BIJZONDERE BOEKEN en rond 't bos gebeurde. Anders zou de modin zich toch niet zo onderdanig tot hem richten. Notabene een man die zelf als wijs en eerbiedwaardig in de desa's werd geëerd. Maar het duurde wel erg lang, dat bidden. Als eindelijk de handen zak ten, hij weer een sembah had gemaakt, nam hij de vuurtest op om zich er mee naar de lange "tafel" onder de boom te begeven. Hij nam zijn plaats in aan het hoofd. Dit was 't moment waarop ook de koe lies en hun zonen zich schuifelend een plekje zochten om de toegedekte heer lijkheden. De modin wachtte tot ieder een gezeten was. Dan kruimelde hij opnieuw wierook over het vuurtje dat hij brandend had gehouden door er telkens zachtjes op te blazen. Opnieuw gingen de handen omhoog"Bis- millahnu voor een langdurig ge bed hardop. De aanzittenden vielen hem voortdurend bij met een gonzend ...hamien... Als namens 'mbah-Retjoh ook de zegen was uitgesproken over het eten, konden de dekbladeren van de toempengs verwijderd worden. De gastheer wenste de mensen een goede maaltijd, met mama verliet hij de plechtigheid in het bos. Wij moch ten nog een beetje blijven, met baboe. De selamatan was nu wel gauw af gelopen. De mannen bedienden zich van een beetje rijst met toebehoren. Dat eten in het bos was ritueel, het feest vierden zij thuis met de "berkat" dat zij meekregen. Gezegend voedsel, waar ook vrouwen en dochters van mee aten. Deze mochten bij een sela matan niet mee aanzitten. Dat liet het Mohammedaanse geloof niet toe. Wij speelden onze spelletjes. Maar ik kon niet nalaten van achter een boom stilletjes te kijken naar de stille figuur van 'mbah-Retjoh. Zou hij zo roerloos blijven zitten? Of door de prikkelende geuren vlak voor zijn neus zo in de verleiding gebracht worden, dat hij het mandje naar zich toe zou trekken, en eten ging van wat de mensen hem hadden toebedeeld. Daar na tevreden de ogen weer sluiten, de handen vouwen en zijn ziel weer te rug laten keren naar onbereikbare gebieden Niets van dat alles. En baboe maande: "Mari non, poelang, soedah malem. Nanti"mommoh dateng..." maakten de zusjes de zin af. Gewend als zij waren aan geesten en spoken die baboe overal bij betrok. "Yah mommoh, yah bégal, yah tjoelih" somde baboe alle gevaren op. Niet alleen spoken, ook kidnappers en ro vers. Slechterikken die tijdens de "magrib" de streek onveilig maakten. Ook voor de lodjie was van de sela- maten een mand met toempeng-eten gebracht. Mama schepte ons elk een lekkere portie op. We smikkelden er fijntjes van. "Maar als 'mbah-Retjoh dat eten nou niet lust?" maakte ik me ongerust. Hij had immers helemaal geen aanstalten gemaakt. "Stom merd!" hoonden de zusjes. "Een geest eet toch niet. Hij ruikt alleen maar, ja maatje?" "Misschien wel, misschien niet", zei maatje die het zelf ook niet precies wist. "Morgen mag je kijken met baboe; als de anderen naar school zijn." Uitgerekend deze dag had baboe lan ger werk met de was. Toen het schone goed te wapperen hing aan de einde loze lijnen op het achtererf, zij bij kokkie in de keuken een kopje koffie had gedronken, pakte ze me bij de hand. "Mari." Soeratemie ging ook mee. Met ons drieën liepen we het pad af, naar het bos, vlak bij. En daar, onder de waringinGeen korrel was er over van de gele rijst. De klei ne tampah lag onderste boven op de grond, haastig weggeschoven. Pisang bladeren in 't rond. Het kopje lag met een gebroken oor op zijn kant. Ik keek 'mbafi Retjoh in het vertrouwde ge zicht. Hij glimlachte, toch anders van daag. Zo voldaan. Het offer had hem beslist goed gesmaakt. Er zouden geen ongelukken gebeuren met papa en zijn koelies. En de zusjes wisten er niets van. We stapten een beetje rond in het heldere kali'tje, lekker was dat koude water aan de blote voeten. Opge schrikt liet een srigoenting een door dringende roep horen. Of iemand met een natte vinger snel en hard wreef over de rand van een kristallen glas... twiéiéiét... Je oren gingen er van tui ten. We liepen naar huis, door het bos, waar tussen de bomen nog de geuren hingen van verwelkende bloe men, een vleug menjanDe apen joelden ons na. Dat die ook selamatan hadden ge vierd, met de ajam-alas en de semoet- genie, de gemene rode bosmier, kwam niet bij me op. Want wie, mens of dier, waagde 't zich te vergrijpen aan iets dat bestemd was voor 'mbah- Retjoh H. M. MARSMAN-VAN DEVENTER obat medicijn; goela-batoe kandij; kabaja soort huisjasje; djoeroetoelis schrijver; tjatjings spoelwormen; èmper 'an afdak langs 't huis; oendoer-oen- doers mierenleeuwtjes; slendang draagdoek; kepodangs wielewalen; ke- djelens soort ind. spreeuw; monjets apen; timpih koek van soja-bonen; djatti bomen teakhout; selamatan godsdienstige maaltijd; boros koentjie geurig kruid; klobot schutblaadjes van de mais; nonnie's roepnaam voor meis jes; mommoh spook of geest; tao'gé spruiten van een klein groen boontje; sroendeng gerecht bij de rijst; tampah WARE VRIENDSCHAP SLIJT NOOIT W' «I Mevrouw Suyderhoud brengt een bloemen- groet aan het graf van Dr. Soemantri Har- djoprakoso. Gedichten van wijlen prof. Dr. Soeman tri Hardjoprakoso in het Tijdschrift 'Tong Tong' brachten mij in kennis met de Heer en Mevrouw F. J. Suyderhoud die op 5 september jl. per vliegtuig een trip van zes weken naar Indone sia begonnen. Mijnheer is schoolka meraadje van Soemantri in Solo ge weest. Nu, begeleid door mijn vriendin Mevrouw Adiwidjojo bezocht het echt paar het graf om er, mede namens mij, bloemen te strooien. Zo'n schakel onderling kan alleen tot stand komen via 'Tong Tong', dat is er één facet van. Ik ben daar zeer dankbaar voor. E. VAN ZANTEN-HASSELMEIJER PLANTEN KRUIDEN Sterren, mensen, kruiden - Mellie Uyldert 10, Plantenzielen - Mellie Uyldert 32,50 Kruiden en gezondheid - het grote standaardwerk van geneeskrachtige kruiden - Maurice Mességué 37,50 Al Uw stencilwerk vlot en voor delig verzorgd door TONG-TONG Prins Mauritslaan 36, Den Haag, telefoon 070 - 54 55 00 54 55 01 wan-mand; koekoesan mandje waar in de rijst gaar gestoomd wordt; sembah eerbiedig gebaar met de samengelegde handen tot het voorhoofd opgeheven; menjan wierook; Mari non, poelang enz. Kom, we gaan naar huis, 't is laat; mommoh dateng komen de spoken; lodjie 't grote huis; srigoenting moe- ras-zwaluw; ajam-alas boskipje; 'mbah grootvader; Retjoh afgodsbeeld. 14

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1977 | | pagina 14