Nachtreis per bus Een maand vakantie, die mij na een 20 jaar weer eens de gelegenheid gaf het mooie landschap van Midden-Java te bewonderen en te genieten, had ik doorgebracht te Wonogiri, een klein plaatsje, waar het rustige ritme van "het platte land" het leven regelt, in scherpe tegenstelling met wat ik gewend ben: het duizelingwekkende lawaai, drukte en gejaagdheid van Tangerang en vooral Jakarta. Daarheen was ik gegaan per vliegtuig. Dat gaat gemakkelijk, vlot, en snel. Binnen drie kwartier Jakarta - Yogyakarta. Overigens een emotieloze tocht; je hoeft niets anders te doen dan te zitten. Van het landschap zie je niets; daar vlieg je te hoog voor. Daarginds echter hoorde ik van het bestaan van een busverbinding regelrecht van Wonogiri - Merak via Tangerang. Prachtig! Hier instappen, daar uitstappen. Ideaal! Daartoe besloot ik dus, niet vermoedend wat een tegenstelling mijn terugreis zou zijn met mijn heenreis. Vooreerst heb je het verschil in prijs: één tiende deel slechts oftewel Rp. 1800,Ten tweede het verschil in tijd: je stapt om 12 uur 's middags in een door de zon verwarmde bus en je stapt uit in Tangerang om 7 uur de volgende morgen. En ten slotte het belangrijkste: je maakt wat mee. De rit gaat via Solo, Boyolali, Salatiga, Semarang en vandaar langs de noord kust via Jakarta naar Tangerang. We zouden moeten vertrekken op het mo ment, dat de zon haar hoogtepunt heeft bereikt wat betreft stand en werkzaamheid. Maar dat gebeurde niet: slechts een half uur te laat. Maar toen ging het meteen vlot en in snel tempo over de goede en brede weg naar Solo, waar we omstreeks half twee arriveerden op het zeer ruime terrein van het bus-station, de speel plaats voor honderden bussen en bus jes, die door elkaar krioelden. Ziezo, dacht ik; dat gaat goed. 't Is nu half twee. Dan komen we straks door de prachtige streek van Salatiga en Merbanu, vol fris groen en kleurige bloemen, pronkend in het licht van de middagzon. Maar wat een illusie! We bleven staan, stilstaan, op de plaats rust totover half vijf! Eigeniïffc had ik het kunnen weten. Er zijn dag bussen en nachtbussen. Ik had een nachtbus genomen. Wel, zo'n bus om zijn naam niet te verloochenen, kan niet overdag gaan rijden. Daar stonden we dan. Gelukkig in de schaduw van een gebouw met een ruim uitzicht over vrijwel het gehele uitgestrekte terrein. Dat maakte, dat dat lange wachten niet te lang werd, want er viel wat te zien. Honderden bussen krioelden er door elkaar, van grote ondernemingen, die verbindin gen onderhouden van Surabaya naar Jakarta of Bandung naast kleine, die de desa met Solo verbinden. Onder nemingen, die een aantal bussen in de running hebben, naast andere, die over één of twee voertuigen beschik ken voor het streekvervoer. Je ziet er grote, moderne luxe-bussen met er tussen door rammelende vehikels van gevorderde leeftijd. Maar alle hebben één eigenschap gemeen: zij zijn alle maal vol, dwz. in Indonesische zin. Voor ons betekent dat: overvol. Dat schept voor de Indonesiër een sfeer van "ramah-tamah" oftewel: gezellig heid. Aan die gezelligheid heb ik over dadig kunnen deelnemen. Op 'n uit stekend hoekje schuin achter de chauffeur met goed uitzicht op de weg, zat ik keurig ingeklemd, zodat ik geen vin kon verroeren, enkel mijn voeten: 3 cm vooruit, 3 cm achteruit. Toen heb ik ook voor het eerst ont dekt, dat mager zijn een nadeel kan opleveren: de natuurlijke zitkussens ontbraken en dat was op de duur enigszins pijnlijk. Om half vijf vertrokken we dan uit Solo, passeerden de streek van Sala tiga, toen het al donker was. Maar of 't nu licht of donker was, dat gaf geen verschil: met eenzelfde vlotte vaart snelden we over de weg. Ik had be wondering voor de chauffeur, die dat grote gevaarte van een bus langs de slingerende wegen, helling op, helling fiiiiiiiiiiliiiiliiiliillliiiiiiiiiiiliiiiiliiiÉniiiiiiNiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiillillllllllllllllllllliiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiliiiiiiM"jjj ZOVEEL FOTO'S, ZOVEEL KOPIJ over Indonesië hebben we na dit nummer, bij gebrek aan plaatsruimte nog over! Niet teleurgesteld zijn als u uw bijdrage niet heeft aangetroffen, in het dubbele Kerst/Nieuwjaarnummer hebben we de ruim te en geven we uw "weerzien met Indonesië" een goede plaats. Tot dusver hartelijk dank voor uw kostelijke bijdragen. Het is een mooi nummer ge worden, vindt u ook niet? Red. T.T. Foto links: In de kraton van de Sultan van Yogya, ontmoetten oost en west elkaar bij het beeld van Gumpala, de kratonbewaker. Onder: Buiten de kraton, oude nènèk met haar knusse handeltje van gendits, pelangi's, kains en andere kleding-noodzakelijkheden. Ingezonden door S. M. Jalhaij, Purmerend. muiminiumminimumiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiminimmuiminimuminnuuuui)

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1977 | | pagina 8