99Vervelende Vent99
Üb): feSfc
pathieke, jonge man eens bezig was
sambal te fabriceren op de geijkte ma
nier, pepers met zout fijn wrijven op
een stenen tjobéh, toen een Koentil-
anak hem verraste. Bij de pinken zijn
de, smeet hij de tjobéh met sambel in
het gat in haar rug. Ik heb zo mijn be
denkingen, een dergelijke daad lijkt
mij niet bepaald een reden om de man
sympathiek te noemen. Stel je voor,
de eerste de beste leuke Trien een
dergelijke behandeling te doen onder
gaan. Daarbij zou geen enkele jonge
man het in zijn bolle hoofd halen om
sambel te maken, dat is typisch vrou
wenwerk, vertel me nog wat. Ten der
de, dat zo'n onwezenlijk iets, een
geest heeft toch geen stoffelijk li
chaam, er met de tjobéh vandoor gaat,
is een giller. Maar in de goede oude
tijd bestond nog respect en discipline.
Het geluid dat dit wezen produceert,
is een wezenloos gelach, zoals im
becielen zouden doen. Het bezorgt je
wel kippevel, als je het voor het eerst
hoort. De maker is een kleine uil, wel
licht dat dit de oorzaak is van de
bewering, dat zij wel eens in de vorm
van een vogel verschijnt.
De "gondoroewoh" is een typische
boomgeest, die zich ophoudt in de
waringin of in de koolbandaboom. De
slachtoffers zijn kinderen, mannen en
vrouwen, dus geen speciale voorkeur.
Ik heb wel eens gehoord van een des
kundige, dat dit een personificatie is
van de Hindoegod Shiwa, die in de
pre-arische tijd ook een bosgod was.
Er bestaat een boek, getiteld "De Ja
vaanse geestenwereld" waarin deze
verschijning met nog andere, z.a.
de "nini-towoh" en de "wèwè-gombel"
uitvoerig besproken wordt.
Op de vraag of een modern mens dit
moet afwijzen, zou ik willen ant
woorden met een citaat van Koeng
Foe T'sze: bij noodzakelijke ontmoe
ting met bovennatuurlijke aangelegen
heden is het verstandig een zekere
hoffelijkheid te betrachten. Overigens:
houd U op een afstand.
BE-ER
Noot van de redactie:
Het aantal schrijfwijzen van de gondo
roewoh is even veelvuldig, als het
aantal interpretaties van de griezelig
heid van het wezen.
TONG TONG
In het Besoekische waar ik geboren
werd en het grootste gedeelte van
mijn jeugd heb doorgebracht hing of
stond zo'n grote tong tong meestal in
een gardoe (houten wachthuisje) aan
de kant van de weg. Deze gardoes
liggen ongeveer zo'n vier of vijf kilo
meter van elkaar. In droge gebieden
waar de kali ver van de weg af
ligt is een gardoe dikwijls ook voor
zien van een grote kwali/kemaron
(aarden pot) gevuld met water en
tjanting van batok klapa om dorstige
voorbijgangers van drinkwater te voor
zien. Een gardoe heeft een community
Buiten was het frisjes, de lucht was
grauw en sterk toenemende wind met
hier en daar voorkomende regenbuien
was er ook.
Dit alles werd in stilte waargenomen
door een Indo van uit een geriefelijke
en behagelijke Nederlandse huiska
mer. Dan, onverwachts en ongewild
verscheen het beeld van warm Borneo,
onmetelijke oerwouden, grote rivieren
en Dayaks.
Ach, wat een zoete herinnering is dat.
Maar, het is al zo lang geleden. Soe-
dah, niet meer er aan denken maar.
Hij draaide zich om en liep richting
kachel. Gooide een zak kolen bij, een
beetje schudden en opende het luikje
om er met de pook wat in te porren.
Maar, wat zag hij daar? Ja, daar tus
sen die gloeiende kolen. Hij bleef on
bewegelijk voor de kachel djonkok en
staarde wezenloos in de vuurhaard.
Hij zag suikerfabriek Kebon-Agoeng.
Een kleine jongen van een jaar of acht
klom in locomotief nummer 2, opende
het luikje om in de buik van de lo
comotief te kijken en de machinist
waarschuwde: "Djangan njo, nanti di-
senenni papi. Ajo, toeroen." Hij schrok
wakker door een stem vlak achter
hem. "Niet te lang open houden die
kachel, denk aan de kolendamp." Ach
ja natuurlijk, hij was in Amsterdam.
