij tot op de boot gebracht. Veel
jaren later, na de oorlog, toen de be
graafplaats op Pasir Kaliki al onder
de alang alang lag, was daar nog dat
ene graf schoon en met onderhouden
bloemen. Dat dat nu niet meer zo is,
is voor mij het teken dat hij ook is
heengegaan. Hij houdt zijn plaats in
mijn hart. Addie
ZOEKEN NAAR EEN ADRES
- Goedenavond, Pak. Is dit (inder
daad) het huis van bapak Miarso?
- Neen. Het huis van bapak Miarso
is aan de overkant, nummer 76.
Deze rij zijn de oneven nummers.
- Oh, dan heb ik me in het nummer
(adres) vergist. Is dat nummer ver
van hier?
- Tamelijk. Drie huizen verder van
de viersprong jalan dokter Soe-
tomo, ten zuiden van een apot
heek.
- Dank.U wel Pak. Neemt U mij niet
kwalijk dat ik U heb gestoord.
- Dat is in orde.
MENCARI ALAMAT
- Selamat malam, Pak. Benarkah
ini rumahnya bapak Miarso?
- Bukan. Rumah bapak Miarso di-
seberang jalan, nomer 76
Deretan sini adalah nomer nomer
ganjil.
Oh, kalau begitu saya salah ala-
mat. Jauhkah nomer tersebut da-
ri sini?
- Lumayan. Tiga rumah dari pe-
rempatan jalan dokter Soetomo,
sebelah selatan apotik.
- Terima kasih, Pak. Maaf saya
telah mengganggu.
- Tidak apa apa.
selamat malam, pagi, siang, soré goedenavond, morgen, morgen,
middag; ganjil oneven; genap even; selatan, utara, timur, barat
zuid, noord, oost, west.