EEN BOOM DIE VREUGDE SCHENKT MELIA AZEDARACH "Vegetables of the Dutch East Indies" BIJZONDERE BOEKEN 13 IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIHIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIHIIIM Dit boompje komt vrijwel overal op de wereld in de tropen en subtropen voor. Mevrouw Tinbergen schreef in Tong Tong van 15 juli jl. dat het de vreugde van haar meisjesjaren in In- die was. Hoe ziet deze Melia Azedarach er uit? Het boompje, dat een twaalftal meters hoog wordt, met een roodgrijze stam van maximaal 50 cm dikte, heeft een volle kroon van glanzend groene sa mengestelde bladeren, die op 3 meter hoogte begint en een goede schaduw geeft. De takken zitten aan de uitein den vol met grote bloemtrossen van kleine geurende bloemen van onge veer 12 mm lengte. De vijftallige kelk heeft kleine harige groene blaadjes en de lavendelkleurige kroon bestaat uit vijf uitgespreide kroonbladen met afgeronde top en bedekt met fijne haartjes. Een donkerpaarse meel draadbuis, met een franje van fijne tandjes die zich 's nachts openen als de bloem het meest geurt, om de be stuiving te bevorderen. Bovenin deze buis zitten een tiental meeldraden, die geel gekleurd zijn. Na de bloei ont staat een vrijwel ronde, helgele pit vrucht ter grootte van een kers, die lang aan de boom blijft zitten. Het overrijpe vruchtvlees om de geribbel de pit, kan onaangenaam stinken. Het fijndradige hout is roodachtig bruin en wordt in sommige landen ge bruikt als meubelhout en sigarenkist jes (W.-Indië) en in India ook wel als bouwhout. Het hout is echter bros en daarom ongeschikt voor reboisering, zoals men wel in Z. Amerika heeft overwogen, omdat de bomen gemak kelijk op open, winderige standplaat sen afbreken. De bladeren smaken bitter, maar wor den toch wel door sommige volken, met andere groenten gekookt, gege ten. Ze kunnen ook dienen als een motverdrijvend middel tussen dekens en kleren. Men zegt dat gulzige vogels die de gele bessen eten, enige uren buiten kennis raken; waarschijnlijk bevat de vrucht narcotische stoffen. De harde, rijpe pitten worden, over de hele we reld, vaak door kinderen gekleurd en tot halssnoeren aaneen geregen. Er worden zelfs door monniken van veel Z.-Europese kloosters rozenkransen van gemaakt. Vandaar de naam pater nosterboom of kralenboom. Uit de gele vruchten verkrijgt men ook grond stoffen voor olieën. In Panama wordt de bast door de bevolking verpulverd en op het water drijvend worden de vissen verdoofd, die dan gemakkelijk gevangen worden. In de Philippijnen wordt de bast in de geneeskunde gebruikt als een zuive rend en wormverdrijvend middel. In India maken ze van het sap uit de bast een koele dronk. De boom is een van de meest ge harde soorten uit de tropen en de subtropen, die zich gemakkelijk aan past aan bodemsoorten en klimaten waaraan niet de minste eisen gesteld worden wat betreft de vruchtbaarheid en groeiplaats. Maar daar het hout erg bros is verdraagt de boom geen sterke wind op open plaatsen. De boom kan gemakkelijk uit zaad gekweekt worden. (Wie kan mij aan wat zaad helpen?) Maar ook uit stek ken groeit zij enorm snel op (naar men zegt een stam van 6 meter hoog te in 18 maanden!) en als de boom gekapt wordt groeit er gemakkelijk weer een uit de stomp. Geen wonder dat een zo wereldwijd verspreide mooie, rijkbloeiende en geurende boom, met zoveel goede eigenschappen, veel namen draagt en zelfs in sommige landen heilig ver klaard is. De Melia Azedarach is een Meliacae (familie van de mahonie), de soort naam Azedarach is oud-Arabisch. De meest algemene naam is Chinese bes. Algemeen wordt aangenomen dat de herkomst uit het verre Oosten is, maar de vroegste berichten erover, zo'n 1000 jaar geleden, komen uit Syrië. Van het Midden-Oosten komen de Arabische namen Azad-durakt en Aze darach, en de "Holy tree" en pater nosterboom. De boom groeit ook veel vuldig in India (Pride of India), in Per- zië (Pride of Persia, persian lilac), China (Chinese bes), Baluchistan, Kashmir. Maar de verspreiding kent geen gren zen en aan de andere kant van de wereld vinden we de boom in Pana ma en Guatemala (jacinto), Puerto Ri co (lilaila, pasilla; alelaila), Venezuela (paraiso), de Hawaii eilanden, Cali- fornië en Bermuda. Verder nog in Z.W. Azië (mullay vaempoo, Malay- vaymboo), Malaya en Indonesia (tra- kra-tjikril). En zo werd deze boom sinds mensen heugenis een voorwerp van aanbid ding in de tempels van Perzië, Malaya en Ceylon, waar de mensen nog guir landes van de tere bloemen op de altaren van hun tempels plaatsen. ZENO SALVERDA literatuur; Flowering trees of the Ca ribbean. Rinehart Co, Toronto. Ge kweekte en nuttige planten van de Nederlandse Antillen. Fr. M. Arnoldo. Nijhoff, Den Haag. In het "Nieuw Plantkundig Woorden boek voor Nederlandsch-lndië" van F. S. A. de Clerq uit 1909 stond het volgende: Familie der Meliceae Melia Azedarach Linn. In het Javaans heet de boom Mindi, in het Soendanees Mindi leutik. An dere namen zijn; Indische sering, Per- SALAK 1 De Engelse uitgave van het bekende 1 standaard-werk 'Indische Groenten" van J. J. Ochse en R. C. Bakhuizen van den Brink. 1 Dit rijk geïllustreerde, leerzame boek behandelt meer dan 400 groenten- 1 soorten en is geschreven in mak- 1 kelijk leesbaar Engels. Bovendien wordt bij elke soort de Javaanse en 1 Soendanese naam vermeld. Vele uren leerzaam leesgenot voor 1 elke plantenliefhebber. 1 Verkrijgbaar bij BOEKHANDEL TONG TONG f 202,50 plus f 7,— porto, ook in I 3 termijnen te betalen. PLANTEN KRUIDEN Sterren, mensen, kruiden - Mellie Uyldert 10, Plantenzielen - Mellie Uyldert 32,50 Kruiden en gezondheid - het grote standaardwerk van geneeskrachtige kruiden - Maurice Mességué 37,50 Geheime krachten van de plant - Brett L. Bolton 19,50 Het verborgen leven van de plant - Peter Tompkins en Christopher Bird 24,50 sian Lilac, Bead Tree, Lilas des Indes. Het roodachtig witte hout wordt als sandelhout gebruikt. Melia Azedarach Linn, variatie Javanica heet "Gringging. Melia Azedarach Bogoriensis heet in het Soendanees Mindi Gedeh. Melia Sambucina wordt Tjakra Tjikri ge noemd. R. GROOSS Wij danken de inzenders voor hun bijdra gen en sluiten hierbij de discussie over dit onderwerp. - Red.

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1977 | | pagina 13