m
De mythe van de Brantas op een halve
koperen plaat or Dr. h. j. de Graaf
i m i
D7b™e"eT an Songgori.i vóór het gelijknamige hotel, die misschien iets te maken
heeft met de door Dr. Th. Pigeaud besproken koperen plaat.
Dezer daqen werd ik verblijd met een boekgeschenk, dat de weinig uitlokkende
titel draaat van "Catalogue of Indonesian Manuscripts (Catalogus van Indone
sische Handschriften). Het is een uitgave der Koninklijke Bibliotheek te Kopen-
haaen (Det Konqelige Bibliotek). Nu zou deze titel misschien misverstanden
tunnen wekken Handschriften zijn nl. niet enkel met de hand geschreven
schrifturen, doch ook op koper gegraveerde oude Javaanse oorkonden of oo
wel manuscripten op palmblad of katoen. Evenmin is de bedoeling dat al deze
schrifturen in de Bahasa Indonesia of de Indonesische taai geschreven z:jj
Verre van dien Maleise geschriften vormen zelfs de minderheid. Indonesisch
duidt Mer aneen maar aam dat het om geschriften gaat, die binnen het huidige
Indonesië ontstaan zijn. Die kunnen in meerdere talen geschreven zijn: Maleis
Javaans Balisch enz. Ook het schrift is niet steeds eender. Er is allerlei soort
van oud en nieuw Javaans schrift, Arabische letters, en zelfs oud-Lampongs
schrift. Variatie is er dus genoeg.
Deze Catalogus is samengesteld door
een drietal Nederlandse geleerden, nl.
de in 1971 overleden hoogleraar te
Sydney, dr. F. H. van Naerssen, dr.
Th. G. Th. Pigeaud en dr. P. Voorhoe
ve. De reden, dat juist Nederlandse
geleerden en geen Denen voor deze
bijzondere taak werden uitgenodigd,
is de volgende.
Te Kopenhagen in de Koninklijke Bi
bliotheek, het Rijksarchief en het Na
tionale (Volkenkundige) Museum zijn
door een aantal, meest toevallige om
standigheden enige manuscripten van
velerlei aard uit Indonesië terecht ge
komen. Soms maken zij deel uit van
een correspondentie met een Indone
sisch vorst als de sultan van Bantam,
in de tijd toen de Denen nog een
eigen Oost-Indische Compagnie had
den. Sommige zijn door aankoop ver
worven, andere, de meeste, zijn ge
schenken van Deense reizigers of van
Denen, die in de Oost een betrekking
of hun beroep hadden, zoals de be
faamde Mads Lange (1807-1856), die
jaren lang op Bali vertoefde, daar
soms zelfs een zekere politieke rol
speelde.
Nu ontbreekt het de Denen allerminst
aan intelligentie en bekwaamheid, om
talen te leren, maar nooit hebben ze
zulke langdurige handelsrelaties ge
had met Oost-lndië als de Nederlan
ders. Vandaar, dat ook hun weten
schappelijke verbindingen met onze
Oost heel wat schaarser zijn dan ten
onzent. In Denemarken kan men dus
lang niet zoveel degelijke kenners
van Indonesische talen verwachten als
binnen onze landpalen. Vandaar dan
ook, dat de hulp der Nederlands ge
leerden werd ingeroepen, om de ver
spreide "Indonesische" handschriften
in Deens bezit te catalogiseren. Toe
vallig behoren alle drie heren tot de
oude garde, wie het gegund werd, nog
lang na de souvereiniteitsoverdracht
met produceren van geleerde werken
door te gaan.
Het resultaat mag gezien worden, want
het is een prachtige catalogus ge
worden, niet zo maar een dorre lijst,
van titels met nummers, doch een uit
voerige, boeiende en soms levendige
beschrijving van uiterlijk en inhoud der
"handschriften", of het nu koperen
platen, beschilderde katoenen doeken
of manuscripten op papier, of boom
bast, of palmblad betreft. Sommige
handschriften kregen prachtige inlei
dingen, enkele een volledige vertaling
met commentaar en 44 fotografische
reproducties geven een uitstekende
indruk van het uit- en inwendige der
handschriften. Zelfs een volslagen
leek zal er bij het doorbladeren tot op
zekere hoogte van kunnen genieten.
Het ware een al te sterk beroep doen
op het geduld en uithoudingsvermogen
mijner lezers, als ik zou pogen hun
een enigszins volledig overzicht te
geven van de inhoud. Ik wil daarom
slechts hun aandacht vragen voor één
opstel, dat mij al bijzonder sterk ge
troffen heeft, t.w. het artikel van mijn
vriend Pigeaud over "A Pre-lslamic
Mythological Tale", een voor-islamie-
tisch mythologisch verhaal, door hem
van de koperplaat overgenomen, ver
taald en van aantekeningen voorzien.
Het is dus een oude historie uit de
tijd van het Hindoeïsme op Java, dus
van vóór de inburgering van de Islam,
ofschoon wel uit de nadagen van het
z.g. "heidendom", dus zo omstreeks
het jaar 1600.
Nu moet men zich van die "tale niet
al te véél voorstellen. Het gaat hier
om totaal één halve koperplaat, die
bovendien nog voorzien is van het
nummer 6, zodat we wel mogen aan
nemen, dat er nog vijf andere platen
aan vooraf gingen van hetzelfde soort.
Misschien volgden er nog enige daar
na, zodat we van het hele verhaal op
zijn gunstigst maar één twaalfde deel
over hebben. Bovendien is de koper
plaat vermoedelijk door de auteur zel
ve met niet al te duidelijke letters
bekrast.
Wanneer maar zo'n klein gedeelte der
ganse verzameling koperplaten be
waard is gebleven, en dan nog be
schreven met halve regels, is het heel
moeilijk om iets over de inhoud te
vertellen. Dank zij de grondige kennis
omtrent de Javanen en het Javaans,
de scherpzinnigheid en de beheerste
fantasie van dr. Pigeaud is het toch
nog gelukt uit dit armzalig fragment
iets zinnigs te voorschijn te halen.
Wij zouden natuurlijk dr. Pigeaud bij
zijn onderzoek op de voet kunnen vol
gen langs de steile bergpaden van
zijn vernuft, waarlangs hij toch tot ze
kere conclusies wist te komen, waar
bij hij zijn voorzichtig en scherpzinnig
betoog besluit met de Arabische woor
den "wallahu alam bissawab", God is
de Enige, die de waarheid het best
kent. Doch ik vrees dat mijn lezers
op de smalle weg langs deze afgron
den duizelig zouden worden en ik no
dig hen dus niet uit tot zo'n gewaag
de klimpartij. Vruchtbaarder en aan
genamer lijkt het, maar dadelijk met
dr. Pigeaud's slotsom te beginnen, zij
het dat de geleerde schrijver volmon
dig toegeeft, dat aan zijn betoog de
fantasie niet geheel vreemd is geble
ven. Doch dit "fantastische" betoog
werpt toch zoveel licht op het oude
Java en zijn bevolking, dat ik de ver
leiding toch niet kan weerstaan, met
de fraaie conclusie te beginnen.
Men stelle zich voor een oud-Javaans
heiligdom, een tempeltje, zoals de tem
pel van Songgoriti bij Batoe, niet ver
6