^Somawtiefe in Uet oude <:E)ndië Zij kwam veel te vroeg haar schitterende donkere oogjes opendoen in de harde wereld. Ze werd in de kliniek Tjikini te Batavia als "zevenmaands" kindje in de couveuse gelegd. Toen zij zeven maanden oud was, een heel levendig intelligent baby'tje, gingen haar ouders naar het koude Nederland. Zij had geen weet van de tragiek die haar al bij het levensbegin boven het hoofd hing. Nooit konden we vermoeden dat uit de oproep in ons blad: wie kan ons meer over Ems van Soest vertellen? zoveel goeds zou voortkomen. Het was Ems van Soest zelf die op een middag in levende lijve voor me stond om alles te vertellen wat ik wilde weten. Ze woont notabene nog geen 5 minuten lopen van ons van daan! Het werd een kennismaking en (wat mij betreft) een vriendschap voor altijd. Na uren babbelen - de tijd vloog - kon ik niet nalaten haar te vragen iets voor ons Kerstnummer te schrijven. Ze stemde spontaan toe, wist al meteen waarover ze zou schrijven. Een week later kwam ze haar bijdrage brengen. Een bril jant stukje proza, zoals we het van onze lievelingsschrijfster van vroe ger kennen. We zijn er trots op, het u te kunnen aanbieden in dit num mer. L.D. Haar vader was verwikkeld in een perkara met het toenmalige gouverne ment (1867). Als Raadsheer in de bei de Hooggerechtshoven van Batavia, Nederlandsch-lndië, was hij een gro te knoeierij met opium trachten op het spoor te komen, waarin helaas mensen van autoriteit verwikkeld ble ken Die zaak moest getoetoept en daar verzette hij zich tegen met alle macht. Hij was, als afstammeling van een duits domineesgeslacht uit Oost- Friesland, een streng gelovig mens die God's geboden letterlijk nam. Wat streed met zijn geweten was hem een gruwel. Een schatrijke Chinees zond hem een équipage met paardenspan als hij hem vrij wilde pleiten van een zaak. "Zie je die ingang, waardoor je gekomen bent? Nu, direct over het erf de uitgang nemen!" en de koetsier had te gehoorzamen. Een doodvonnis van een naar zijn oordeel onschuldige weigerde hij te ondertekenen. Mr. Van Angelbeek werd met ziekteverlof naar Holland gezonden met zijn talrijk kroost en eenmaal daar aangekomen volgde het ontslag. Het nakomertje, de kleine Emma, hoor de hem in Leiden op het Rapenburg ijsberen door zijn kamer. Als hij een woedebui had zeiden de grotere broers dat hij weer een brief gekregen had zonder het Hoogedelgestrenge Heer er op. Ze hoorde van het proces dat hij voerde met de staat- Ze zag haar sierlijke, mooie moeder, Padangse van geboorte, die op haar zestiende met de veertigjarige rechtsgeleerde ge trouwd was en op haar veertigste veelvoudig grootmoeder was, steeds harder vechten om het grote gezin overeind te houden. Toen ze naar Am sterdam verhuisden, werd het nog er ger. Waardevolle dingen gingen het huis uit, verkocht, want het proces verslond geld. O, grote schande! Ze moesten de "busdokter" laten komen, als er ie mand ziek was. Geen wonder dat het dochtertje van de molenaar durfde vra gen of Emma bij hen kwam spelen. Ze was toch niet écht rijk, al sprak ze anders dan zij? Emma ging al vroeg leren dat geld een bron kon zijn van ongeluk, maar dat het echte geluk er niet afhankelijk van was. Ze was on danks alles een vrolijk kind en keek op de Dam naar Joedele Saar, een jodin die liedjes zong. Ze bikkelde en sprong touwtje onder de schaduw van Naatje op de Dam. En als er iemand aankwam ging ze er op af en vroeg ondeugend: "Weet u ook hoe laat het is?" om dan gierend weg te hollen als de meneer op zijn horloge keek, want de klok van de Munttoren verrees pal acher hem. Op haar vijfde verjaardag stond er in de Telegraaf van 1872: de mannen van het gouverne ment, aan 't welk de laatste dagen zoo vaak en zoo dringend herstel van on recht is gevraagd. Behoeven wij na men te noemen? Och, wat al treurige beelden roepen die van Janssen, van Roorda van Eysinga, van Douwes Dek ker, Van Angelbeek, Van Sassen op! Moge de jubeldag van den eersten April ook voor hen een dag van vreug de en voldoening zijn! Moge de Neder- landsche regeering op dien dag den Willem en Emma v. Soest onvergetelijken gedenkpenning stem pelen, voor eene goede regeering weggelegd - den gedenkpenning, die het nageslacht herinnert aan juist be sef van eer en plicht. "Multatuli en de Minister van Koloniën Keuchenius kwamen in persoon de armelijke wo ning binnen om Van Angelbeek moed in te spreken. Vier jaar later werd Em ma aan het ziekbed van haar moeder geroepen. Deze hield altijd de ogen gericht op een tekst aan de muur: "Zie het Lam Gods dat de zonden dezer waereld wegneemt." "Emma, ik heb een "kindje" voor je laten komen helemaal uit Parijs," zei Mama. De volgende dag stierf zij en toen de zwarte mannen met de kist kwamen gilde Emma het uit. Ze komen Mama halen, o, het mag niet, Mama moet hier blijvenDe oude raads heer was gebroken, maar hij streed voort. Niet voor niets stond in het familiewapen: Tenax Propositi ("vast houden aan een besluit") Toen Emma 21 was verloor ze ook haar vader. Het onrecht was geen recht geworden, maar er bleven vele boeken over waar in hij zijn zaak bepleitte. Ze berusten nu in de Koninklijke Bibliotheek in Den Haag. "Voor Emma is er nog recht op vrije overtocht naar Indië", waarschuwde haar zwager. Ze werd van top tot teen in rouwkleren gestoken met een sluier zo lang en dicht dat zij niets kon zien Trouwens zij snikte hartbrekend om het afscheid van een lievelingsbroer. In Indië woonden drie getrouwde zus ters. Hij had twee jaren vóór Emma het levenslicht gezien in Wonosobo, waar zijn vader controleur B.B. was. Hij groeide op als een brandal, zwom met katjongs om het hardst in elke kali, viel uit een hoge klapperboom, zat onder de littekens en reed hartstoch telijk paard. Zijn vader had bij de in specties langs vele suikerfabrieken ge zien hoe goed het was in die cultures en bedacht hoe schraal zijn tractement daartegen afstak. Hij was dolgelukkig in zijn huwelijk en in het begin was het jonge paar uren in de tuin geble ven om te genieten van de verlichting van hun huis waar de lampoe teploks voor échte lampen plaats hadden moe ten ruimen. Maar toen de suikerprijzen steeds hoger werden, schakelde hij om: hij werd beheerder, later eigenaar van Kali Bagor in de Bagelen, die hij tot modelfabriek maakte. Van de goe- dangvloeren kon men eten, de kope ren suikerpannen blonken als goud Hij was de eerste die een bepaalde oogst (100 pikol) per bahoe binnen haalde Hij werd een suikerlord. Hij was evenals Emma's vader een streng gelovig man en hij droeg onder zijn 16

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1977 | | pagina 16