VOETSTAPPEN IN 'N ANDERE WERELD
V' f
.:l
AHMED EN ZIJN ONTVOERDERS
i l
Mevrouw A. te B. bezat een aardig buitenhuis in de bergen, op niet veel meer
dan een uur rijden van haar woonplaats, één van de grote steden op Java.
Natuurlijk gebruik ik niet na te speuren initialen, want ik weet, dat mevrouw A.
er niet op gesteld is dat de avonturen van Ahmed aan de grote klok worden
gehangen.
Gelukkig heb ik haar niet verteld, dat
ik, na alle bijzonderheden te hebben
vernomen uit de mond van een aantal
getuigen van plan was tóch iets over
die avonturen te schrijven en zij heeft
mij dus geen zwijgplicht opgelegd.
Maar wel zal ik mijn best doen, de
juiste namen van personen en plaat
sen zo goed mogelijk te camoufleren.
Eerst een paar inlichtingen over me
vrouw A. Haar man, een totok met
jarenlange ervaring in Indië, wilde zijn
bedrijf in dat land niet opgeven en
werd Indonesiër. Vreemdelingen kun
nen nu eenmaal in Indonesië geen be
zittingen hebben. Zij hadden een rui
me kennissenkring, ook onder hun in-
donesische stadgenoten en toen de
man stierf, ging mevrouw A. dan ook
niet naar Nederland maar bleef in B.
wonen, zo vaak zij maar kon haar
bungalow in de bergen bezoekend.
Tijdens haar afwezigheid uit dit berg-
oord trad Ahmed op als huisbewaar
der en wanneer zij in C. vertoefde als
major domus. Ahmed was een trouwe
ziel, die het volledig vertrouwen ge
noot van zijn meesteres en dat ook
ten volle verdiende.
Op zekere dag kwam mevrouw A.
"boven" om te ontdekken, dat Ahmed,
die in het bezit van de sleutels van
haar bungalow was, niet op zijn post
was. Rond haar bungalow lopend in
de hoop een spoor van Ahmed te vin
den viel haar blik door het raam op
de keukentafel en zowaardaar
lagen de sleutels. Vreemd genoeg,
want er was geen spoor van leven in
de bungalow te bekennen. Had Ahmed
misschien een ongeluk gekregen bij
het schoonmaken van de bungalow?
Hij moest binnen zijn, want hoe kwa
men de sleutels anders op de aan
recht?
Het is natuurlijk een klein kunstje om
een bungalow in de bergen binnen te
komen en zo geschiedde het ook. In
het huisje was geen spoor van Ahmed
te bekennen.
De volgende stap laat zich denken:
mevrouw A. informeerde bij de be
woners en de bedienden van omlig
gende bungalows. Zonder succes. Nie
mand had Ahmed de laatste dagen
gezien. Ten einde raad schakelde zij
de politie in. Zonder succes. De po
litie gaf wel de nodige medewerking,
zocht de omgeving af, maar vond geen
spoor van Ahmed. Er ontstond een
lichte paniek in de nabijgelegen kam
pong want Ahmed was niet alleen wel
bekend, maar ook gezien in de gehele
omgeving. Zou hij verongelukt zijn?
Zijn verdwijning was en bleef een
raadsel. Net zó'n raadsel als de ver
schijning van de sleutels, die hij altijd
bij zich droeg, op de tafel in de keu
ken.
Ofschoon de onrust in de kampong,
waar men al spoedig over boze gees
ten was gaan praten, langzamerhand
bedaarde, was en bleef de verdwijning
van Ahmed een van de dagelijkse on
derwerpen van gesprek.
Tot op zekere dag mevrouw A. haar
bloemetjes op het binnenplaatsje van
de bungalow ging begieten. Dat bin
nenplaatsje was, behalve via een deur
in de bungalow, niet te bereiken. De
bungalow stond op een terrasje in de
scherpe helling van de berg en de
afgegraven wand was zeker een meter
of zes hoog. Misschien zou iemand
op het dak van de bungalow hebben
kunnen klimmen en vandaar het bin
nenplaatsje hebben kunnen bereiken,
maar dan had hij toch de sprong van
een meter of vijf hebben moeten ma
ken met een royale kans, zijn benen
te breken. Van een val of sprong hoor
de mevrouw A. trouwens niets, maar
toen zij zich omdraaidezat Ahmed
aan haar voeten, als het ware als een
foetus in elkaar gevouwen, het hoofd
op de borst gezonken. Hij kon niet of
nauwelijks staan en lopen en leek vol
slagen uitgeput. Van praten was hele
maal geen sprake.
Het spreekt vanzelf dat aan Ahmed's
lijfelijke zorgen het eerst aandacht
werd besteed. Toen hij weer een beet
je op dreef was gekomen, vertelde hij
een ongelooflijk verhaal. Hij was op
weg naar huis - op korte afstand van
de bungalow - aangesproken door
drie grote, zwarte mannen. Toen hij
niet goedschiks wilde meegaan met
het drietal, hadden zij hem gedwongen
hen te vergezellen. Als laatste redmid
del had hij gezegd, dat hij de sleutels
van de bungalow voor zijn meesteres
bewaarde en dat zij zeer ontstemd zou
zijn als bleek dat hij was verdwenen
met de sleutels. "O", had één der
mannen gezegd, "daar zorgen wij wel
voor!" Van wat er verder gebeurd was
herinnerde Ahmed zich niet veel. Hij
had het voedsel van zijn belagers ge
weigerd, vrezende voor een of andere
betovering. Hij wist ook niet, hoe hij
op het binnenplaatsje terecht gekomen
was, want hij had na de eerste ogen
blikken van de fatale ontmoeting het
bewustzijn vrijwel verloren: in ieder
geval had hij geen herinnering aan
hetgeen er verder met hem gebeurd
was.
Het spreekt vanzelf dat de kampong
nu voldoende wist om vast te stellen
dat bosgeesten, "Gendroewo's" Ah
med hadden te pakken genomen (zie
TT van 1 oktober p. 7: "bos- of tuin-
geesten van reusachtige omvang en
van het mannelijk geslacht"). Maar
sceptische lieden wilden graag het
naadje van de kous weten. Zij namen
als uitgangspunt de terugkeer van
Ahmed, verzochten hem zich in de
zelfde houding als waarin mevrouw A.
hem had aangetroffen op het binnen
plaatsje te gaan zitten en fotografeer
den hem van alle kanten. U raadt het:
geen van deze foto's is gelukt: de
films kwamen belicht doch zonder
beeld uit het toestel. Wat er gebeurd
is met Ahmed is nu nog een even
groot raadsel als toen. Er werd uit de
bungalow niets vermist, hetgeen pleit
tegen de veronderstelling dat Ahmed
te doen had gehad met rampokkers.
De sceptische Europeanen blijven
het hoofd schudden en zoeken naar
"rationele" oplossing van de vraag,
wat er nu precies met Ahmed is ge
beurd. Doet U mee? jpR
Scrabble
"Opa beweert, dat
Perkoetoet een echt
Hollands woord is,
afgeleid van de woorden
per, koe en toet"
21