De Toekang Klontong leder mens heeft zo zijn herinneringen. Aan onbelangrijke dingen soms, die om reden ze toch wel indruk op je maakten, in je geheugen zijn blijven hangen. Zo schiet mij die toekang klontong nog wel eens te binnen die op een dag naar de pasanggrahan van Sempol in Oost-Java kwam fietsen, juist toen ik met de beheerster van het berghotel - die Eus heette - een praatje op het gazon voor de serre stond te maken. De eerste gedachte die bij mij opkwam was hoe de marskramer het had klaar gespeeld op zijn fiets het Idjen-pla- teau te bereiken, dwars door dicht oerwoud, langs een lange steile weg vol haarspeldbochten, dikwijls nog versperd door een omgevallen woud reus ook; maar misschien had hij kun nen liften met een van de stad terug komende lege vrachtwagen die koffie van het hoogland had afgevoerd. De kleine Chinees fietste statig en kaarsrecht, vol gratie. Hij was geheel in het wit gekleed, in kledij die losjes om zijn lichaam hing, en zijn haar was gemillimeterd met een kuifje van vo ren. De textiel op zijn bagagedrager torende hoog boven hem uit, hij leek op een acrobaat uit een cirkus, een ware evenwichtskunstenaar. Het was windstil. In de verte blikkerde de kalkformatie van de Kawah-ldjen in de felle zon. Op een honderdtal meters van het berghotel lag een bos met woudreuzen waarin 's avonds en 's nachts de walang-kopoh's huilden, en langs de weg die naar de pasang grahan voerde groeiden koffiehees- ters. De marskramer stak scherp tegen de heesters af en gefascineerd ston den Eus en ik naar hem te kijken. Toen hij bij ons aangekomen was stapte hij behendig van zijn rijwiel en groette vriendelijk. "Ik heb vandaag niets nodig man," opende Eus het gesprek in het Maleis. Maar de Chinees reageerde alleen maar door onverstoorbaar te glimla chen en begon de hoge stapel kleedjes matjes en borduurseltjes kalm los te maken en op de grasmat uit te sprei den, naast een reusachtige bougain- villae die me aan een fontein deed denken waaruit purper water spoot. "Zie je dat nou," viel Eus kwasi ver ontwaardigd uit, "hij doet net of hij niets hoort." En weer tegen de mars kramer: "Ik heb echt niets nodig hoor, bespaar je de moeite!" De Chinees deed of hij volslagen doof was en toch wel nieuwsgierig, bleven we staan kijken. Toen alle goederen in een grote cirkel op het gazon lagen, beschenen door een stralende zon uit een strakblauwe lucht, hurkte de kleine man, nog steeds glimlachend, achter zijn eigen dommen neer. Hij deed me denken aan de God van de overvloed, die je hier en daar van een heuvel over de vlakte kunt zien staren. Hij had dezelf de kalmte van die God, dezelfde glim lach, dezelfde onverstoorbaarheid. "Bagoes njonja, bagoes betoel dan tida larang," prevelde de man, "mooi mevrouw, echt mooi en niet duur." De aandacht van Eus viel op een geborduurd kleedje. In gedachten moet ze er al een plaatsje voor ge vonden hebben. "Toch wel fijntjes," zei ze zachtjes tegen mij, "er zitten mooie kleuren in, vind je niet?" Ik knikte van ja. "Wat kost dit?" vroeg ze aan de Chi nees. De koopman noemde een prijs. Het was of ze een vuistslag tussen de ogen kreeg. Ze wankelde letterlijk op haar benen en haar ogen brandden De geheel in het wit geklede klontong met ratel in de hand, een alom bekende figuur in het oude Indië (Foto Koninklijk Instituut voor de Tropen). in de zijne toen ze met stemverheffing zei: "Ben je nou gek geworden ke rel "Zegt u dan maar hoeveel," grinnikte de Chinees. Ze kwam onmiddelijk met een tegen voorstel en nu was het de marskra mer die een kleine komedie opvoerde en onder een huilerig protest, hurkend bijna ondersteboven viel. Maar de glimlach week niet van zijn gezicht en zijn oorspronkelijke houding weer in nemend zei hij hartelijk, alsof ze ja renlang de beste vrienden waren ge weest: "Tida bisa njonja, tida bisa, kasian, loegi-loegi," hetgeen betekent: dat kan niet mevrouw, dat kan niet, heb medelijden, verlies-verlies. Over en weer werd er toen met grote vaardigheid gepingeld, waarbij Eus een paar keer kwaad wegliep en de Chinees zijn goederen enkele malen bij elkaar raapte alsof hij wilde ver trekken. Maar tenslotte vonden ze elkaar dan toch omdat Eus - zoals ze zei - het gezanik beu werd. Met een ondoorgrondelijke glimlach, gelijk aan die gedurende de onder handelingen, zelfs in de meest kritieke fase, stapelde de marskramer zijn goederen weer op de bagagedrager Hoger en hoger klom de kolom, en toen hij opstapte zei hij over zijn schouder dat hij terug zou komen, met nog mooiere dingen, mevrouw was nu zijn klant. "Hoeft nietbitste mevrouw. Hij antwoordde niet meer. Hij had ge wonnen, hij won altijd. Statig reed hij weg. Met onnavolgbare gratie de toren achter zich in even wicht houdend. We keken hem na. Kilometer na kilo meter zou hij zo afleggen, heuvel op, heuvel af, het hele bergland door, van onderneming naar onderneming, van huis tot huis. En bij ieder huis zou hij stilhouden en zijn goederen uitsprei den. En hurkend wachten zou hij dan, glimlachend wachten, met een einde loos geduld. Hij keek niet meer om. We zagen hem weer langs de koffistruiken verdwij nen. Met dezelfde bekoorlijkheid als waarmee hij gekomen was, met de zelfde gratie. Een wonderlijk witte vlek tegen het donkere groen, een kleine Chinees, een marskramer, een toekang klontong "Je moet ze zo in de gaten houden," zei Eus toen hij uit het gezicht ver dwenen was, "ze zullen je altijd over vragen, maar hém had ik toch lekker te pakken." Ik zei niets terug, maar dacht er het mijne van. De glimlach op het gezicht van de koopman had boekdelen ge sproken én mij van het tegendeel overtuigd. FRANKEN Al Uw stencilwerk vlot en voor delig verzorgd door TONG-TONG Prins Mauritslaan 36, Den Haag, telefoon 070-54 55 00 54 55 01 ONS "LENINGEN TARIEF" 7 000,t.o. 60 mnd. van 150, 8.000,t.o. 60 mnd. van 172, 9.000,t.o. 60 mnd. van 191, 10.000,t.o. 60 mnd. van 213, 15 000,t.o. 60 mnd. van 316, ADVIES ASSURANTIE FINANCIERING Ook 1e en 2e hypotheken rente al vanaf 7,5 en verzekeringen SERVICEDIENST "RIETDIJK" Reinoutlaan 15 of antwoordnummer 14, Geldrop, tel 040-86 84 26 19

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1977 | | pagina 19