HERINNERINGEN AAN "OUD EN NIEUW" IN BATAVIA In onze familie van vaders kant was het traditie, dat alle kinderen Oud en Nieuw bij Oma en Opa vierden. Oma en Opa woonden op Bidara Tjina 67 te Meester Cornelis, dat nu Jatinegara heet. (in 1975 ben ik even "op en neer gegaan naar Jakarta om de stoffelijke resten van die Oma en Opa en van mijn zuster op Tanah Abang op te graven om ze hier in Den Haag weer te herbegraven. Ik ben toen wezen kijken naar dat huis aan Bidara Tjina 67. Vroeger bezat het vóór een terras van circa 3 m met daarvoor een stuk tuin van ongeveer 4 m. Bidara Tjina, dat nu anders heet was nu dermate verbreed, dat zowel tuin als overdekt terras "weg" waren. Het trottoir liep meteen voor het huis Met "kinderen" bedoel ik de generatie van mijn vader, die vier broers en twee zusters had- Eén oom kwam over uit Palembang (met "brojot") een andere oom (ook met de. hele reut) uit Kediri. Ik ontmoette daar dan een hele renteng neven en nichten en het was een drukte van jewelste. Maar, de viering begon eigenlijk al in november! En het gaf je een onbe stemd gevoel van spanningZo één of tweemaal per week kwam een oom, die ook in Batavia woonde, mijn vader ophalen (hij was in het gezegen de bezit van een auto, tjap Oldsmobi- le!) om vuurwerk te kopen. En als ik dan niet al te veel kattekwaad had uit gehaald, mocht ik als enige zoon mee. Nou dat was wat! "Tjap Gangsa", "doer-tor", "tjabé-ra- wit", "golongans" enz., enz. werd er stukje bij beetje gekocht, meestal op Pasar Baroe of Pasar Senèn, waar zij vaste toko's hadden. Ik herinner mij, dat tegen oudjaarsdag zowel bij ons thuis als op Bidara Tjina enorme hoe veelheden "mertjon" aanwezig waren! Ik was te jong om te weten wat dat allemaal kostte, maar ik geloof dat dat een heleboel geld was. Als ik er zo aan terug denk, geloof ik, dat het af steken van veel vuurwerk toch een beetje een status-kwestie moest zijn. (Am I right?). Twee of drie hutkoffers vol in totaal! Dat vuurwerk in die koffers werd zorg vuldig op slot gehouden en alleen als de djongos ze moest "djemoer", gin gen de koffers openDat vuurwerk raakte op oudejaars-avond en nacht nooit op, want ik "drukte zo het één en ander achterover, zo, dat ik met Chinees nieuwjaar ook weer van de partij kon zijn! De grote golongans met in het midden zo'n keiharde bom, werden op een geheime plaats bewaard. De 31e de cember werden hoge vlaggestokken in de grond gestoken voorzien van katrollen. Wel, op oudejaarsdag, zo tegen 11 uur kwam chauffeur Gani van mijn oom onze familie dan halen. Ons gezin met vijf kinderen, een paar baboe's en nog een djongos kon natuurlijk niet alle maal in één auto en dus werden er nog twee of drie taxi's besteld, omdat ook nog een hele lading bultzakken meemoest. Wij hadden een baboe, ge naamd Oudje, die in totaal 41 jaar bij mijn ouders heeft gewerkt! Zij was mijn tweede moeder. Zij was tijdens het transport van die karavaan zo'n beetje de baas! Gani en ook de andere taxi-chauffeurs hadden van mijn vader "printa-keras" niet harder dan 60 km te rijden. En zo reed de karavaan van Menteng Poeloe, waar wij woonden naar Meester Cornelis. Een hele heisa met vijf van die lieverdjes! Op Bidara Tjina werden we dan be groet door Oma, Opa en die eerder genoemde oom, die daar ook domicilie had. Wat gezellig eigenlijk, realiseer je je nu pas. Opa en die oom waren gekleed in pyama en Oma droeg meestal een mooie set sarong-kabaja. De oprijlaan van dat huis liep nogal steil omhoog, langs het terras. Het was ongeveer 10 m lang. Achter dat grote huis bevond zich nog een enorm kip penhok, dat natuurlijk een geliefkoosd speelterrein voor ons was, ook al was het verboden. Hun kebon zorgde er altijd voor, dat wij daar niet kwamen want -die kippen kregen "de zenuwen" van ons. 