1
SIMONA
het gezonde bedrijf van Tante Trees
Kort geleden had ik een Indonesische journalist
op bezoek. We spraken over gebeurtenissen die
we hadden meegemaakt en mensen die we ge
kend hadden. Op eens drong er iets tot me door:
deze man kon dat toch nooit geweten hebben, hij
had in die tijd niet ouder kunnen zijn dan een
jaar of 4 I Ik vroeg hem recht op de man af (dat
kan bij mannen altijd) hoe oud hij was. Stond
sprakeloos toen hij me het vertelde. "Kan niet", zei ik, "u moet jonger zijn!"
"Toch niet mevrouw," en toen met een glimlach: "Altijd djamoe gedonken weet
u I" En dat verklaarde dan alles.
Djamoe, een samenstelling van krui
den, gedroogde zaden, schors, bloe
men, vruchten, het is iets waar wij in
Indië mee zijn opgeroeid. Heeft niets
te maken met hokus-pokus, bijgeloof
of mystiek. De simpele waarheid van
de Natuur. Zoals je rijst, bajem, kan-
koeng, tempé en tahoe eet om je
lichaam te voeden, zo drink je djamoe
om dat lichaam te onderhouden of
beter te maken. Zo eenvoudig is dat.
En wie dat niet begrijpt of gelooft,
laat maar zitten, mijnheer.
Persoonlijk ben ik ervan overtuigd dat
meer mensen over de gehele wereld
gezond zijn gebleven door natuurlijke
geneesmiddelen dan door chemische.
Duizenden jaren zijn er mensen ge
weest die de gave hadden de natuur
zo goed te kennen dat zij wisten welke
planten geneeskracht hadden. Vogel,
Uyldert, Messegué, Dinant, Kloppen
burg en vele anderen kregen hun ken
nis door studie, ervaring, intuitie. Maar
er zijn ook naamloze weldoensters
geweest. Vrouwen en mannen die
voor elke kwaal, elke pijn een middel,
een feilloos recept wisten.
"Even opdrinken," zei oma als ze met
een bitterglaasje naar je bed kwam.
Hoe kleiner het glaasje, hoe bitterder
de djamoe, en dan was er altijd een
stukje goela djawa als troost. Van air
laboe daalde de koorts subiet, met
djampi oesoes verdween de diarrhee
en op de bladeren van djamboe kloe-
toek moest je beslist niet kauwen!
De heer Widjaja bij de maalapparateri
Zelfs als kind wist je al ontzettend
veel over planten, vruchten, bomen.
Je wist die dingen uit ervaring, niet
alleen omdat je ze gehoord had. We
leefden toen veel
dichter bij de natuur,
dóór de natuur.
Vele Indonesische,
Chinese, maar ook
Indische dames wer
den experts in het
vinden van goede
recepten en vanzelf
sprekend ontston
den kleine djamoe-
industrieën. De dja
moe - verkoopster
langs de kant van
de weg, het stalle
tje op de pasar maar
ook de echte bedrij
ven zoals Njonja
Meneer, Djago om
er maar een paar te
noemen van voor
de oorlog, ze be
heersten voor een groot deel het wel
en wee van de bevolking. En dat doen
ze nog.
Met de toename van de bevolking
nam ook de vraag naar djamoes toe.
Momenteel zijn er in Indonesië zeer
grote bedrijven die aan die vraag vol
doen. Niet alleen gezondheids-dja-
moes maar ook kruiden voor de
schoonheidsverzorging, een cosmeti-
ca-industrie geheel op plantaardige
basis. Een van de opko
mende djamoe - bedrijven
heet SIMONA, een naam
die u nu al ruim een jaar
in ons blad tegenkomt.
In Semarang aan de jln.
Dr. Tjipto staat een pand
waarin een jonge energie
ke vrouw de scepter
zwaait. Ze is Chinese en
heet mevr. Thio Giok
Giem, maar heeft zoals de
meeste Chinezen ook een
Indonesische naam, Njon
ja Kusumadewi. Voor allen
die haar op het werk of
daarbuiten goed kennen is
het "tante Trees".
Na de dood van haar echt
genoot in 1974 besloot
Mevr. Thio het djamoe-be-
drijfje dat ze van haar
moeder geerfd had (Djamoe Madonna)
te moderniseren en te activeren. Dat
lukte haar wonderwel, want Simona
groeide in twee jaren uit tot een pro
per, vloeiend lopend bedrijf, waar 120
vrouwen en meisjes het hele proces
van plant tot pil uitvoeren. Djamoes
in pilvorm blijken het meest gevraagd,
makkelijk in- en mee te nemen, altijd
bereid volgens de oude recepten.
Dat Simona's pad niet over rozen zou
gaan, was wel te voorzien. Concur
rentie en erger nog, alle moeilijkhe
den die men in Indonesië zelf moet
overwinnen voor men goed in het za
del zit en de zaak continue kan blijven
draaien. Maar tante Trees kreeg het
voor elkaar, bijgestaan door een goe
de bedrijfsleider Ruud Widjaja. En een
voortvarende, actieve vertegenwoordi
ger in Nederland, de heer Krebbers.
1
Vroeger: stampen, wrijven, mengen met de hand
Geen zaak kan het redden wanneer
de leiding en het personeel er geen
hart voor hebben (de bewijzen liggen
in Nederland voor het grijpen). Van
Simona waarvan de producten onder
een strenge controle en onnoemelijk
veel wetten en voorschriften vallen,
wordt bovendien vaak veel geduld en
beleid verwacht.
In twee nummers van Tong-Tong in
1972 is geschreven over de oude, tra
ditionele wijze van djamoe-bereiding
en verkoop. Het is grappig oud en
nieuw met elkaar te vergelijken. Het
is goed te weten dat door een uitge
kiend procédé van drogen, verwerken
en verpakken een optimale kwaliteit
van het eindproduct verkregen wordt
en dat van de "verse geneeskracht"
van diverse kruiden niets verloren
gaat bij de moderne methode. Integen
deel, vaak wordt door goed indrogen
(vooral bij schors, bast en zaden) de
werking geintensiveerd. Trouwens, dat
weten wij immers uit ervaring? Denkt
u eens aan al die tampa's op het dak?
Er was in Indië immers altijd wat te
drogen?
Dit drogen gebeurt bij Simona met
grote zorg. In de zon, maar ook op
droogrekken en in trommels. Inplaats
van het omslachtige en tijdrovende
stampen en wrijven zijn er moderne
10