CIREBON, ZOALS HET REÏLT EN ZEILT I Door W. J. HOMMERSON De kurk waar Cirebon op drijft zijn nog steeds de suikerfabrieken in de om geving zoals Kadipaten, Gempol met zijn alcoholfabriek in Palimanan, Sindang- laut, Tersana Baru en nog een paar richting Semarang, zij het dan aan de spoor baan die bijna parallel loopt met de grote Postweg. In Bongas en dicht bij Indramayu (Balongan) heeft de Pertamina nu installaties en boortorens. De vindplaatsen zijn nog een erfenis van de B.P.M. maar die vond de exploitatie vroeger niet rendabel. Nu zijn echter uit de kust grotere bronnen aangeboord door contractanten van de Pertamina in de Noordhoek van Indramayu met als resultaat een tamelijk grote hoeveelheid aardgas en nu wordt er in de om geving van Cikampek, waar de railbaan ook naar het Zuiden ombuigt om Bandung-waarts te gaan, een kunstmestfabriek opgericht met buitenlands kapitaal. MEER OVER DE GARNALENSTAD EN OMSTREKEN Naast onze herinneringen aan 't goe de land, waarvan we in dit blad niet genoeg kunnen vertellen, is het toch minstens even goed om van hen die er nóg wonen, te horen hoe het in Indonesië nu is. Geen vluchtige toe ristische informatie, maar een ver slag van iemand die er gewoond en gewerkt heeft is dit artikel over Cirebon (Cheribon) door de heer W. J. Hommerson, werkzaam bij P. T. Interdata Management Service te Jakarta. Wij zijn hem er buitenge woon erkentelijk voor. Maar natuur lijk aan u lezers, uw bevindingen en herinneringen op papier te zetten. Evenals bij onze Oosthoek-serie ho pen we net zoveel aardige reacties en aanvullingen te ontvangen. En foto's natuurlijk! Red. De staf van Pertamina c.s. woont meestal in Cirebon. Ook het lagere personeel en deze zijn het die de huis huren hier hebben bedorven door ho gere huren te bedingen. Cirebon doet zijn naam eer aan (Ci water, rebon jonge garnalen) want inderdaad krioelt het er van de jonge zee-garnalen. Grote garnalen zijn op de pasars tegenwoordig niet veel meer te koop, want er is een opkooporgani satie. hier die ze verzamelt en dan exporteert, meestal naar Japan. Die grote groen-blauw gestreepte garna len komen meest van Losari, dicht bij de grens met Midden Java waar wel tambaks zijn, maar ook pas wanneer de allergrootste eerst voor de export zijn weggelegd. In Jakarta heb ik wel eens de Langouste gezien van zo'n paar ons per stuk en ik denk dat ze naar de grote internationale hotels gaan. Kepitings komen meestal ook van Lo sari of van de vloedbossen en uit zee halen ze de rajungan nog in voldoen de hoeveelheden. Ik geloof dat U nog wel 't verschil weet tussen kepiting en 'n rajungan. De laat ste worden wel door Islamieten gege ten. Verder is de jambal van de om geving van Cirebon nog steeds be kend en in mei wordt veel kakap ge vangen, de echte kakap, niet de ka- kap merah van Jakarta. Het stadje Kadipaten staat bekend om zijn kik kerbilletjes. Ook is Cirebon nog bekend om zijn cumi-cumi o.a. de platte inktvissen (sontong) en de veel lekkere pijlinkt vissen, die niet groot kunnen worden. Op gezette tijden zijn hier ook eetbare zeeschelpen te krijgen, de algemeen bekende kerang die ze in Surabaia aan sate-stokjes rijgen (eten met lom bok rawit) en de veel lekkere St. Ja- cobsschelpen (simping) die eruit zien als het handelsmerk van de B.P.M. Lekker eten heeft Cirebon niet. Wel heeft het zijn specialiteit n.l. Nasi Lengko. Dat is rijst met in blokjes'ge bakken tempe en tahu vermengd met aan blokjes gesneden ketimun, selde rij, rauwe taugé en bawang goreng. Daaroverheen gaat dan een pecel- saus en wat kecap en klaar is Kees. Als U nu een beetje tautjo door de pecel-saus mengt heeft U een apart smaakje. Cirebon is ook bekend om zijn sultans- families, die nu niet bepaald in palei zen wonen. We hebben er vier. Die van Kasepuhan, Kanoman, Kacirebo- nan en Kaprabonan. De laatste moet een tak zijn van het sultanaat Kanoman (tweeling kroonprinsen). Allemaal heten ze na komelingen te zijn van sultan Gunung Jati, een van de eerste Waii Songo (negen) die de Islam op Java hebben verspreid. Het graf van sultan Gunung Jati is 5 km. ten Noorden van Cire bon gelegen en wordt op bepaalde dagen nog druk bezocht. Tegenover het graf bevindt zich een alleenstaande heuvel de gunung Sembung, waar zich de graven bevinden van alle nakome lingen van b.g. sultan. Ook zijn eerste leermeester is daar begraven. Een van de vrouwen van sultan Gunung Jati was een Chinese, daarom wordt de plaats ook veel door Chinezen be zocht (vrouwen). Hoewel de gronden van de sultanaten staatseigendom zijn geworden is de bevolking nog steeds sultan-minded. Tijdens de Muludan stromen ze in grote getale de stad in om hun vorsten te gedenken met goede gaven. De prinsen hier worden Elang genoemd, wat arend betekent. Voor zo'n kleine stad heeft Cirebon veel juwelierszaken (toko mas) want het is een gewoonte van de omliggen de bevolking om goud of sieraden te verkopen als ze hun sawahs moeten bewerken om dan weer goud in te kopen als de oogst verkocht is. De Gunung Ciremai 3044 mtr. hoog) heeft zijn uitlopers al op 20 km van de stad Cirebon. Een bekend stadje is Linggarjati, waar het beken de verdrag gesloten is. Maar wij heb ben geen bergstadje op grotere hoog te. Deels is dit te wijten aan de leden van de Darul Islam, die daar hun hoofdkwartieren hadden en voor de rijkaards is een huisje in Bandung veel aantrekkelijker. Bandung ligt on geveer 130 km. van Cirebon en de weg behoort nog tot de grote Postweg door Daendels aangelegd. Een kostbaar gedeelte is de Cadas (lees verder volgende pagina onderaan) Gezicht op de haven van Cheribon, met op de achtergrond in wolken gehuld, de Tjiremai.

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1977 | | pagina 20