De 'Familie' van Generaal Van der Heijden door Dr. H. J. de Graaf Menig lezer zal zich over deze titel verbazen, vooral zij, die kennis hebben genomen van het artikel over Karei van der Heijden in de tweede druk der waardige en betrouwbare Encyclopaedie van Nederlandsch-lndië 2e deel p. 93 alwaar men eenvoudig leest: Geboren 12 januari 1826 in Batavia, zonder meer. Is onze Kareltje dan zo maar uit de lucht komen vallen? Geenszins. Veel eer heeft het er de schijn van, of de deftige Indische Encyclopaedie wil be mantelen, dat Van der Heijden's af komst - zoals een hoog adellijk ge nealogisch geschrift het eens geliefde uit te drukken - "met bastaardij be smet" was, zodat de grote generaal een lotgenoot was van onze manhafte Witte van Haamstede, de wereldbe roemde Erasmus van Rotterdam, de Franse staatsman Aristide Briand, de Duitse Bondskanselier Willy Brandt (om maar te zwijgen van onze grapjas Albert Mol uit "Wie van de drie?") en zo vele andere vermaarde "natuur lijke" kinderen (overigens een vrij on gelukkige uitdrukking, alsof niet alle wichten volgens de natuur ter wereld kwamen, uitgezonderd natuurlijk de in laboratoria verwekte en ontwikkelde babies in Aldous Huxley's toekomst roman "Brave New World"). Maar generaal Van der Heijden spreekt zélf over zijn familie, n.l. in het Aan hangsel bij zijn "Memorie naar aan leiding van het voorgevallene op 18 november 1881 in de Tweede Kamer der Staten-Generaal", een stevig boek, waarin hij aan de hand van vele stuk ken, na zijn ontslag als gouverneur van Atjeh, zijn Atjeh-politiek verdedigt. Welke bijzonderheden deelt de gene raal over zijn "familie" mede? In het genoemde boekwerk komt ook een keurige kopie voor van Van der Heij den's Staat van Dienst. De eerste ko lom daarvan dient ter invulling van de "Namen der Ouders, datum van ge boorte, geboorteplaats en laatste woonplaats". Welke personen geeft de oud-gouverneur van Atjeh als zijn ouders op? Als moeder vermeldt hij "Wilhelmina Siebing", doch als vader geeft hij een zekere "Jean" op, zonder achternaam, hetgeen kort en krachtig is. Dit plaatst ons voor een raadsel. Duidt hij met deze voornaam de persoon aan, die voor zijn opvoeding als kind gezorgd heeft, en die de naam van J. van der Heijden droeg, dus dan voluit: "Jean van der Heijden?" Of kunnen wij dit Franse Jean beschouwen als een om schrijving van een wat deftige "Jan", met welke doopnaam van de Indische militairen werden aangeduid. Dan zou hij dus met "Jean" een voorname, wel licht hooggeboren Indische officier be doeld hebben, geen simpele Jan Fuse lier. Het tweede deel van de eerste druk der bovenvermelde Encyclopaedie van Nederlandsch-lndië, verschenen om streeks het jaar 1900, doch nog sa mengesteld vóór de dood van generaal Van der Heijden op 26 jan. 1900, bevat reeds een uiteraard onvoltooide bio grafie van de grote, toenmaals in Bron beek rustende krijgsoverste en men vindt er, blijkbaar op grond van de door de generaal zelve gepubliceerde dienststaat, als ouders J. van der Heij den en W. Siebing opgegeven. Van een "onwettige" geboorte wordt blijk baar niet gerept. De tweede druk der vermaarde Ency clopaedie durft dit niet meer aan, en laat de zaak maar blauw blauw. De ouders blijven eenvoudig, gelijk wij reeds zagen, onvermeld. Het aannemelijkst lijkt mij evenwel, dat Generaal van der Heijden in Atjeh, 1879. met. dit "Jean" eenvoudig zijn hierna te noemen "natuurlijke" vader bedoeld is, wiens derde voornaam (hij had er totaal vier) Jean luidde, bij welke