Malang anno 1935 Wat de baar Si Anoe naar Holland schreef Si Anoe kreeg opdracht van Hogerhand (zijn vrouw, denken wij) de rommel zolder op te ruimen. Hij vond temidden van veel oud papier ook een bundeltje brieven, en dat redde hij uit de chaos. Hij heeft inmiddels tijd gevonden om die oude schrifturen door te nemen. Eén ervan, een brief van zijn hand aan de familie in Nederland is gedateerd Malang, 15 december 1935. Hij zond die aan Tong Tong. Iets voor jullie? Vast en zeker! Hier volgt die nu ruim 40 jaar oude brief. Het is een aller-individueelste impressie, dat wel, maar daarom niet minder lezenswaard. "Wanneer ik nu niet ogenblikkelijk be gin, schiet mijn brief voor U er nog bij in. De Zondag is namelijk alweer voor de helft voorbij en U weet, dat de middag en avond in Indië gevuld worden met rijsttafelen, rusten, het krantje, bezoek, eten en luieren (lezen en musiceren). Ik wil dus zorgen vóór het copieuze noenmaal een goed deel van mijn Zondagse plichten vervuld te hebben. Is er nieuws? Ik heb U Donderdag nog een vliegbrief gezon den, maar uit dit wonderlijke land valt feitelijk altijd wat te verhalen. In de loop der jaren vallen echter de bij zonderheden je niet meer zo op, zodat de inhoud van je pennevruchten ver andert van een boeiend verhaal vol land- en volkenkunde in een naargees tig verslag over je persoonlijke kom mernissen. Geen landverhuizer naar deze verre gewesten ontkomt aan deze aftakeling in zijn epistelsmaar ik geloof, dat het U meer zal interesseren te horen, dat de grote Mohammedaanse vasten zijn intree heeft gedaan. Van zons opgang tot zonsondergang mag geen goed Islamiet voedsel tot zich nemen Tegen een uur of zes 's avonds wordt de dag uitgeknald met een zwaar schot, dat in de moskee wordt gelost- De Javaan heeft nogal lak aan de ker kelijke voorschriften, maar de Soen- danees is zeer wettisch. Die stipte na leving maakt de mensen in zo'n vas- Oe R.K. kerk op Kajoetangan in Malang tenmaand uitermate slap. Zij moeten immers al om 4 uur 's morgens aan de kokkerellerij en liggen vanwege de late tweede maaltijd eerst om 10 uur weer in hun bed. Tevens is dit de tijd om met voetzoekers en knalpotten me demensen en kwade geesten de stui pen op het lijf te jagen. Als poëtischer middel ter verjaging van boze boven aardse machten strooien de vrouwen bloemen op de kruispunten der we gen. Christenhonden en andere heide nen zien met een medelijdende blik dit schouwspel aan, maar worden des ondanks geïnfecteerd met het onuit roeibaar bijgeloof, dat één van de eigenschappen is, die Jan Oost na een verblijf van jaren aan iedere gevoelige ziel meegeeft. Ik heb U nog nooit geschreven over een doodgewoon straatbeeld, waar elke baar van omvalt. Herhaaldelijk ontmoet je in de meest prozaïsche buurten met klatergoud bont toege takelde en zwaar geschminkte wezens. Voorop gaat een jongetje met castag netten, trommel of trompet, dan volgen een of meer lonkende haremdames uit 1000 en één nacht en de stoet wordt gesloten door een aantal Tataarse krijgslieden en onbepaalde types, die de lachlust van de Javaan heten op te wekken. Het geheel is een gezelschap toneel spelers, die om publiek te trekken een gratis voorproefje van hun kunnen ge ven. Maken zij het geldelijk goed, dan laten zij zich onder het monotoon ge- tam van de muziek rondrijden in paard en wagen. Zou een dergelijke recla metruc niets voor onze noodlijdende schouwspelers zijn? Maar naast bovengenoemde muziek valt ook in Malang's straten een flui tist te beluisteren. Zijn instrument is van een allerwonderlijkst maaksel, vol kwastjes en koperen bolletjes en meet niet meer dan drie decimeter. Het wijs je, dat hij blaast, is even zonderling als het instrument. Zonder maat. Kort en schel, zodat het - boven alle andere straatgeluiden uit - reeds van verre te herkennen is. Op zijn schouders draagt deze muzikant een pikolan, - een draaglat, U van de foto's bekend - waaraan een stoel en een geheimzin nig kastje bengelen. Het kastje heeft als bovenste verdieping een toonzaal van talloze fantastische Chinese pop petjes. Het hele toneel van het Hemel se Rijk is daar verzameld. Sinterkla zen, zwaardvechters, opgeprikte go dinnen met de lotusbloem in hun hand en nog vele types meer, die u zichzelf maar voor de geest moet halen. Wij hebben deze boetseerder reeds tweemaal op bezoek gehad en beide keren kwamen er uit zijn handen kunst producten in de meest ware zin des woords te voorschijn. In heel mijn leven zag ik nooit iemend zó zeker dergelijk fijn werk doen- Om een stok je en een basis van rijstemeel tovert hij binnen een kwartier een precieus poppetje met een gewaad vol kleuren, met gouden bloemen, met ingetogen of bars uiterlijk, met wenkbrauwen, knevels, littekens dan wel met een pruimemondje en dunne tere vinger tjes. Uit een voorraad van vier kleuren produceert hij een uiterst fijn genuan ceerd palet, mengt twee grondstoffen tot een nieuwe homogene massa, of verdeelt de éne tint als vlammen over de andere. Ook rolt hij sjerpen en banden als kunstig gedraaide koord jes met vele kleuren. In het kort, het is om van om te vallen en voor nog geen halve gulden heb ben wij dat dan ook trouw beide keren (lees verder volg. pag., 1e kolom onderaan) De ingang van de pasar in Malang

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1977 | | pagina 20