Ajo niet meer aan vroeger denken,
vergeten maar. Dus, hij trok zijn jas
aan om een wandeling te maken in de
directe omgeving om bewust te ge
nieten van de natuurlijke schoonhe
den die uiteindelijk toch in zijn directe
omgeving waren. Hij liep in de rich
ting van het kanaal en bleef staan om
naar het langzaam stromende water
te kijken en zag een dode karper drij
ven. Het kanaal was even breed als
de Martapoera-rivier van Bandjermasin
maar er drijft geen iloeng (waterplan
ten) op het water. Adoe, alweer die
ongewilde vergelijking. Ajo soedah,
naar binnen maar weer. Eenmaal in
de huiskamer terug gekomen, pakt hij
zijn gitaar en speelt zo maar fcwat
functie.
In de nacht is de gardoe een basis
voor de kampongwacht (Patrol). Bij
toerbeurt moesten de kampongbewo
ners in de geest van herendiensten en
aan de hand van een wachtrooster
samengesteld door het kamponghoofd
elke nacht wachtlopen. De patrol, twee
man sterk bedienen zich ook van tong
tongs, maar dan kleiner dan die van de
gardoe en meestal van bamboe, om
al wachtlopend ritmisch op de kleine
tong tongs te slaan. Merkt de patrol
iets verdachts bij een kamponghuisje
dan kloppen zij op de gedèk/bilik wand
of deur van het bewuste huisje en
vraagt men de bewoners of ze tangèh
(Madoerees voor "Wakker") zijn. Im
mers er kan 'n dief zijn binnengeslopen
en door het wekken van de bewoners
snel ontdekt worden. Ik luisterde vroe-
éi
hurken op een muur met mijn tjapil
en een schijfje semanka in de hand net als
een paman-tani
deuntjes, Maar, lohwaarom speelt
hij opeens "Bandjermasin waktoe ma-
lam?" Weg die gitaar.
Op een dag ontmoette hij een kennisje
van hem. Het was een Nederlandse
vrouw. Ze was leuk om te zien, fijn
gebouwd en had lang zwart haar. Hij
maakte een complimentje en zei: "Me
vrouw, U doet mij sterk denken aan
een mooie Indonesische vrouw."
Op een dag ging hij met een groepje
Nederlanders op vacantie naar het
Gardameer. in Italië. Het was er heel
mooi, werkelijk waar. Rotsen, koel hel
der water en veel grote bomen. Al
leenniet zo groot als die van
Borneo en zonder apen zoals in Men-
dit. Ach jongen, je bederft het voor de
anderen, het is hier toch wel echt
mooi hoor. Wat wil je toch met jouw
eeuwige vergelijkingen? "Oke, ik zal
het niet meer doen, niet meer hard op
vergelijken." "Kom op, wij zullen een
foto van je maken aan het Garda
meer" zeiden de anderen tegen hem.
"Accoord, waar is mijn tjapil en geef
me gauw een schijfje semanka, dan
ga ik daar op die muur hurken net als
een paman-tani van Java ja?
"Verdraaid, daar heb je hem alweer
met zijn Indonesische vergelijkingen.
Wat een vervelende vent ben je toch."
Inderdaad, vervelend hoor. Hij geniet
ook wel van de directe omgeving maar
kan toch niet nalaten te vergelijken
met wat hij vroeger heeft meegemaakt
en gezien. Minta ampoen dia.
R. F. VON STIETZ
ger met plezier naar het geluid van de
patrol. Het gaf je een veilig gevoel dat
daar in die donkere nacht de patrol
patrouilleerde, vooral daar in ons ge
val toen de dichtstbijzijnde Politiepost
ongeveer 20 km verder lag bij Kalisat.
Bij groot onraad, brand, bandjir, vecht
partijen e.d. maakt de patrol pas ge
bruik van de tong tong van de gardoe.
Het samenroepen van de bevolking,
meestal voor het uitvoeren van heren
diensten, zoals het repareren van
kampongwegen e.d. gebeurde vroeger
ook via de gardoe-tong tong. Aan het
ritme waarop de gardoe-tong-tong
wordt bespeeld wist de bevolking wat
er aan de hand was. Ziedaar alles wat
ik kan vertellen over de tong tong,
overigens bij ons in Oost-Java-Besoe-
ki, hebben wij het nooit anders ge
noemd dan Tong Tong. DIG.
11