HORAS!
■■Mi#».
De dogear is nog een veel voorkomend vervoermiddel in de
Bataklanden.
In de cude Batak-kampongs scharrelen varkens en kippen vrij
rond.
Deze oroet wordt overal voor gebruikt bij de Bataks rond het Toba-meer. Bij
het verwelkomen, het heengaan, gewoon als groet, alles kan De Karo-Bataks in
het "hoogland", dat is b.v. Brastagi, Kaban Djahe. Tebing Tinggi, etc hebben
weer een andere groet. Ook is de klederdracht daar iets vrolijker van kleur dan
het stemmige meer donkere, rond het meer. Maar wat het ook zij, overal is dit
trotse volk vrolijk en vriendelijk. Maar vooral musicaal. Ze hebben fantastische
stemmen Daar hoeft geen microfoon, dure loudspeakers of wat dan ook aan te
pas te komen Met hun zang vullen ze gemakkelijk grote ruimten, ook al zijn het
slechts een man of vijf. Ze zijn meestal christenen, dus kun je van hun zang
genieten bij de diensten, en dat draagt heel ver I
Dan zijn het goede ruiters, dus heb
ben ze hart voor hun paarden, die er
dan ook verzorgd en goed uitzien.
Zelfs de dos-a-dos-paardjes waren wel
gevoed. Geen maaer scharminkeltje
heb ik er gezien. En er rijden nog vol
op van die biekjes. Dat is, na de bus
het vervoer. Over die bussen II! Er
is wel een frequente dienst overal naar
toe. Maar vraag niet hoe Ze blazen
en toeteren, en gaan geen millimeter
voor elkaar opzij! Rakelings langs el
kaar heen. En de passagiers onder
gaan het gelaten, zijn het gewend. Als
druivetrossen hangen ze ook buiten
aan de bus. Dan wat er nog bovenop
tussen de bagage zit! Als er ergens
een politie controle is, geeft men dit
passerend aan elkaar door, en dan
gaat er een groot zeil over de barang
en mensen om als het gevaar ge
weken is de zeilen weer eraf te halen,
en de mensen weer frisse lucht krij
gen en uitgewaaid op de plaats van
bestemming komen.
Het is wel een genot om door en langs
echte oude Batakse dorpjes te rijden.
De hoge daken met idjuk bedekt en
de wanden met prachtig houtsnijwerk
versierd. De varkens die met de kip
pen overal rondscharrelen en voor je
voeten lopen. Op weg naar het Toba-
meer langs de (bekende) onderne
mingen van thee, rubber, palmolie en
kaju manis (kaneel, nieuwe aanplant!)
via Pematang Siantar. Vroeger het
dichtstbijzijnde uitgangsplaatsje van
de planters die rondom op de onder
nemingen zaten Het is nog veel oud
gebleven, en het oude Hotel is er ook
nog. Maar natuurlijk is het veel druk
ker geworden met het verkeer. Maar
waar niet? Na een lunch in een Pa-
dangs restaurant (Heerlijke ECHTE
Padangse kost na jaren I) verder. De
volgende stop was de Piso-piso-wa-
terval. Vandaaruit heb je al een glim-
psje van het meer met het eiland Sa-
mosir! Er stond een klein afdakje waar
ze wat drjnks verkochten, maar ik was
meer geinteresseerd in de grote pot
op het vuur, waar je zo een warme
djagung rebus kon krijgen I I Verder
zakten we af naar de diepte, slinge
rend langs het meer totdat we op de
plaats van bestemming kwamen: Pra-
pat. Daar bleven we enkele dagen.
Hebben trips over het meer gemaakt.
Onbegrijpelijk (ook voor de weten
schap zegt men) dat het meer zo diep
is, nl. 700 m. en aan de kantjes
"slechts" 40 m. Maar het water is hel
der, en waar de grootste diepten zijn
rond het eiland Samosir, is 't net inkt
water. Over het eiland zelf hebben we
ook een trip gemaakt naar de histo
rische plaatsen van de oude Batakse
koningen. Wel de moeite waard.
Het hotel lag vlak aan het water en je
kon kijken naar de drukte op het wa
ter. Vooral met het week-end. Ook
hier dan allemaal dagjesmensen, die
zich vermaakten met waterfiets, wa
terskiën of zo. Met stomme verbazing
heb ik zitten kijken naar een tentje
waar ze opgepompte binnenbanden
verhuurden aan diegenen die niet kon
den zwemmen en toch in het water
wilden rondplassen. Wat een vinding
rijkheid. Kom eens op de gedachten I I
Veel te vlug gingen de dagen voorbij
en moesten we weer terug naar Me-
dan. Die stad is natuurlijk ook veran
derd. Drukker, en niet veel schoner.
Maar ja, dat is er net als in elke andere
stad in Indonesië. Natuurlijk moest ik
een kijkje nemen in de bekende win
kelstraat Kesawan, waar ik als school
meisje zo vaak door heen ben gefietst!
Veel verwachtte ik er niet van. Het
oude gebouw van de boekhandel Va
renkamp waar je je schoolbehoeften
kocht staat er wat verwaarloosd bij.
Het is nog steeds een boekenzaak
maar een schaduw van wat het is ge
weest. Het enige wat netjes is geble
ven is het bekende Tip-Top restaurant
(voorheen Epperlein, waar je een ijsje
ging halen) en fungeert nog als zo
danig. En wie in Medan heeft gezeten
weet natuurlijk wat hotel de Boer was.
Vooral op hari gadji van de planters.
Nu is dat een verwaarloosd geval en
niet als zodanig in gebruik. Maar, het
postkantoor en station er tegenover
staan nog goed in de verf, zoals alle
gouvernements gebouwen. De moskee
en het 'grote' sultanspaleis ook onder
gouvernements toezicht. En in de wij
ken buiten 't centrum staan nog steeds
de oude bomen langs de wegen. Dat
geeft zo n lekker koel effect, na het
stoffige van het centrum.
Na een week was de vakantie op en
keerden we weer met het vliegtuig
van het Polonia-vliegveld terug. Het
was voorbij. Heb weer eventjes in het
verleden gekeken en daar ben ik toch
weer blij 'mee het teruggezien te heb-
b8n' J.KUYPERS
Een zalm is een dier dat zich verbergt
in een conservenblikje om er slechts
uit te komen, wanneer er onverwachts
bezoek komt.
Groucho Marx
8