KRETA SETAN SENGON De Duivelswagen f 65,— BIJ DE VOORPLAAT Een enkele naam, een woord, een klank is meestal al genoeg om het hele beeld in het focus van onze herinnering te brengen. Ik zie mezelf om 6 uur 's morgens op station Malang in de trein stappen. Forens. Zes dagen van de week: Malang, Blimbing, Singosarie, Lawang, Sengon, Soekoredjo, Bangil, Porong, Sidoardjo, Gendangan, Wonokromo, Soerabaja-Goebeng. En s middags hetzelfde rijtje langs in omgekeerde volgorde, 's Morgens schoon, koel, uitgerust, 9 uur later trampé, kleverig, duf, sloom. Maar desondanks met het niet te onderdrukken prettige gevoel van "thuiskomen". Baden, eten, slapen in een koele stad. Na Soekoredjo begon de trein te klim men en dan rook je de berglucht dwars door de steenkool heen. Ik stak mijn hoofd buiten het raam om "mijn eigen trein te zien aankomen", schuin in de bocht. "Nooit naar de locomotief kijken", waarschuwde Moen Nuse, de conducteur me. "Moet je blind wor den?" Steenkoolgruis en gloeiend ook nog, in je ogen, dat was nog het min ste wat je in en door de trein kon overkomen, andere verhalen werden me ook niet onthouden. Ik was de jongste forens tussen vele oudere heren. Slapend of schakend. "Ga toch zitten," zeiden ze, als ik weer uit het raam hing. Niemand keek naar mijn Sengons, niemand genoot mee van het mooiste plekje, daar vlak bij het plaatsje Sengon. De trein stop te na Soekoredjo altijd om een an dere trein te laten passeren. Soms duurde het maar even, soms 5 minuten of langer. Zo'n 30 meter van de baan af stonden ze, drie prachtige sengons op een heuveltje, dat afglooide naar een smal stroompje helder water. Sa- wahs en galangans en hier en daar een bamboestoel. Stilte om de stil staande trein. Alleen het zachte fluis teren van de bamboe, het klotsen van water tegen een paar kalistenen. De sengons met hun wijde koepels verspreidden een koelte, waar niemand van profiteerde. Want er was niemand. Even onwaarschijnlijk mooi als 'n bij beltekstplaatje, mooier. In die tijd al, aan het begin nog van mijn werkend leven, kreeg ik een aversie tegen het Zijn buiten de natuur. Archiefkasten inplaats van bomen, geasfalteerde straten inplaats van begrasde dijkjes, ratelende schrijfmachines voor het fluisteren van de bamboe. "Hier wil ik doodgaan", dacht ik dramatisch, na dat ik heel realistisch geconstateerd had, dat ik daar toch niet kon leven. In 1972, toen ik met Tjalie in de trein naar Malang zat, was dit plekje er nog. Nog één grote sengon, de kali droog, de omgeving veel minder groen. Droge moesson, veel te lang al. "Hier is 't, hier is 't," riep ik tegen Tjalie. Maar de trein stoof voorbij, we stopten er niet, andere treinregeling, betere treinregeling zei men. Mensen houden niet zo van oponthoud. Sengons? Ze zijn er in mijn leven meer geweest dan welke boom ook. Sen gons en Regenbomen. Mijn hele lage re schooltijd liep ik onder de Regen bomen, soms zeiden we "Sengon". Ik weet nog niet of die bomen in het Brantasdal, aan de Maetsuyckerstraat, Speelmanstraat Sengons of Regenbo men waren. In de bloeitijd vol vro lijke rode kwastjes, daarna die lange forse peulen die op de meest onver wachte momenten neerkletterden. Een kleverige, bruine pasta-achtige inhoud met pitten. Het rook zoet en het was zoet. Kon je ze eten? "Laat me niet zien dat je die dingen eet!" riep mijn moeder. Natuurlijk liet ik het haar niet zien, zoals bij zovele dingen, zorgde ik, dat ook die bezig heid buiten haar gezichtsveld plaats vond. Het was een misselijkmakende zoetheid, maar ik werd er niet ziek van, gelooid en gehard als mijn inge wanden waren door het eten van let terlijk alles, wat volgens Europese maatstaven vies, oneetbaar en giftig was. Pas