^loóina ^IjDagenaar Zij is geboren op Magelang op 28 april 1861 en gedoopt Josina Paulina Hendrika. Zij was een kind van de vorige eeuw, en net als velen uit die tijd, had ze geen gemakkelijk leven. Maar toch, al het zware en onafgebroken werk, waarvoor men heden zou terugschrikken, volbracht zij op een blijmoedige manier, alsof het vanzelfsprekend was. Josina, voorbeeld voor de jongere generatie, over haar wil ik U vertellen, geen fantasie, meer de waarheid over deze buitengewone vrouw. Het grootste deel van haar jeugd bracht zij door in het Protestants weeshuis te Semarang. Dat kwam doordat haar vader vroeg was ge storven en haar moeder weer was hertrouwd. In dat weeshuis leerde Jo sina veel nuttige dingen, die haar la ter goed te pas zijn gekomen- Wat zij er ook ontving, was een vast geloof, dat haar hele leven een richtsnoer is gebleven. Toen Josina 18 jaar oud was, verliet ze het "gesticht" om te gaan werken, maar dat duurde niet zo lang. In 1882, ze was toen 21 jaar, trad ze in het huwelijk met een militair, Izak de Wilde, een Hollandse jongen. Hij was een paar jaar ouder dan Josina. Als man en vrouw moesten ze wel een beetje krap leven, want de soldij was in die dagen nog erg gering. Toen de kindertjes kwamen, eerst Joanna en later Jopie, werd dat nog erger en stond Josina voor de opgave om met heel weinig geld haar kleintjes goed voor de dag te laten komen. En Izak was niet bepaald een model huisva der, wat weer andere problemen met zich meebracht. De kinderen hoefden echter geen honger te lijden, zolang er nog een kopje rijst per dag kon worden gekookt en er geld was voor een zoute vis. Die vis werd dan zorg vuldig in porties verdeeld, de kleintjes kregen kop en staart, de ouders de middenmootjes. Groente werd op de pasar gekocht voor 2 of 3 centen, maar dikwijls genoeg plukte Josine zelf wat papaja- of kangkoengbladeren. Was er geen vis, dan deden ze het maar met een gezouten eenden-ei. Ondanks al haar toewijding, liep het op zekere dag toch mis. Izak de Wilde, die het intussen tot sergeant-majoor der Genie had gebracht, kwam op een dag niet meer thuis. Een vriend van hem bracht de boodschap ,dat hij met pensioen naar Nederland was vertrok ken, natuurlijk met al hun geld! Ja, zo maar, stilletjes de benen genomen! Wat doe je dan, als Indische moeder met twee kleine kindertjes? Ja, er zat niet anders op, dan de handen uit de mouwen steken. Allereerst moest er natuurlijk een beetje geld komen, om eten te kopen. Een buurvrouw wilde haar wel de som van 50 cent lenen, maar... dan moest Josina eerst een kabaja voor haar naaien. En dat geschiedde dan ook maar meteen. Haar kleine huisje lag in de kampong, het was helemaal van hout opgetrok ken en had een aarden vloer, die elke dag besproeid moest worden tegen het opwaaien van stof. Klamboes had den de kindertjes niet, moeder brand de 's avonds de bekende obat nja- moek, om de muggen te weren. Schoenen mochten ze alleen naar school dragen, bij thuiskomst gingen ze direkt uit! Josina besloot terug te keren naar het Protestants, weeshuis, waar ze een be trekking kreeg als verpleegster. Dat was heel anders dan tegenwoordig, ze had geen enkel diploma. Maar ze kende wel huismiddeltjes, zoals voor zere ogen een stuk pisangblad, dat Josina Wagenaar in 1906 met haar kleinkind Corrie von Hugo verkoelend werkte. Alles ging goed, totdat ze op een dag Frans Viskei ontmoette. Deze man was klerk bij de weeskamer en ze bleken het goed met elkaar te kunnen vinden. Hun huwelijk, te Semarang voltrokken op 23 mei 1889 geschiedde in alle stilte, zonder enig feest Frans was een kalme en bedaarde man, die maar weinig eisen stelde. Op een dag bracht hij een vriend mee, die een cadeautje voor Josina bij zich had. Een pak chocola uit Holland! Voor de grap vertelde hij erbij "mod der uit Holland". Omdat Josina en haar kinderen nog nooit chocola hadden gezien, geloofden ze dat ook nog! De chocola werd niet opgesnoept, wie eet er nu modder? En het cadeautje werd na een paar dagen weggegooid Josina's huwelijk met Viskei bleef kinderloos en misschien was dat wel de reden waarom het geen stand hield. Na enige tijd gingen zij uit elkaar. Zo stond zij opnieuw alleen. De twee kin deren gingen naar school, groeiden op, en verlieten haar huis één voor één Op 49-jarige leeftijd leerde ze Bram Abels kennen, een zachtaardige en goede man die 10 jaar jonger was dan zij. Maar Josina was toen ook nog een knappe en forse vrouw. Ze voelden zich tot elkaar aangetrokken 'en ze trouwden op 18 februari 1910. Bram Abels werkte bij de Ned. Ind. Handels bank, waar hij jaren tevoren was be gonnen als eenvoudig boomklerk. Hij had later echter een soort vertrou wenspositie, want hij onderhandelde vooral met Chinezen over geldlenin gen, en goud of briljanten. Door zijn bekwaamheid was hij bij de bank erg gewaardeerd, men wilde hem daar niet graag kwijt. Maarom hem eens wat promotie te laten maken, dat was er ook weer niet bij! Bram was hierdoor wel eens wat ont moedigd en sprak met Josina over ontslag nemen. Maar daar was zij, vrouw die altijd vastigheid had ge zocht, beslist op tegen. "Waar wil je toch gaan werken, Bram? Het is een moeilijke tijd, blijf liever bij de bank". En zo bleef hij daar en kreeg op de lange duur toch wat hij had verdiend, een betere positie, groter inkomen en op het laatst een behoorlijk pensioen- Van haar derde echtgenoot kreeg Jo sina ook geen kinderen, hetgeen in verband met haar leeftijd te verwach ten was. Wel leefden ze samen in goe de harmonie en erg gelukkig. Door haar grote zuinigheid kon Josina nu wat geld opzij leggen en begon te denken aan een mooier huis. Toen haar oudste dochter getrouwd was leende zij van deze twee duizend gul den en kocht ze de smalle strook grond aan de Karreweg, waar nooit iemand belangstelling voor had ge toond Het was maar een vreemd ge vormd stukje, een huis kon er op de normale manier niet op staan, maar dwars bleek het precies te gaan, er bleef zelfs een tuintje over en een strookje langs de weg. Josina onderhandelde persoonlijk met de aannemer en ze liet alles precies zo maken als ze het zich had voorge steld. Het huis zou groot worden en ruim en luchtig. Tijdens de bouw kwam ze iedere dag kijken of er wel genoeg was opgeschoten en of alles wel goed en degelijk werd gemaakt. Zij dacht: als ik dan toch zo'n groot bedrag moet uitgeven, dan wil ik er ook wat voor terug hebben! Toen ze er kwamen te wonen, richtte Josina haar huis heel geleidelijk in, beetje bij beetje werd alles gecom pleteerd, totdat het uiteindelijk een welhaast weelderige stijl vertoonde. (wordt vervolgd)

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1977 | | pagina 15