Even stilstaan C.O. VAN DER PLAS f Edeleer C. O. van der Plas is, 86 jaar oud, overleden. Van de vooroorlogse Raad van Indië is nu alleen Frans de Bruyn Kops nog in leven. Van der Plas was ongetwijfeld een der schilderachtigste figuren in het Binnenlands Bestuur van vóór de oor log. Een brillante intelligentie paarde hij aan 'n sterk besef van eigenwaarde en een fijne neus voor de bestaande verhoudingen. Het spreekt welhaast vanzelf dat deze man, die zich niet alleen als bestuursambtenaar maar ook als arabist -hij was enige tijd consul in Djeddah - onderscheidde op zijn weg naar de top nogal wat vijanden zou maken. Veel vrienden zal hij niet gehad hebben. Nu hij, wiens werklust niet uitgeput was toen hij na de oorlog werd gepensioneerd, is overleden mag worden geconstateerd dat hij vóór de oorlog als bestuursambtenaar via het gouverneurschap van Oost Java opge klommen tot lid van de Raad van In dië, en daarna naast van Mook voort durend in het zoeklicht heeft gestaan. Dat hem dat niet onwelgevallig was laat zich raden. Moed was hem even min vreemd als waardering voor pu bliciteit. De combinatie van beide deed hem soms daden begaan die aan waaghalzerij grensden. Gewaagde bergsport-avonturen zullen in de her innering blijven van de weinige Indi sche bergbeklimmers die nog op dit aardse tranendal vertoeven. Neder landse militairen kunnen getuigen van het feit, dat hij zich tijdens de revolu tie geheel alleen naar "verdachte" kampongs begaf en met zijn gezag kwade kansen deed keren. Kortom, een merkwaardige en boeiende figuur aan wie men zoals niet sympathie dan toch respect, ja ontzag verschuldigd is. In 1948 had onder voorzitterschap van Gouverneur v.d. Plas de Bondowoso-conferentie plaats, waarbij de oprichting van de deelstaat Oost-Java (Negara Djawa Timur) ter tafel kwam. (Rechtsachter een jeugdige Tjalie, destijds journalist bij de Rijks Voorlichtings Dienst). Van de Plas kon bogen op een indrukwekkend aantal onderscheidingen waaruit zijn verdiensten op vele terreinen blijken. Hij was o.a. Commandeur in de Orde van Oranje- Nassau, Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw, Commandeur in de Orde van het Britse Rijk, Ridder Legioen van Eer van Frankrijk, Ridder Kroonorde van Italië, Gouden Kruis van George I van Griekenland, Erepenning NOVIB, Oud-Gouverneur van Oost-Java, Oud-Lid van de Raad van N.-Indië, Voormalig Adviseur United Nations, Technical Assistan ce, Voormalig Leider Community Development in Gambia (W.-Afrika). Hij bleef, zolang hem dat gegeven was, met zijn welhaast ontembare energie aan het werk. Hij werd na zijn afscheid van Indië adviseur van de United Na tions Technical Assistance-groep en werkte als zodanig in Turkije; later werd hij leider van een Community Development-project in Gambia. Maar op zeker ogenblik raakte de brandstof uitgeput en moest ook deze schijnbaar onverwoestbare figuur zich terugtrek ken uit het arbeidzame leven, waarvan hij zo moeilijk scheiden kon. Nu het einde is gekomen past ons slechts een woord van dank voor de wijze, waarop deze man de naam van Neder land heeft hooggehouden. JHR. In de muntengalerij van het Museum voor Land- en Volkenkunde is op het ogenblik een kleine tentoonstelling in gericht die door middel van kleding, sieraden en afbeeldingen een terugblik geeft op het oude, voormalige Neder- landsch-lndië onder de titel, "Even stilstaanen omkijken naar Indië". Uit het eigen bezit van het museum zijn onder meer gebatikte kains, slen dangs en angkins geëxposeerd, voorts broches, oorknoppen, spelden en ges pen. De afbeeldingen, veelal foto's uit oude boeken, laten zien hoe kleding en sieraden werden gedragen. Deze kleine expositie sluit heel goed aan bij de tentoonstelling van prent briefkaarten "Groetjes uit Indië" die tegelijkertijd te zien is in de Atlas van Stolk in Delfshaven. Menig nu volwassen Rotterdammer herinnert zich uit zijn of haar school jeugd dat ene schoolbezoek aan het Museum voor-Land- en Volkenkunde, waar na afloop van de uiteenzetting over Javaans poppentheater op de ga melan werd gespeeld. De kinderen mochten zelf een instrument bespelen. Het resultaat van dat samenspel gaf, hoe ver verwijderd ook, een idee van wat gamelanmuziek is. Voor deze zomer organiseert het Mu seum voor Land- en Volkenkunde van 14 mei tot september een tentoonstel ling die tot titel heeft "Vijf maal ga melan". Geëxposeerd zullen worden vijf verschillende soorten gamelan van Java en Bali, namelijk: Een komplete Sri Mulyo gamelan afkomstig van Ja va's noordkust: een rituele achttiende eeuwse of wellicht nog oudere game lan Monggang uit Yogyakarta, een gender wayang: een klein orkest ter begeleiding van een Balische wayang- kulit (leren poppen) opvoering: een miniatuurgamelan zoals op Bali in pro cessies wordt meegedragen en een gamelan gambang, die onlangs door het museum is verworven. De laatste vier gamelans worden hiermede voor het eerst aan het publiek getoond. Tijdens de tentoonstelling worden klankbeelden vertoond; het ligt boven dien in de bedoeling een aantal mani festaties te organiseren in de vorm van gamelan-, dans- en wayang-uit- voeringen. Het programma zal later worden bekendgemaakt via de dag bladen. Er worden ook films vertoond die op dit onderwerp betrekking heb ben. Tenslotte zullen op gezette en ongeregelde tijden groepen de instru menten bespelen, tot lering en ver maak van zichzelf en van het publiek. Museum voor Land- en Volkenkunde. 7

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1977 | | pagina 7