toen een passerende vrouw me terloops waarschuwde: "Djangan makan non," gooide ik de peulen weg. Zij zou het 't beste weten. Ik heb het allemaal overleefd. Dat was iaren voor ik verliefd werd op alle Sengons en Regenbomen die ik in mijn verdere leven heb ontmoet, op pasars en voortuinen, langs gloeiende wegen in de Oosthoek en koele hoog ten in West-Java, zoals deze Sengon die Rogier ergens in de buurt van Bogor zag. Het enige verdriet dat ik aan deze bomen heb, is de gedachte dat ik er niet onder begraven zal wor den. Ach, een mens krijgt ook niet alles toch? Albizzia Chinensis Merr Alb. stipulata, is van Java. Heet sen gon (Jav.) of djeun(g) djing (Soenda). Albizzia falcata Linn. Alb. Mo- luccana Mig, komt uit O. Indon., later ingevoerd als de bekendste schaduwboom met het bekende slechte hout voor kisten. Kreeg dezelfde volksnamen, soms met een bijvoeging, bijv. sabrang. De schermvorm komt bij vele verwanten voor, ook bij wat men op Java "regenboom" noemde; een boom uit Trop. Amerika. (Samanea saman of Enterolo- bium saman). Nog mooier bij Acacia-soorten uit savannen (O.-Java de "pi- lang") en vele uit Afrika. Prof. v. d. Pijl ONAFH. IND. TIJDSCHR. - 22e JAARG. No. 1 Opgericht en geleid door TJALIE ROBINSON (1911 - 1974) Pr. Mauritsl. 36, Den Haag - Telegramadres: Tong Tong Den Haag - Tel. 070 - 54 55 00/54 55 01 - Post giro 6685 of A.B.N. Den Haag Rek. No. 51.56.15.730. Uitgave: Publ. en Handel Mij Tong Tong B.V. Directie: L. Ducelle Administratie: Th. M. A. Scheulderman Redactie: I. H. Ritman, L. Ducelle. Eindredactie en opmaak: Ch. J. A. Manders, L. M. Boon. Vaste medewerkers: Dr. H. J. de Graaf, Rogier, Poirrié, Mevr. Marsman, G. H. Bartman. Verschijnt de 1ste en de 15e van iedere maand. Prijs per nummer f 2,35. Abt. Nederl. (en E.E.G.- landen behalve Engeland) kwart, f 12,50; halfj. f 25,—; jaar f 48,50. Abt. Europa: jaar f 48,50. Buiten Europa: jaar 56,50. LUCHTPOST: Abt. (per jaar en per luchtpost); Australië en Nw. Zeeland f 96,50; Indonesië f 80,50; Z.-Afrika en Z.-Amerika f 80,50; Canada en Ver. Staten f 68,50; Maleisië, Singapore en India f 80,50; Suriname en Antillen f 68,50. ZOEKT OP BASIS VAN DE NUTTIGE ERVARIN GEN IN DE GORDEL VAN SMARAGD NIEUWE INTERESSEN IN NEDERLAND TE WEKKEN VOOR DE TROPENGORDEL. ALLE ABONNEMENTSGELDEN ZIJN BIJ VOORUITBETALING VERSCHULDIGD ADVERTENTIES KUNNEN ZONDER OPGAAF VAN REDENEN GEWEIGERD WORDEN Directie en redactie behouden zich het recht voor om grondige redenen aanvragen voor abonnemen ten te weigeren, of deze te beeindigen. Hierover zal de betrokkene altijd van te voren in kennis worden gesteld. De redactie behoudt zich het recht voor copy te weigeren dan wel te bekorten of te wijzigen met toestemming van de inzender. Over genomen be slissingen zal niet in details worden gecorrespon deerd. Het correspondentie- en betalingsadres voor Ame rika is Mrs. R. Cohen-Top, 13740 Avion Drive, La Mirada, California 90638. "EINDELIJK I Het eerste fotoboek over de au tohistorie in Nederlands Indië. 250 prachtige foto's, boeiende verhalen en kostelijke anecdotes vertellen u over de eerste auto's op Sumatra, Java en Bali. 50 Jaar historie op wielen, tegen de achtergrond van ondernemin gen, oetan en de ons zo bekende steden. Een boek voor jong en oud, voor autoliefhebber en autohater, want "Krèta Sètan" is méér dan een autoboek alleen. Het werd geschreven door F. F. Habnit, oud-hoofdredacteur en uitgever van "De Motor" en "Het Sportblad" te Soerabaja. PRIJS VAN "Krèta Sètan, de Duivelswagen" Bij aankoop een gratis Java Motor Club sticker! BOEKHANDEL TONG TONG Prins Mauritslaan 36, Den Haag. Telefoon 070-54 55 00

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1977 | | pagina 2