vi n i
vrij om hun inkomsten zo hoog op te
voeren dat deze schade volkomen ge
dekt werd.
Het kwam ook zelden voor, dat een
arts direct uit Europa overkwam en
zich in de hem onbekende tropen
vestigde, in de onzekere hoop, dat de
patiënten wel zouden toestromen. Ook
van het "overnemen" van een prak
tijk, gelijk hier te lande zo vaak ge
schiedt, rept dr. van der Burg met
geen woord. Eén maal verhaalt hij,
dat een Engelse arts zich in Batavia
kwam vestigen, maar deze was natuur
lijk dadelijk verzekerd van de ganse
Engelse kolonie.
Positie en inkomsten.
Het dagelijkse werk van de Indische
geneesheer in de vorige eeuw leren
we het best uit dr. van der Burg's
boek kennen. Weliswaar bestaat er
nog een ander wetenschappelijk werk
over dit onderwerp, n.l. dr. D. Schou-
ten's "De Geneeskunde in Neder-
landsch-lndië gedurende de negen
tiende Eeuw", doch dit degelijke werk
mist nu juist, wat wij het liefst zou
den horen, n.l. de gewone, dagelijkse
werkzaamheden van een "doorsnee
dokter". Slechts enige bijzondere ge
beurtenissen vermeldt hij, terwijl dr.
van der Burg over het alledaagse
juist uitvoerig is.
Het is prettig van hem te vernemen,
dat "de uitoefening der medische
praxis in Indië" aangenaam is: Het zou
voor de zieken niet leuk zijn te ver
nemen, dat het omgekeerde het ge
val was. "De artsen bekleeden in de
maatschappij een goede positie" ver
zekert hij, doch voegt er voorzichtig
aan toe: "Zoo zij zelf geen aanleiding
geven tot het tegendeel". Wij kunnen
gerust aannemen, dat dit bij de mees
te aesculapen niet het geval zal zijn
geweest. "Zij worden met onderschei
ding behandeld in den regel beleefd
ontvangen". Ook thans is dit hier te
lande het geval en men kan er zeker
van zijn, dat naast hun zucht om de
lijdende mensheid bij te staan, deze
eervolle positie voor velen der talloze
jongelingen, die nu voor de poorten
der medische faculteit staan te drin
gen, in de hoop, een lot uit deze
"staatsloterij" te winnen, een rol van
betekenis speelt.
Toch was, naar onze huidige begrip
wij helpen U GRATIS Inlichtingen to ver
zamelen voor Uw familiestamboom. Wilt
U s.v.p. Uw medewerking hieraan verlenen
door zelf op te geven wat U ven de be
treffende familie weet. U kunt daarvoor
een model aanvragen. Voegt U altijd een
gefrankeerde, zelf geadresseerde envelop
pe bij I
INDISCH FAMILIE ARCHIEF
Vreelandsestraat 14, Deri Haag, tel.
070 - 45 44 06.
pen, het honorarium niet hoog, slechts
f 2,35 per visite, doch dit waren na
tuurlijk nog goede, keiharde guldens.
Het woord inflatie was toen nog vol
strekt onbekend. Zo kon een arts t in
Batavia tot 'n 1000 tot 2000 gulden per
maand brengen; in Semarang of Soe-
rabaja wat minder, omdat daar de on
kosten van gerij enz. minder waren.
Batavia was n.l. erg groot, zo'n 30
vierkante palen, dus ruim 50 vierkante
kilometer. Thans zou een "modale
werknemer" voor zo'n dokterssalaris
zijn neus ophalen, maar de tijden, en
vooral de guldens waren toen anders.
Zeer pijnlijk was, dat sommige pa
tiënten eenvoudig niet betaalden. Dit
kwam ook later nog voor. Ik herinner
mij een persinterview van een repa
triërend arts, ik meen in Bandoeng.
Hij moest toegeven, nog heel wat on
betaalde rekeningen in het laadje te
hebben en toen gevraagd werd, wie
de slechtste betalers waren, verklaar
de hij volmondig: officieren en juris
ten. De beste waren: Onderwijzers.
Die kale schoolmeesters toch
Ter ondersteuning van het boven
staande diene, dat ook de bekende
hofarts van de sultan van Djokjakarta,
dr. I. Groneman in zijn boek "Waar of
Onwaar" over zo'n wanbetalende ad
vocaat een heel onaangenaam boekje
open doet.
De arts was gewoonlijk tussen 7 uur
's morgens en 1 uur 's middags, en
van 5 uur tot 8 uur 's avonds op stap,
of liever tussen de wielen. Voor be
zoeken in de (na)middagrust of in de
na-avond werd dubbel tarief berekend,
's Nachts gold echter het viervoudige,
waarbij een humaan arts natuurlijk
rekening hield met de ernst van het
geval, waarvoor zijn hulp werd inge
roepen, en met de financiële omstan
digheden van de patiënt(e). Verlossin
gen kwamen op een 100,Ziekte
verzekeringen of ziekenfondsen be
stonden nog niet, doch men kon zich
wel bij een arts voor het hele jaar
"abonneren". Chinezen betaalden
meer en gaven vroeger zelfs geschen
ken. Sommigen konden het natuurlijk
niet nalaten te tawarren. Een Chinese
patiënt, die de rekening veel te hoog
achtte, meende, dat het werk van een
arts niet veel om het lijf had. Het was
geen "perkara pikir", zoals bij een
advocaat of procureur. Zo'n Europees
dokter dacht maar heel even na, en
schreef dan snel wat op een klein
papiertje. Niet de moeite waard
Transport
Voor de Indische geneesheer was het
transport héél belangrijk. Per uur
bracht een arts zo'n 6 visites, in de
Chinese kamp wat meer, omdat hij,
door het taalverschil, niet zo veel be
hoefde te babbelen met de patiënt en
diens familie. Zo kwam hij op een
1000 visites per maand, liefst niet
meer, want dat zou zijn gezondheid
schaden. Daarvoor was natuurlijk ver
voer nodig. Openbaar vervoer stelde
in onze tijd al niet veel voor, maar
een honderd jaar geleden was het
helemaal niets. De arts moest dus
zélf voor transport zorgen, tenzij een
vermogend patiënt, in een dringend
geval, hem mét zijn verzoek om hulp
tevens een rijtuig zond. Een dokter
moest dus minstens een achttal paar
den op zijn erf hebben, met een rijtuig
en het daarbij behorende personeel:
koetsier en staljongen. Dat kostte hem
een 6000 per jaar. Als transport
middelen worden verschillende soor
ten voertuigen vermeld, die wij ons in
de huidige auto-tijd, niet goed meer
kunnen voorstellen. Van der Burg be
val voor de morgen een "coupé of
palankijn" aan, voor de namiddag een
"milord". Daarin vervoerde hij behal
ve een trommel met medische be
nodigdheden ook enige boeken mede,
want op de eindeloze ritten verdreef
de medicus de tijd met veel lezen. Zo
werden de artsen wel de meest be
lezen mensen ter wereld.
Ik herinner mij, dat ik eens als kleine
jongen mijn Moeder vroeg, wat de
dokter in zijn koetsje (geen auto!) wel
deed, en ten antwoord kreeg: "Stu
deren!". Dat was voorzeker het geval
bij de Indische geneesheren, want er
(lees verder volgende pagina)
Gezondheidszorg in Batavia in de tijd van de V.O.C. en in de
20e eeuw: links het Binnenhospitaal, naar een tekening van Rach,
rechts het gebouw van de Stovia op Salemba.
ill»
sis
ÜHÏIHHHfl 11