Vakantieherinneringen 197 3
Indische Familienamen
29
Telkens als ik in Indonesië ben denk ik:
"Ik ben geen toerist, hier ben ik thuis".
Even buiten het bergstadje Berastagi
(Selamat Datang-Kota Touris Berasta
gi) 65 km van Medan, zagen we mid
den op een grasveld een vrij hoog,
maar oud en vervallen huis. Hoe lang
het daar nu al staat, wie er de eigenaar
van is, niemand weet het. De bouwer
zette het op de juiste plaats neer;
van hier had men een vrij uitzicht op
het schitterende panorama van de
rokende Sibajak en omgeving.
Ik zie in gedachten moe gewerkte
mensen uit Medan in dit huis hun
week-end doorbrengen, een "koude
neus" halen, spelende kinderen op
het grasveld. Nu staat het daar maar
te staan, starend met holle raamogen
naar een nieuwe en vreemde genera
tie. Versleten, grauw, verveloos,
scheef gezakt. Maar op de houten ge
vel kun je de naam heel lang geleden
met grote letters aangegeven "DE
MEREL" nog duidelijk lezen. Wij had
den daar in de buurt, in een soort
instantiehuis, voor de duur van een
kleine week logies gevonden en
steeds als wij naar de kota wandelden
om op de pasar te blandja, passeer
den we DE MEREL. Ik heb dikwijls
gedacht: "Wat zou deze vogel in de
loop der jaren niet allemaal hebben
gezien en meegemaakt?"
Berastagi.
Als wij 's morgens het slaapkamer
raam opengooiden zagen we voor ons
de goenoeng Sibajak en de Sina-
boeng. Het was een prachtig en im
posant gezicht. In de tuin waar we veel
zaten groeiden acacia's, dahlia's, ger-
bera's, gladiolen naast melati en kern-
bang sepatu. Er was echter een narig
heid, we hadden nl. veel last van vlie
gen. Men verbouwt daar veel witte
kool. Bij het oogsten wordt het rotte
bladafval, de orang Batak is toch al
niet erg hygiënisch ingesteld, ergens
op een grote hoop gegooid, met als
gevolg myriaden vliegen. Ik heb me
dan ook onmiddellijk een degelijke
dubbelbuks sapoe-lidi aangeschaft en
ging geregeld op vliegensafari. Nadat
telkens ettelijke gesneuveld waren,
kon je er weer een poosje tegen.
(Vroeger zeiden we: "Kami tida pergi
ke Indonesia akan menangkap lalat")
Je kunt op twee manieren Berastagi
bereiken. De kortste is vanuit Medan
naar het zuiden en dan kom je eerst in
Sembahe, Sibolangit, Bandar Baru,
Berastagi. Verder naar het zuiden
Tongging, Pematang Purba (Seribu
Dolok) Pematang Siantar, noordwaarts
Tebingtinggi en in noord-westelijke
richting kom je weer in Medan. Je
bent zo het kringetje rond gereden.
Vanaf Sembahe begin je met filmen
of dia's schieten. Een bruisende kali
met veel rotsblokken, ga je gang maar.
Berastagi zelf vind ik nogal smerig.
De omstreken echter zijn meer dan
prachtig. Een bochtige weg loopt door
een schitterend landschap, dichte jung
le, terrasvormige padivelden, kleine
dorpjes met de typische huizen voor
zien van hoornpuntdaken, kristalhel
dere watervalletjes, het is er allemaal
in grote overdaad. Dit is Sumatra op
z'n mooist! Vergeet vooral niet de
noordpunt van het Tobameer en de Si
Piso-piso waterval te bezoeken. Bij
een driesprong zult u een houten rich
tingsbord aantreffen. Schuin links:
Tongging. Schuin rechts: Air terdjun.
Air terdjun is Indonesisch voor water
val. De Si piso-piso is 60 meter hoog,
heel smal, maar prachtig. Net een wit
lint tegen een donkergroen-grijze ach
tergrond. Daar boven een strak blau
we lucht. U begrijpt wel dat ik m'n
Super 8 op volle toeren liet snorren.
Daarna mampir in een Bataks dorp
en met de kepala kampong een grote
boom opzetten, zijn vele loslopende
zwarte hangbuikvarkens filmen, een
orang tani bij het ploegen van z'n sa-
wah, maar ook koffiebloemen waarop
grote mieren en bijen druk bezig wa
ren.
De 5 dagen Berastagi waren om voor
we er erg in hadden en we reden met
de Landrover over Tebingtinggi terug
naar Medan. Niet om op onze lauwe
ren te gaan rusten, maar om plannen
te smeden voor de volgende trip: naar
de op een afstand van 605 km noor
delijk van Medan gelegen hoofdstad
van Atjeh, Kuta Radja.
G. H. BARTMAN
BLIJ EN VERDRIET
Toen ik met vakantie in april 1977 in
Jakarta Halim kwam, waduh leuk. Je
ziet je families en sobats. Allemaal
lachen pelukpelukan, tjium tjium man,
leuk zeg van blijdschap na 20 jaar.
Maaaaar, bij dat vertrek afscheid ne
men in Halim naar Hollan (zonder d)
aduh je houd je hart vast. Kom tranen
uit mijn ogen van kasian en verdriet,
dat ik hun moet verlaten.
En ik heb ook een Sundanees familie,
en die zei met tranen uit hun ogen:
Oom, moegi tiasa patepang deui
di Indonesia.
(Oom, tot weerziens in Indonesië)
Werkelijk, soenggoe lo, beste mensen!
R. VAN HAASEN-TJIONG
Zo is het en niet anders. En geen
betere spelling of andere taal zouden
deze gevoelens beter kunnen weer
geven.
De geest van een taal treedt het dui
delijkst aan het licht in haar onvertaal
bare woorden -
Marie von Ebner-Eschenbach
Wij helpen U GRATIS Inlichtingen te ver
zamelen voor Uw familiestamboom. Wilt
U s.v.p. Uw medewerking hieraan verlenen
door zelf op te geven wat U van de be
treffende familie weet. U kunt daarvoor
een model aanvragen. Voegt U altijd een
gefrankeerde, zelf geadresseerde envelop
pe bij I
INDISCH FAMILIE ARCHIEF
Vreelandsestraat 14, Den Haag, tel.
070 - 45 44 06.
door D. A. Visker
Genealogische inleiding tot de
kennis van geslachten uit het
vroegere Ned. Indië. Met index.
4,95 porto 1,70
BOEKHANDEL TONG-TONG
Het schiereiland van Prapat aan het Tobameer, op de achtergrond het eiland Samosir.