's Middags werd pisang goreng ge bakken voor de thee en tot grote er gernis van de kokkie werden die din gen onder haar neus weggejat door ons en de inmiddels ook gearriveerde andere neefjes en nichtjes. Zeker de helft was ze grif kwijt! Na het mandiën en het avondeten mochten we al een beetje beginnen met het afsteken van vuurwerk. De meisjes "zonnetjes", "sterretjes" en als ze al wat groter waren ook wat bengaals vuur. De jongens mochten met de ooms en vaders meedoen aan het ruigere werk, zoals voetzoe kers, doer-tor, tjap gangsa, vuurpijlen. Het was dan ook tegen die tijd dat de straatmuzikanten begonnen te komen, de topèng, ondèl-ondèl, "cabaret" van "Bellem Rika". Als die kwamen, moesten wij stoppen met vuurwerk af steken. Maar wat was het toch een gein, om een rijtje tjabé-rawits onder die ondèl-ondèls te gooien. Wel moest je dan maken dat je wegkwam, omdat je anders een flinke oorvijg te wachten stond. Opa zat dan altijd toch wel vergenoegd naar al die riboet te kijken, gezeten op zijn "privé" stoel, met naast hem een klein tafeltje, waarop een rechthoekig bakje stond met halve centen, centen, gobangs en stuivers, bestemd voor al die langskomende artiesten en niet te vergeten de eindeloze stroom bede laars. Voor ons kinderen was het natuurlijk iets heel bijzonders, dat wij tot na twaalf mochten opblijven! Zo tegen half twaalf werden dan haast religieus de golongans aan de vlaggemasten "gekèrèkt", waarbij geen van ons iets mocht afsteken. Het was geloof ik de kunst om die rèntèngs op een zodanig tijdstip te ontsteken, dat de grote bom aan het eind, precies om twaalf uur ontplofte- Wanneer dan met donderend geknal de eerste mertjons van de lange rèntèng afgingen, verstopten wij kinderen onze hoofden onder de ban- talsvooral met je mond open! Doeaaar! Bijna precies twaalf uur! Het dreunde altijd nog enige seconden na. Ouderen toastten dan en wij moesten het obligate "gelukkig Nieuwjaar oom" enz. afwerken en daar kreeg je slaap van. Gelukkig was het al gauw daarna "kinderen naar bed!" "Ajo, njo, ti- doer!" De groteren maakten dan nog even keet, maar ik lag dan doodop in mijn "pulau kapoek", dat ik al gauw "weg" was. De volgende ochtend waren wij kinde ren meestal eerder op dan onze ou ders. Wij hadden dan zo'n beetje het rijk alleen. Na een bad en een heerlijke-kostjes-ontbijt, bekeek je de rommel die overgebleven was, terwijl de eerste artiesten zich alweer aan dienden. De toch tamelijk grote voor tuin voor het overdekte terras was dan werkelijk helemaal bedekt met een 5 7 cm dikke laag papiersnippers, res tanten van al het vuurwerk. De kebon vulde daar krandjangs vol mee. En zo herinner ik het mij, ieder jaar. Tot de laatste keer, dat wij bijna weer Oud en Nieuw gingen vieren- De laat ste keer voor het uitbreken van de oorlog. Zoals altijd, waren we al omstreeks half november begonnen met het in kopen van het vuurwerk en het zal tegen eind november begin december geweest zijn op een stille zondagmid dag. De berichten over de in Europa uitgebroken oorlog en over de ko mende oorlog in Indië zorgden er voor, dat thuis de spanningen voelbaar wa ren, alhoewel je daar als kleine jongen nog eigenlijk geen flauwe notie van had. Maar dat er wat bijzonders op til was, had ik de afgelopen weken toch wel begrepen. Mijn vader, die 10

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1977 | | pagina 10