voor naam hij wellicht in intieme kring ge noemd werd. Beslister en uitvoeriger is het eerste deel van het grote Nederlandsche Bio grafische Woordenboek (dl. I kolom 1104), dat ons onomwonden de In dische afkomst van generaal Van der Heijden onthult. Zijn vader zou nie mand minder dan de latere legercom mandant Hubert Joseph Jean Lambert, Ridder de Stuers (1788-1861) geweest zijn, en zijn moeder een Inlandse vrouw, en wel een Boeginese, of naar mij van andere zijde verzekerd werd, een Timorese. Aangezien de Stuers in het jaar 1824 korte tijd in Makassar vertoefde, pleit het meeste voor een Boeginese njai, met wie toen de rela tie kan begonnen zijn. Helaas wordt niet opgegeven, waar de anonieme schrijver van het Encyclopaedie-artikel zijn gegevens vandaan heeft. Dat de grote generaal intussen niet van zuiver Europese afkomst was, ziet men bij de eerste oogopslag aan elk por tret van hem. Doch dit is in feite het enige vaste gegeven, dat de verzeke ring van 't Biographisch Woordenboek ondersteunt. Dat de Boeginese onder de naam van Wilhelmina Siebing schuil zou gaan, lijkt hoogst onwaarschijnlijk. De heer L. S. A. M. Römer hield tij dens de Kerstdagen van 1919 voor het eerste Congres voor Taal-, Land- en Volkenkunde van Java in Solo een uit voerige lezing, getiteld "Rassenmen- ging", waarin hij op de goede zijden dezer zaak, die voor sommigen nog een probleem is, wees. Vele "gemeng de" verbintenissen bracht hij ter spra ke en zo kwam ook de afkomst van "den beroemden Generaal Karei van der Heijden" aan de orde, "die te Ba tavia den 12en Januari 1826 geboren werd". Als "werkelijke vader" vermeldt hij in zijn verhandeling de "Luitenant-Gene raal Ridder de Stuers". Deze zou zijn zoon, "toen deze als overwinnaar van Atjeh in Nederland terugkwam, zijn naam hebben aangeboden, wat echter uit dankbaarheid voor zijn pleegvader, en uit begrijpelijke andere redenen, geweigerd werd. De Hr. Römer had dit nieuws vernomen uit de mond van een zekere mevrouw Octavie Evers, geboren Van der Heijden, die een wet tige dochter was van de koopvaardij kapitein J. van der Heijden en Wilhel mina Siebing. Zij was bevriend met de ouders van de Hr. Römer en had dik wijls met hen over deze kwestie ge sproken. Blijkbaar is het dus een kost bare en betrouwbare mededeling, en toch kan zij niet helemaal juist zijn. Immers, toen in 1881 Van der Heijden uit Atjeh in Nederland terugkwam, was zijn echte vader, H. J. J. L. de Stuers al 20 jaar dood, maar diens jongere broeder, die na hem van 1853 tot 1858 eveneens legercommandant is ge weest, t.w. Frangois Vincent Henri An- toine, Ridder de Stuers, was bij Van der Heijden's terugkeer uit de Oost nog in leven, daar hij pas op 20 dec. 1881 overleed. De Hr. Römer zag dit ook wel in, maar jammer genoeg pas nadat hij zijn ar tikel ter publicatie reeds aan de re dactie had toegezonden. Hij kon er dus slechts in een uitvoerige noot onder aan zijn afgedrukt artikel op terugkomen. Hij onderstelt in die noot, dat niet Van der Heijden's natuurlijke vader, doch diens jongere broeder aan de gepensioneerde generaal zou hebben aangeboden, om de naam De Stuers te willen aanvaarden. Dit lijkt niet erg waarschijnlijk, want Frangois Vincent Henri Antoine had niets aan te bieden, hij had enkel maar kunnen voorstellen, hetgeen niet erg waar schijnlijk lijkt. Het verhaal ziet er daar om wat apokrief uit. Blijkbaar ligt de fout bij Karei van der Heijden's "pleeg- 6

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1977 | | pagina 6